In beroep milieuvergunning voor 'megastal' in Assenede

Het varkens- en rundveebedrijf An-Pigs in Assenede mag uitbreiden tot ruim 21.000 varkens en biggen en 148 runderen. Minister van Leefmilieu Joke Schauvliege besliste in beroep dat ook de aangevraagde 20.000 ton eigen mestverwerking vergund wordt. Het bedrijf, dat in agrarisch gebied ligt en voldoet aan alle milieunormen, heeft nu zowel een stedenbouwkundige als milieuvergunning op zak.

Na een negatief advies van het gemeentebestuur, en buurtprotest, verleende de Oost-Vlaamse deputatie op 7 februari een stedenbouwkundige vergunning. In eerste aanleg werd de milieuvergunning door dezelfde deputatie geweigerd omdat de exploitant onvoldoende garanties bood om geurhinder bij de uitbreiding tot een aanvaardbaar minimum te beperken.

Uit een bijkomende geurstudie die An-Pigs liet opstellen, bleek echter dat de mogelijk bijkomende geurhinder door de uitbreiding zeer beperkt is. Alle varkensstallen zijn ammoniakemissiearm of worden, wat de bestaande varkensstallen betreft, ammoniakemissiearm gemaakt door een combiwasser met een reductiecapaciteit van 85 procent voor geur.

De exploitant engageert zich ook tot het nemen van de milderende maatregelen uit de omzendbrief die er speciaal gekomen is voor geuremissies die afkomstig zijn van bestaande varkens- en pluimveestallen in Vlaanderen. Zo zal An-Pigs een groenscherm aanleggen aan de kant van de woningen en mag de mest maar een beperkte tijd op het bedrijf blijven.

Daarop kreeg het landbouwbedrijf in beroep van minister van Leefmilieu Joke Schauvliege een milieuvergunning voor een uitbreiding van 1.093 varkens en 2.265 biggen tot 14.605 varkens en 6.378 biggen en voor 113 runderen tot 148 runderen.

Voor haar beslissing verwijst de minister naar de unaniem gunstige adviezen van de bevoegde administraties, en hoorde ze zowel de omwonenden als de exploitant. "In de milieuvergunning wordt een resem bijzondere milieuvoorwaarden opgelegd, onder meer geurbeperkende maatregelen, de beperking van de exploitatietijden tot de daguren, de naleving van de ingediende transportplannen langs goed uitgeruste en voldoende brede wegen, de uitvoering van het landschapsintegratieplan en de beperking van de mestverwerking tot de eigen mest", aldus de minister.