Financiering verwerking en ophaling diermeel
nieuwsEr werd een opslagplaats in de Gentse haven (Manuport) gevorderd, waar de ophalers en verwerkers hun waardeloos geworden diermeel konden laten opslaan. De bevoegde ministers tekenden ondertussen een protocol waarin gezegd werd dat de ophaal- en verwerkingskosten, die niet geprefinancierd werden door de Vlaamse overheid, niet verhaald mochten worden op de producenten. In een eerste stap beslisten de Vlaamse en Waalse regering dan ook voor elk geslacht rund gedurende drie maanden een toelage van 410 frank toe te kennen. Deze 410 frank is gelijk aan de ophaal- en verwerkingskost van vlees- en beenderafval op niveau van het slachthuis.
Vlaams landbouwminister Vera Dua trachtte intussen de hele vleessector achter een overeenkomst te scharen. Bedoeling was de veehouders niet te laten opdraaien voor de kosten. Maar die poging liep op niets uit. Vooral de (export)slachthuizen wilden niet weten van een doorrekening "naar boven" (richting verwerkers, distributie, klanten, etc).
Dua betreurt dit omdat de producent de dupe is van deze situatie. "Intussen hebben de slachthuizen immers eenzijdig beslist om zeker de helft van de bijkomende kosten af te wentelen op de producenten. Tot op heden zonder reactie van de landbouworganisaties", merkt Dua op.
Dua meent dat de veehouders zich positief hebben opgesteld in de discussie en ze acht het dan ook billijk om de prefinanciering van de krengen en de prefinanciering van opslag en vernietiging van diermeel om te zetten naar financiering "met de uitdrukkelijke boodschap dat dit eenmalig is". Dit houdt eveneens een gelijkschakeling in van de maatregelen in Vlaanderen en het Waals gewest.
Bron: Belga