Interesse in windmolens en pocketvergisters stijgt door hoge energiekosten

Door de torenhoge energieprijzen is de interesse in alternatieve energiebronnen sterk gestegen onder landbouwen. Producenten van pocketvergisters en windmolens zien de vraag naar hun producten exploderen. In het geval van windmolens vertaalt zich dat ook in stijgende verkoopcijfers. Wat betreft de pocketvergister, die bovendien kunnen bijdragen aan een reductie van de stikstofemissie, houden boeren wegens de onzekerheid rond het stikstofakkoord nog de voet op het rempedaal.

18 april 2022  – Laatste update 18 april 2022 21:54
Lees meer over:
SV 2020 0820 EAZ WIND-6319

De Belgische producent van pocketvergisters, Biolectric, ziet een sterke toename in prijsaanvragen sinds de energieprijzen hoge toppen scheren. “De energieprijs is nog nooit zo hoog geweest en dit weegt op het inkomen van landbouwers. Men zoekt oplossingen voor de hoge energie-facturen”, vertelt Frederik Dejonghe, vertegenwoordiger van Biolectric in Vlaanderen.

Tot de tevreden gebruikers van pocketvergisters behoort onder andere melkveehouder Kris Heirbaut uit Temse. “De eerste pocketvergister op ons bedrijf van 2012 vertoonde kuren, maar het nieuwe type van 2017 werkt een stuk beter. Wel zouden we het rendement van de vergister kunnen opvoeren door onze stal aan te passen en van een systeem van grote mestopslag naar kleine mestopslag over te stappen, maar dat vergt een behoorlijke investering.”

Biolectric verkoopt de mestvergisters in een aantal verschillende types, beginnende bij 11 kW. Deze installatie is berekend op zeventig melkkoeien en kan zo’n 88.000 KWh per jaar produceren. De gemiddelde terugverdientijd voor een pocketvergister, die start bij 125.000 euro, ligt op vijf tot zeven jaar.

Dejonghe geeft aan dat naast energiebesparing ook duurzaamheid een belangrijk motief is voor bedrijven om te investeren in een pocketvergister die methaan uit de mest opvangt en verwerkt tot elektriciteit. Melkerijen als Sodiaal, Arla en FrieslandCampina belonen de boeren die met een pocketvergister werken bijvoorbeeld door een premie per liter uit te keren.

Stikstofproblematiek zet rem op investeringen

Met 102 verkochte installaties in Europa in 2021 - een verdrievoudiging ten opzichte van 2018 - heeft Biolectric de wind in de zeilen. “Maar het gros van de verkoop is in het buitenland”, vertelt Dejonghe. “Door het stikstofarrest bestond en bestaat er veel onzekerheid in de landbouw waardoor een investering in een pocketvergister vaak uitblijft.” In Vlaanderen werden vorig jaar 18 installaties verkocht, in Europa waren dat er 102. Hij kan nog niet inschatten hoeveel exemplaren er dit jaar bij benadering verkocht worden in Vlaanderen.

Dit hangt volgens hem ook samen met het feit dat bij de aanschaf van een pocketvergister vaak ook aanpassingen aan de stal voorzien worden waardoor de vergunningsaanvraag moeilijker is en ook de totale investeringslast hoger ligt. “De pocketvergister haalt het beste rendement bij gesloten mestvloeren en met verse mest”, verklaart Dejonghe die hiermee de conclusie van Heirbaut bevestigt.

Verkoop windmolens schiet omhoog

Voor windmolens geldt deze combinatie minder en wordt vaak alleen een afzonderlijke omgevingsinstallatie aangevraagd. De Nederlandse producent EAZ Wind dat sinds 2019 actief is op de Vlaamse markt, zag het aantal aanvragen de afgelopen jaren exploderen. Vertegenwoordiger in België, Tom Vergauwe, stelt dat zijn telefoon roodgloeiend staat. Het bedrijf zegt twee extra verkopers aan te werven om de aanvragen in Vlaanderen af te werken.

Sinds EAZ in 2019 bij melkveehouder Dirk Devreese de eerste windmolen installeerde in Vlaanderen, maakt het bedrijf hier een sterke groei door. In 2020 lag het aantal verkochte exemplaren op 20 en vorig jaar werden er 38 windmolens aan Vlaamse land- en tuinbouwers verkocht. Dit jaar mikt EAZ Wind op de verkoop van 60 windmolens in Vlaanderen.

“De redenering is heel simpel”, zegt Vergauwe. “Bedrijven hebben de keuze om torenhoge energie kosten te betalen of een lening af te lossen terwijl ze hun eigen energie opwekken. Bedrijven kiezen natuurlijk voor dat laatste. Door de hoge energieprijzen is de terugverdientijd van de windmolen teruggelopen van 7 tot 8 jaar tot 4 tot 5 jaar nu.

SV 2020 0820 EAZ WIND-6301

Windmolen bij brede waaier aan landbouwbedrijven in trek

Alhoewel het aanvankelijk varkenshouders en kippenboeren waren die bij de windmolenproducent aanklopten, is het nu een brede waaier aan bedrijven. “Denk aan melkboeren, boomkwekers of ook fruitboeren die veel met koeling werken”, zegt Vergauwe die een belangrijke voorwaarde noemt voor de aanschaf van een windmolen: “Je moet in een open vlakte gelegen zijn zodat er voldoende wind is.” Een windmolen met een vermogen van 15 KW produceert in Oost- en West-Vlaanderen gemiddeld 30 tot 35 KWh.

Dat deze opbrengst van jaar tot jaar sterk kan verschillen, blijkt uit de statistiek van Dirk Devreese. “Het eerste jaar (2020) heeft de windmolen 31.000 KWh elektriciteit opgewekt en vorig jaar maar 23.000 KWh.” Toch heeft de boer 2,5 jaar na dato nog geen spijt van de aanschaf van de windmolen. In combinatie met zijn zonnepanelen is de melkveehouder-varkensboer grotendeels zelfvoorzienend. “Het is jammer dat we op sommige momenten elektriciteit op overschot hebben en dat op het net moeten steken. Met kleine aanpassingen van de bedrijfsvoering proberen we dit te beperken.”

Terwijl de verkoop van windmolens piekt, heeft Biolectric er alle vertrouwen in dat de interesse in pocketvergisters zich de komende jaren zal vertalen in de effectieve verkoop ervan. Om zijn verwachting kracht bij te zetten wijst Dejonghe naar de verkoopcijfers van het bedrijf in Frankrijk waar de stikstofproblematiek veel minder speelt. “Daar hebben we vorig jaar 35 pocketvergisters verkocht en zijn we overtuigd dat we dit aantal dit jaar kunnen overtreffen."

Een snelle erkenning van deze techniek om stikstofemissie te reduceren zou melkvee- en varkensboeren terug een toekomstperspectief geven

Frederik Dejonghe - Vertegenwoordiger van Biolectric in Vlaanderen.

Pocketvergister en reductie stikstofemissie

Dejonghe wijst ook nog op de rol die pocketvergisters kunnen spelen bij het reduceren van de stikstofemissie. “Niet alleen wordt de stikstof uit digestaat beter opgenomen uit planten, dan bij gewone drijfmest, met nageschakelde technieken kan een stikstofreductie van 65 procent gerealiseerd worden.” De techniek werkt als een stikstofstripper. De ammoniak die na het vergistingsproces vrijkomt wordt opgevangen en met zwavelzuur gebonden waardoor er ammoniumsulfaat ontstaat. “Dit ammoniumsulfaat kan op termijn als alternatief dienen voor kunstmest”, vervolgt Dejonghe.

Op deze manier wordt niet alleen de stikstofemissie van het bedrijf gereduceerd, maar wordt er naast alternatieve kunstmest ook een oplossing voor het mestprobleem geboden. Doordat de mest na stikstofstripping namelijk minder stikstof bevat, kan er meer over het land uitgereden worden en moeten dus minder nutriënten zoals kali en fosfor aangekocht worden.

Grootste drempel voor de nageschakelde techniek, is dat deze nog niet erkend is op de officiële lijst met PAS maatregelen. “We zijn nu volop bezig met partijen als ILVO om deze techniek op de PAS maatregelenlijst te krijgen. Een snelle erkenning van deze techniek zou melkvee- en varkensboeren terug een toekomstperspectief geven”, besluit Dejonghe optimistisch.

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek