"Scheiding verkoop en advies gewasbeschermingsmiddelen niet aan de orde in België"

Sinds 1 januari van dit jaar moet de verkoop van en het advies over gewasbeschermingsmiddelen in Frankrijk gescheiden zijn. Waar in Wallonië stemmen opgaan om dit eveneens in te voeren, klinkt die vraag in Vlaanderen vooralsnog niet. Sectorfederatie Phytofar vraagt zich af waarom we zo’n systeem op poten zouden zetten als we de fytolicentie al hebben. “Het is beter om te bekijken hoe de fytolicentie kan bijgestuurd worden zodat ze beter aan de noden van de landbouwers voldoet, dan om een volledig nieuw systeem uit te werken”, aldus Peter Jaeken van Phytofar.

20 april 2021  – Laatste update 20 april 2021 20:37
Lees meer over:

Met nieuwe wetgeving wil Frankrijk het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw terugdringen en geïntegreerde gewasbescherming meer ingang laten vinden. Daarom werd beslist dat bedrijven die gewasbeschermingsmiddelen verkopen niet langer advies mogen geven over het gebruik van die middelen aan land- en tuinbouwers. Eind vorig jaar moesten alle verkopers en/of adviseurs van gewasbeschermingsmiddelen daarom kiezen tussen verkopen of adviseren en sinds 1 januari 2021 zijn beiden verplicht gescheiden.

Veiligheidsadvies versus strategisch of specifiek advies

In Frankrijk hebben coöperaties 60 procent van de verkoop van gewasbeschermingsmiddelen aan landbouwers in handen. Heel vaak geven zij ook advies over het gebruik ervan. Op die manier zijn zij voorschrijver en verkoper tegelijkertijd, luidt het. “En door veel voor te schrijven zijn ze ook zekerder van een grotere verkoop. Bovendien hebben die adviseurs te weinig aandacht voor alternatieve technieken zoals mechanische onkruidbestrijding of geïntegreerde plaagbestrijding”, is een vaak te horen kritiek.

De verkoper mag wel nog veiligheidsadvies geven over middelen die hij verkoopt. Dergelijk advies omvat onder meer het doel van het gebruik, de aanbevolen dosering, de toepassingsvoorwaarden en veiligheidsinstructies die de risico’s voor gezondheid en milieu moeten beperken. Landbouwers zijn verplicht om zich voor zowel voor strategisch advies als voor specifiek advies te wenden tot onafhankelijke adviseurs.

Een specifiek advies gaat over het gebruik van een bepaald gewasbeschermingsmiddel tijdens het teeltseizoen en is dus de adviesverlening zoals we het vandaag kennen. In de nieuwe wetgeving zit ook de verplichting vervat om een strategisch advies te laten opmaken voor het hele landbouwbedrijf. Dat advies omvat een diagnose en een actieplan. Daarbij wordt een analyse gemaakt van het bedrijf en de teelten en acties worden naar voor geschoven om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te verminderen en de effectiviteit ervan te verbeteren. Een evaluatie van dat actieplan is eveneens een verplichting voor Franse boeren.

Dokter of apotheker

In Boer & Tuinder getuigt een uitgeweken Vlaamse akkerbouwer over de verandering die deze wetgeving teweeg heeft gebracht. “Voortaan is er een onderscheid tussen de apotheker, de coops die middelen verkopen, en de dokter, de adviseurs die middelen voorschrijven”, zegt Pierre Michels. Een gepensioneerde technieker brengt nu voor acht euro per hectare enkele keren per teeltseizoen een bezoek aan zijn velden en houdt hem via mail op de hoogte van alle belangrijke gevaren en nieuwigheden.

“Hij is van het principe dat we zo weinig mogelijk gewasbeschermingsmiddelen moeten gebruiken. Op mijn gebruikelijke lijst van bestellingen schrapte hij twee derde van de producten. Volgens mijn adviseur heeft het geen zin om reserves op te bouwen omdat middelen ook weer kunnen verboden worden”, vertelt Michels. Wat hij nu aankoopt bij zijn coop, is bovendien 10 procent goedkoper omdat ze geen advies meer moeten geven. “Met wat ik op die manier bespaar, kan ik gemakkelijk mijn adviseur betalen. Die stelt zelfs dat ik voortaan beter via internet bestel, want dat zou 25 procent goedkoper zijn en de bediening is even snel dan via mijn coop.”

Gewasbeschermingsmiddelen zijn tien procent goedkoper omdat de verkoper mij geen advies meer moet geven. Met wat ik op die manier bespaar, kan ik gemakkelijk mijn adviseur betalen

Pierre Michels - Vlaamse akkerbouwer in Frankrijk

In Wallonië, dat Frankrijk vaak als gidsland ziet, gaan er intussen ook stemmen op om verkoop en advies van gewasbeschermingsmiddelen te scheiden. De Waalse landbouworganisatie FWA startte daarom met de opmaak van een inventaris van het agronomisch advies dat aan landbouwers wordt gegeven. Dat mondde uit in een reeks voorstellen om dit adviessysteem te verbeteren. Die voorstellen werden afgetoetst in een online enquête bij de leden. De analyse van de resultaten is nog volop bezig, maar volgens FWA lijken die voorstellen in goede aarde te vallen bij de land- en tuinbouwers. Landbouwers lijken bijvoorbeeld geen vragende partij te zijn voor zo’n scheiding van verkoop en advies van gewasbeschermingsmiddelen.

“Frans systeem niet zaligmakend”

Zowel Phytofar, de federatie van de producenten van gewasbeschermingsmiddelen, als PhytoDis, de federatie van de verdelers van gewasbeschermingsmiddelen, zijn op de hoogte van het nieuwe Franse systeem, maar volgens hen vertoont het ook tekortkomingen. “We horen inderdaad dat er in Frankrijk problemen opduiken. Zo komt het advies soms te laat. Het is ontzettend belangrijk dat plaagbestrijding op het juiste moment gebeurt. Aan laattijdig advies heeft de landbouwer niets”, zegt Bernard Vandendriessche van PhytoDis.

Daarnaast is er ook het vraagstuk van aansprakelijkheid. “Wie advies geeft, moet ook aansprakelijkheid garanderen”, zegt Peter Jaeken van Phytofar. “Een veelgehoorde kritiek is dat verdelers vandaag te veelvuldig het gebruik van middelen adviseren omdat ze te winnen hebben bij de verkoop, maar je moet natuurlijk ook kunnen garanderen dat plagen en onkruid effectief bestreden worden. Dan duikt al gauw de vraag op hoe voorzichtig je bent in je advies en wat er gebeurt als er iets grondig fout loopt in het veld.”

Voor Phytofar is het ook belangrijk dat de sector van gewasbeschermingsmiddelen nog steeds ondersteuning moet kunnen bieden van goed gebruik, het zogenaamde 'stewardship'. "Dan gaat het niet alleen om de veiligheid op vlak van mens en milieu, maar ook op agronomisch vlak, bijvoorbeeld in het kader van de antiresistentieproblematiek", zegt Jaeken. Ook de introductie van nieuwe middelen en technieken moet volgens hem goed ondersteund worden vanuit de fabrikanten en verdelers.

Advies en verkoop scheiden is een heel mediagenieke oplossing, maar mediagenieke oplossingen zijn niet altijd de beste

Peter Jaeken - Secretaris-generaal Phytofar

De stelling dat de gewasbeschermingsmiddelensector onvoldoende oog heeft voor alternatieve technieken en middelen, klopt niet, onderstreept de sectorfederatie. "Geïntegreerde gewasbescherming, kortweg IPM, heeft al een lang traject afgelegd in België", legt Jaeken uit. "Dat is zeker zo in de tuinbouw, maar ook in de akkerbouw vindt dit concept stilaan zijn weg. De fabrikanten ondersteunen IPM al een paar decennia, bijvoorbeeld door gewasbeschermingsmiddelen te ontwikkelen die nuttigen sparen, door de ontwikkeling van feromonen en door biocontrole."

Jaeken erkent dat het scheiden van advies en verkoop het perceptieprobleem dat gewasbeschermingsmiddelen vandaag hebben, vooruit kan helpen. “Het is een heel mediagenieke oplossing, maar mediagenieke oplossingen zijn niet altijd de beste”, stelt hij. Ook bij PhytoDis is eenzelfde geluid te horen. “Onze verdelers beseffen wat het belang is van een neutraal en correct gegeven advies. Het besef dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen omlaag moet, is wel degelijk aanwezig in de sector. Een adequate toepassing van middelen op basis van adequaat advies kan daarbij helpen”, zegt Vandendriessche.

Vervolgens rijst volgens hen de vraag wie dat adequaat advies kan geven en tegen welke prijs. “Je hebt daarvoor capabele mensen nodig. Bij een aantal proefcentra zijn die zeker aanwezig, maar de overheid heeft bijvoorbeeld haar adviesdiensten afgebouwd”, klinkt het. Daarnaast heeft Vlaanderen een aantal goedlopende waarschuwingssystemen die via de proefcentra of de verwerkende industrie georganiseerd zijn. Ook de producenten en verdelers van gewasbeschermingsmiddelen leveren hun medewerking aan die waarschuwingsadviezen. “Het gaat dan om technisch-wetenschappelijke informatie die wij ter beschikking stellen, los van de promotie van één of ander product”, benadrukt Vandendriessche.

Jaeken wijst erop dat het niet alleen bij woorden blijft. "De producenten van gewasbeschermingsmiddelen hebben zich recent nog geëngageerd om tegen 2030 tien miljard euro te investeren in innovatie omtrent precisie- en andere digitale technologieën. Bovendien willen ze ook vier miljard euro investeren in biologische gewasbeschermingsmiddelen."

Het besef dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen omlaag moet, is wel degelijk aanwezig aanwezig bij de verdelers

Bernard Vandendriessche - Algemeen secretaris PhytoDis

Heroriëntering fytolicentie?

“We mogen niet uit het oog verliezen dat we vandaag al een systeem hebben dat een oordeelkundig gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door land- en tuinbouwers en andere professionele gebruikers in de hand werkt”, meent Jaeken. “Het systeem van de fytolicentie zoals we het vandaag kennen, bestaat intussen sinds 2014. Waarom dan een nieuw syteem op poten zetten?”, vraagt hij zich af.

Volgens Jaeken en Vandendriessche is het belangrijker om te bekijken waar de fytolicentie kan bijgestuurd worden in plaats van het systeem volledig overboord te gooien. “Het gebruik van gewasbescherming zal er in de toekomst niet eenvoudiger op worden. Nu de opstartfase van de fytolicentie achter de rug is, kan het in die optiek geen kwaad om het systeem eens tegen het licht te houden."

Vandaag is de vorming in het kader van de fytolicentie nogal sterk gefocust op het veilig gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. "Dat blijft een logisch en belangrijk aandachtspunt, maar een efficiëntere opleiding waar een praktijkgericht agronomisch aspect van gewasbescherming ook aan de orde is, lijkt ons een meerwaarde", menen Phytofar en PhytoDis. "In dat kader dringt zich misschien een bevraging bij land- en tuinbouwers op of dit ook tegemoet komt aan hun noden en verwachtingen."

Frankrijk voert misdrijf "ecocide" in

Het lagerhuis van het Franse parlement heeft de invoering van het delict "ecocide" (milieuvernietiging) goedgekeurd in geval van opzettelijke verontreiniging van water, lucht of bodem. De invoering van het misdrijf kadert in een ontwerp van klimaatwet dat op 4 mei moet worden goedgekeurd. Het misdrijf betreft "de zwaarste aantastingen van het milieu op nationaal niveau", zei de minister van Ecologische Transitie, Barbara Pompili. De straffen kunnen tot tien jaar cel en tot 4,5 miljoen euro boete gaan.

Niet iedereen is even tevreden over dit nieuwe misdrijf. De politieke linkervleugel vindt dat het delict tekortschiet, net als de burgerconventie voor het klimaat CCC (Convention citoyenne pour le climat), die aan de basis van het voorstel lag maar "ecocide als misdaad met internationale draagwijdte” had gewenst. Rechts maakt zich zorgen over een "juridische onzekerheid".

Bron: Eigen verslaggeving / Boer & Tuinder / Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek