Europa telt steeds minder hennen in kooien

Het aandeel leghennen in de Europese Unie dat in kooien wordt gehuisvest is dalende. Het kooiaandeel liep terug van 74,4 procent in 2008 tot 71 procent vorig jaar. Van de resterende 29 procent die alternatief gehuisvest is, leidt het grootste deel een leven als scharrelkip. Dat heeft de Europese Commissie bekendgemaakt op basis van de jongste gegevens van pluimveetellingen in de verschillende lidstaten.

De Europese Commissie heeft bekendgemaakt hoe de 45,5 miljoen leghennen in de EU gehuisvest zijn. In 2008 was het kooiaandeel nog 74,4 procent. In 2009 liep dit terug tot 71 procent. Ongeveer 8 miljoen van die hennen, of zo'n 2,3 procent, was in een verrijkt kooisysteem gehuisvest.

Het aandeel alternatief gehuisveste dieren ligt op ongeveer 29 procent. Scharreldieren hebben daarin het grootste aandeel met 17,1 procent, terwijl hun aandeel in 2008 nog stokte op 14,3 procent. 9,2 procent van de hennen wordt gehouden in systemen met vrije uitloop, een jaar eerder was dit 8,9 procent. Het aandeel biologische hennen groeide in een jaar van 2,5 naar 2,7 procent.

Het aandeel alternatieve huisvestingssystemen varieert sterk van land tot land. Oostenrijk heeft met 95 procent het grootste aandeel alternatief gehuisveste dieren. Duitsland zat in 2009 op een aandeel van 63 procent.

In België zaten 6,6 miljoen van de hennen vorig jaar nog in gewone kooien volgens cijfers van het Voedselagentschap, wat een alarmerende 75 procent van de populatie is, laat Johan Zoons, directeur van het Proefbedrijf van de Veehouderij te Geel weten. De tijd dringt om over te schakelen naar een ander systeem want vanaf 1 januari 2012 verbiedt de Europese leghennenrichtlijn de huisvesting in klassieke batterijkooien.

Zoons maakt een onderscheid tussen enerzijds de gewone kooien en anderzijds de huisvestingssystemen die conform de richtlijn zijn. Ook verrijkte kooien vallen onder die laatste en zijn meteen goed voor 4 procent van de hennen. 1 procent van de leghennen wordt biologisch gehouden. Daarnaast gaat 13 procent door het leven als scharrelkip en 7 procent van de hennen geniet van vrije uitloop.

In België ging de omzetting van de richtlijn in nationale wetgeving gepaard met een polemiek over het al dan niet verbieden van allé kooisystemen. Die langdurige onzekerheid verklaart voor een stuk de trage omschakeling in ons land.

Ook inkomsten die de voorbije tien jaar tegen vielen, stonden volgens Zoons investeringen in de weg. Het bedrijf stopzetten voor de deadline van 2012 leek voor een aantal leghennenhouders de enige uitweg. Door betere financiële resultaten staan velen onder hen nu toch voor de uitdaging van de omschakeling.