"Hergebruik van hoeves bepaalt toekomst platteland"

Een inventarisatie door landbouwonderzoeksinstituut ILVO van het hergebruik van vrijgekomen hoeves op het Oost-Vlaamse platteland genoot veel persbelangstelling. Ook Boer&Tuinder besteedde er aandacht aan want de conclusie van het onderzoek – slechts 10 procent van de verlaten landbouwbedrijfsgebouwen blijft in landbouwgebruik – verrast Boerenbond niet, maar verontrust hen wel. “Het probleem is complex en de oplossingen liggen niet voor de hand”, zegt Katrien Van Herck, juridisch adviseur Grondbeleid bij Boerenbond. “De wettelijke mogelijkheden tot functiewijziging van vrijkomende hoeves bestendigen de verharding of breidden ze zelfs uit.”
18 september 2019  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:51

Een inventarisatie door landbouwonderzoeksinstituut ILVO van het hergebruik van vrijgekomen hoeves op het Oost-Vlaamse platteland genoot veel persbelangstelling. Ook Boer&Tuinder besteedde er aandacht aan want de conclusie van het onderzoek – slechts 10 procent van de verlaten landbouwbedrijfsgebouwen blijft in landbouwgebruik – verrast Boerenbond niet, maar verontrust hen wel. “Het probleem is complex en de oplossingen liggen niet voor de hand”, zegt Katrien Van Herck, juridisch adviseur Grondbeleid bij Boerenbond. “De wettelijke mogelijkheden tot functiewijziging van vrijkomende hoeves bestendigen de verharding of breidden ze zelfs uit.”

Net geen 40 procent van de vrijgekomen hoeves werd omgebouwd tot villa’s, zo bleek uit de ILVO-studie met focus op Oost-Vlaanderen. “De cijfers zijn overweldigend”, blikt Boerenbond daarop terug in zijn ledenblad. “Het aantal niet-agrarische activiteiten (villa’s, tuinen, weides voor hobbydieren, zonevreemde bedrijven) in landbouwgebied neemt alsmaar toe.” Op de studiedag die georganiseerd werd om toelichting te geven bij het onderzoek had ILVO-onderzoeker Anna Verhoeve het over gemiddeld 15 procent van het agrarisch gebied in Vlaanderen dat ingenomen wordt door niet-landbouwactiviteiten. In sommige gemeenten loopt dat op tot 42 procent.

Door een continue afname van het aantal landbouwbedrijven en de vergroting van de overblijvende bedrijven komen er steeds meer hoeves vrij. Wat moet Vlaanderen daarmee? Met een proefproject wordt onderzocht of die sites ‘onthardingspotentieel’ hebben, maar afbraak kost geld. In dat geval moet de eigenaar vergoed worden, vindt Boerenbond, en het kan alleen voor gebouwen zonder landbouwgebruikswaarde en zonder erfgoedwaarde.

Het andere uiterste is de voormalige hoeves een nieuwe invulling geven met een niet-agrarische activiteit. Boerenbond doet stilstaan bij de gevolgen die dat heeft voor de omgeving en de omliggende landbouwbedrijven, op het vlak van ruimtebeslag zowel als grondprijzen. “Denk hierbij aan klachten en procedures van nieuwkomers tegen landbouwbedrijven in de omgeving. Een wellnessboerderij heeft niets met landbouw te maken. Integendeel, er wordt vaak bijkomende druk gezet op de omringende landbouwactiviteiten. Uiteraard mogen de belangen van de gewezen boer die de gebouwen verlaat niet uit het oog verloren worden in het debat. Ook niet de belangen van de jonge boer die op zoek is naar een bedrijf, want niet alle vrijgekomen landbouwbedrijven lenen zich om verder in de landbouw gebruikt te worden.”

Het huidige beleid rond vergunningen en ruimtelijke ordening stimuleert veeleer het niet-agrarisch hergebruik. “De inname door niet-agrarische activiteiten leidt tot versnippering van open ruimte en tot verschrompeling van de landbouwgebruiksruimte. De opwaartse prijzenspiraal van leegkomende hoeves en bijbehorende landbouwgronden leidt er ook toe dat aankoop door landbouwers financieel onhaalbaar wordt”, waarschuwt Boerenbond-adviseur Katrien Van Herck. Boerenbond pleit voor een sterk sturend Vlaams beleidskader inzake vrijwaring van open ruimte in het algemeen en hergebruik van hoeves in het bijzonder, om het risico op een versnipperd en fragmentair beleid door lagere overheden tegen te gaan.

Wat hergebruik van hoeves betreft, mag het beleidskader zich naar verluidt niet beperken tot het verruimen van niet-agrarische functiemogelijkheden. “Er is meer nodig dan een contract-convenant”, aldus Van Herck, “zodat we pleiten voor een beleid dat ook inzet op agrarisch hergebruik en agrarische reconversie, en dat daarvoor de nodige (financiële) middelen uittrekt.” Boerenbond houdt daarbij in het achterhoofd dat het steeds moeilijker wordt als landbouwer om een vergunning te krijgen voor een nieuwe inplanting.

Het ‘convenant-contract’ omschrijft Boerenbond als “het gedroomde instrument voor sommigen om niet-agrarische functiemogelijkheden van leegstaande hoeves te verruimen onder het motto ‘Voor wat, hoort wat’.” Het laat lokale overheden toe maatwerk te leveren om tijdelijk (maar wel verlengbaar) en onder welbepaalde voorwaarden zonevreemde activiteiten toe te laten in leegstaande hoeves en op agrarische sites. Boerenbond is daar allesbehalve gerust in, gezien het ontbreken van een Vlaams beleidskader en de voorbeelden uit Oost-Vlaams ontwerpend onderzoek.

Bron: Boer&Tuinder

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek