"Energieprijs en speculatie oorzaak van voedselcrisis"
nieuwsDe forse prijsstijging van voeding in 2008 is niet veroorzaakt door de productie van biobrandstoffen of door een toegenomen vraag in opkomende economieën. De belangrijkste factoren waren meer speculatie op landbouwgrondstoffen en een sterker verband tussen de prijs van energie en grondstoffen. Dat zeggen onderzoekers John Baffes van de Wereldbank en Tassos Haniotis van de Europese Commissie.
Het rapport van Baffes en Haniotis kadert in een project dat nagaat of hoge prijzen voor landbouwgrondstoffen positief dan wel negatief zijn voor een arme bevolking en welke oorzaken kunnen aangewezen worden voor de prijshausse van voedinsmiddelen in 2008.
Los van de sterke en continue economische groei, werd de prijshausse volgens Baffes en Haniotis in de hand gewerkt door verschillende factoren zoals onvoldoende investeringen in de landbouwsector, een zwakke dollar en een belastingsysteem in verschillende ontwikkelingslanden dat het verhogen van de landbouwproductie ontmoedigde.
Dat ging gepaard met grillige weersomstandigheden, met de productie van landbouwgewassen voor biobrandstoffen en met overheidsbeslissingen zoals exportbeperkingen en exporttaksen. "Die samenloop van factoren bracht de wereldvoedselvoorraden tot een sinds de jaren zeventig niet meer gezien laag niveau. Het zorgde tegelijk voor een versnelling van de prijzen die uiteindelijk leidde tot de prijshausse van voedingsmiddelen in 2008", verklaren de onderzoekers.
Baffes en Haniotis stellen dat de markt voor landbouwgrondstoffen in 2008 te maken kreeg met de perfecte samenloop van omstandigheden voor een stijging van de voedselprijzen. Los de haperende landbouwproductie grepen beleggingsfondsen de ruime aanwezigheid van goedkoop kapitaal aan om geld te steken in grondstoffen. Daarbij verergerden landen prijsstijgingen door exportrestricties in te stellen.
Volgens Baffes en Haniotis was de biobrandstofproductie te gering om de hogere voedselprijzen te veroorzaken. Ook al heeft de ethanolproductie in de VS en in mindere mate de koolzaadproductie in de EU een invloed op het landgebruik, toch worden gewassen voor biobrandstoffen wereldwijd slechts geteeld op 1,5 procent van het totaal landbouwareaal voor granen en oliehoudende zaden. Dat is te weinig om werkelijk een grote invloed te hebben, menen Baffes en Haniotis.
Baffes en Haniotis geloven evenmin dat een toegenomen vraag in opkomende economieën, een rol speelde. Zij verwerpen het argument dat Indiërs en Chinezen meer vlees en zuivel gaan consumeren en daarom meer granen voor veevoeder nodig hebben voor hun veehouderij. Volgens Baffes en Haniotis is er geen bewijs dat de vraag naar veevoeder in de opkomende economieën sterker versnelde dan de bevolkingsgroei en de evolutie van de inkomens kon doen vermoeden.
Meer informatie : Placing the 2006/08 Commodity Price Boom into Perspective
Bron: AgriHolland/eigen verslaggeving