EU-toetredingen: volgend jaar landbouw

De twaalf Centraal- en Oost-Europese landen moeten zich de EU-regels eigen maken, willen ze lid worden van de Unie. De bedoeling was en is om tegen eind 2002 met zoveel mogelijk landen door het hele pakket te raken, om dan in 2004 effectief lid te worden en deel te nemen aan de verkiezingen voor het Europees parlement.

De onderhandelingsstrategie is gestart met de makkelijke "hoofdstukken" om zo een elan te creëren. Met uitzondering van Roemenië en Bulgarije is men nu zowat door het makkelijke pak heen en komen de moeilijke thema's eraan.

Vrijdag hield de EU een officiële onderhandelingsronde met negen kandidaat-leden, onder Belgisch voorzitterschap. In totaal werden negen hoofdstukken gesloten en vier hoofdstukken geopend, met diverse kandidaten. Volgens de Belgische EU-ambassadeur Frans Van Daele is dit een goed resultaat net omwille van de moeilijkheidsgraad.

De Belgische strategie bestaat er in rustig de specifieke problemen per kandidaat-land te analyseren om zo oplossingen te bieden. De ultieme oplossing is flexibiliteit en overgangsperioden, waarbij het iets langer mag duren om bepaalde regels te implementeren, bijvoorbeeld inzake milieu.

Het probleem van het vrij verkeer van werknemers poogt men op te lossen met bilaterale akkoorden. Binnen de EU is namelijk afgesproken om pas na maximaal zeven jaar de grenzen volledig open te zetten voor werknemers uit het oosten. De kandidaat-lidstaten willen veel sneller gaan. Nu hebben al vier EU-landen toegezegd dat die werknemers bij hen al vroeger binnen mogen.

De zware problemen met landbouw worden pas vanaf volgend jaar echt aangepakt. Dit jaar wil België nog alles afronden, met uitzondering van de "financiële implicaties", uiteraard het pijnpunt.