GLB: voor wat hoort wat, maar hoe ver willen landbouwers daarin gaan?

Vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van de Europese Commissie kunnen landbouwers een financiële toeslag per hectare krijgen, als ze aan bepaalde eisen voldoen. Die eisen worden in het nieuwe GLB verder aangescherpt en als lidstaat heb je keuzemogelijkheden hoe ver je daarin gaat. “Bij hoge kosten voor de boeren om aan de eisen te voldoen, bestaat de kans dat ze het niet gaan doen”, weet Nederlands onderzoeker Petra Berkhout, verbonden aan Universiteit Wageningen.

15 april 2021  – Laatst bijgewerkt om 15 april 2021 14:49
Lees meer over:

In de voorstellen voor het GLB van de Europese Commissie voor de jaren 2023-2027 werd een nieuw element voorgesteld. Lidstaten stellen een Nationaal Strategisch Plan (NSP) op voor de implementatie van zowel de eerste als tweede pijler van het GLB. Een ander nieuw element in de voorstellen is de zogenaamde verhoogde conditionaliteit, de optelsom van ondermeer de huidige vergroeningseisen en de normen voor een goede landbouw- en milieupraktijk (GLMC).

Landbouwers die niet voldoen aan de verschillende wettelijke eisen zien hun grondgebonden betalingen (toeslagen) achteruitgaan en komen ook niet in aanmerking voor doelgerichte stimulerende betalingen voor praktijken die verder gaan dan die eisen - de zogenaamde eco-schema’s. Lidstaten moeten nu bepalen hoe inhoud te geven aan deze conditionaliteit.

Kosten mogen niet hoger zijn dan de baten

In opdracht van het Nederlands ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit analyseerden onderzoekers van de Universiteit Wageningen de kosten van verschillende varianten voor de invulling van de verhoogde conditionaliteit voor een aantal representatieve bedrijfstypen in de Nederlandse landbouw.

“Wanneer de eisen zo zwaar zijn dat het financieel niet meer aantrekkelijk is om eraan te voldoen, bestaat de kans dat landbouwers afhaken”, reageert onderzoeker Petra Berkhout. “Je verliest dan een deel van de (milieu)voordelen die je wil bereiken met de verhoogde conditionaliteit en de boer mist de voordelen van de toeslag.”

Maak het minder ingewikkeld met simpelere maatregelen en denk na over de uitvoerbaarheid.

Petra Berkhout - Onderzoeker WUR

Het rapport concludeert dat vier GLMC-normen van grote invloed kunnen zijn op de deelnamebereidheid onder Nederlandse landbouwers. Het gaat om norm (2) passende bescherming van wetlands en veengebieden , norm (4) aanleggen van bufferstroken langs waterlopen , norm (8) gewasrotatie  en norm (9a) minimaal landbouwareaal gewijd aan niet-productieve elementen (4).

Een goed voorbeeld is volgens Berkhout de zetmeelteelt. “In ons onderzoek komt naar voren dat telers van zetmeelaardappelen in een paar varianten van invulling van de conditionaliteit van norm (2) en norm (8)  fors kunnen worden geraakt en de toeslag niet meer aantrekkelijk is.”

Andere invulling overwegen

Volgens de onderzoekers is het zinvol om te kijken of er geen andere manieren zijn om het achterliggende doel van de norm te realiseren tegen mogelijk lagere kosten. “De (economische) gevolgen van verschillende onderzoeksvarianten in het rapport kunnen namelijk fors zijn, met het risico dat bedrijven niet meedoen”, klinkt het. Het is de vraag of dit in verhouding staat tot de baten die worden behaald bij milieu- en klimaatdoelen.

“De onderzoeksvarianten zijn behoorlijk ingewikkeld”, besluit Berkhout.  “Je kunt je afvragen of het dan nog doeltreffend en doelmatig is. Maak het minder ingewikkeld met simpelere maatregelen en denk na over de uitvoerbaarheid. Als je het van tevoren al zo complex maakt, is de kans groot dat je je doel voorbij schiet.”

Vlaanderen licht eigen plannen GLB na 2020 toe
Uitgelicht
Afgelopen maand namen zowel het Europees Parlement als de Raad van ministers van Landbouw van de Europese Unie een beslissing over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid voor de...
30 oktober 2020 Lees meer

Bron: WUR

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek