Europees Parlement wil grenswaarden voor luchtvervuiling in lijn met WHO-normen brengen

Voor de wetgeving definitief wordt, moet er eerst nog een akkoord worden gevonden met de lidstaten. Er komen strengere luchtkwaliteitsnormen voor onder meer fijnstof (PM2,5 en PM10), NO2 (stikstofdioxide), SO2 (zwaveldioxide) en O3 (ozon). Als het van de parlementsleden afhangt, moeten de normen worden gehaald tegen 2035, met tussentijdse doelstellingen voor 2030. Het einddoel is om in 2050 geen luchtverontreiniging meer te hebben, zodat de volksgezondheid, ecosystemen en de biodiversiteit geen verdere schade meer oplopen.

De uitstoot van ammoniak door de land- en tuinbouw daalde tussen 2000 en 2007 en bleef daarna eerder stabiel. Omdat de uitstoot van andere sectoren sterker afnam, stijgt het relatieve aandeel van de landbouw in de stikstofproblematiek.

Sara Matthieu (Groen) stemde mee met de meerderheid om de luchtnormen te verstrengen, maar betreurt dat, "om de EVP over de streep te halen", de streefdatum voor de strengere normen doorgeschoven werd van 2030 naar 2035. 

"Elke week sterven in Europa meer dan 35 baby's aan de gevolgen van luchtvervuiling”, zegt ze. “Ook miljoenen volwassenen krijgen gezondheidsproblemen door vervuilde lucht, vroeg of laat betalen we allemaal de rekening met onze gezondheid. Het inademen van schone lucht is een mensenrecht voor iedereen." 

Volgens het parlement moet het aantal meetpunten voor luchtkwaliteit worden opgetrokken, terwijl de verschillende luchtkwaliteitsindexen op elkaar afgestemd moeten worden, zodat ze eenvoudig publiek toegankelijk kunnen worden gemaakt. 

Het standpunt van het parlement werd goedgekeurd door 363 MEP's. 226 parlementsleden stemden tegen, 46 onthielden zich.