Exportsubsidies verdwenen ook zonder hun afschaffing
nieuwsJarenlang genoot de agrovoedingsindustrie in Europa exportsubsidies die bedoeld waren om het verschil tussen prijzen op de interne markt en op de wereldmarkt te compenseren. Begin jaren ’90 keerde de EU tien miljard euro per jaar uit aan exportsubsidies. In 2013 werd de laatste uitvoersubsidie op nul gezet. Het afkalven van de in ons land uitbetaalde restituties illustreert die koerswijziging. In 2010 keerde het BIRB 36,14 miljoen euro uit terwijl vorig jaar nog amper 3.650 euro restituties betaald werden voor varkensvlees en 71.650 euro voor eieren en eiwit.
Naar aanleiding van uitspraken van Europees landbouwcommissaris Dacian Ciolos over de afschaffing van exportsubsidies stelde Vlaams volksvertegenwoordiger Karlos Callens (Open Vld) enkele vragen aan minister-president Kris Peeters. Sinds 1 januari kunnen exportsubsidies volgens de EU-wetgeving niet meer gebruikt worden als middel om een sector systematisch te ondersteunen. Toch blijft het instrument bestaan en kan het in tijden van crisis worden ingezet. Dit maakte Callens benieuwd naar de exportsubsidies die de voorbije jaren in Vlaanderen uitgekeerd werden en de concrete gevolgen van een afschaffing.
De federale instelling BIRB, het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, is erkend als betaalorgaan voor onder meer exportsubsidies. Daarom kon minister-president Peeters geen afzonderlijke gegevens voor Vlaanderen meedelen als antwoord op de vraag van Callens. De Belgische bedragen voor exportsubsidies verminderden van 36,14 miljoen euro in 2010, naar 2,64 miljoen euro in 2011 en 1,11 miljoen euro in 2012 om in 2013 uit te komen op 0,07 miljoen euro. Alleen varkensvlees, eieren en ovalbumine (eiwit uit eieren, nvdr.) genoten vorig jaar nog exportsteun.
Restituties voor granen en meel worden al sinds midden 2006 niet meer toegekend. Eind 2007 werden ook de restituties voor verwerkte producten op basis van granen en rijst op nul gezet. In 2006 werd nog 35,69 miljoen euro uitgegeven aan exportsteun voor suiker, om de jaren nadien tot bijna nul herleid te worden. Het zijn dan ook hoofdzakelijk de sectoren van dierlijke producten, en vooral de zuivelsector, die het overgrote deel van de subsidies hebben ontvangen.
Gevraagd naar zijn mening over exportsubsidies, zegt Kris Peeters dat hij achter de afschaffing ervan staat. “Een belangrijke reden om ze af te schaffen, is om coherentie tussen verschillende beleidsvormen te bereiken. Uitvoersubsidies waren in het verleden een bron van oneerlijke concurrentie voor kleine landbouwers in ontwikkelingslanden”, legt de minister-president uit. Bovendien hebben ze hun bestaansreden verloren. “Exportsubsidies zijn bedoeld om het verschil te compenseren tussen de prijzen op de wereldmarkt en de prijzen in de EU, zodanig dat uitvoer naar derde landen mogelijk is. In recente jaren zijn de prijzen voor landbouwproducten echter steeds meer in de richting van wereldmarktprijzen geëvolueerd.”
Vermits de uitvoer van Vlaamse landbouwproducten in waarde voor meer dan twee derde op buurlanden binnen de EU is gericht, zal een afschaffing van exportsubsidies maar een te verwaarlozen effect hebben. Voorlopig is het marktinstrument als zodanig niet afgeschaft, maar alle uitvoersubsidies in de EU werden wel op nul gezet. Juridisch is het mogelijk om ze opnieuw in te voeren, maar bij de hervorming van het Europees landbouwbeleid is afgesproken om dat enkel nog in uitzonderlijke (crisis)omstandigheden te doen. Eind vorig jaar heeft de EU op de WTO-conferentie in Bali beloofd om het uiterste te doen om te vermijden dat exportsubsidies worden aangewend, en zo veel mogelijk vooruitgang te boeken bij het afschafffen van dit instrument. Dat laatste beloofde de EU al eens in 2005, maar de vooropgestelde einddatum voor afschaffing (eind 2013) werd dus niet gehaald.
Bron: eigen verslaggeving