Eikenprocessierups bestrijden? Geef zijn vijanden een boost

Via een webinar is woensdag het startschot gegeven van een Europees LIFE-project dat de strijd tegen de opgang van de schadelijke eikenprocessierups in België en Nederland wil voeren met behulp van natuurlijke vijanden van de rups in de plaats van biociden. De bedoeling is enerzijds om op grote schaal het effect van bestrijdingstechnieken met onder meer mezen, parasitaire insecten en kevers te testen en anderzijds om beheerders zoals lokale besturen te overtuigen om met die technieken aan de slag te gaan.

9 december 2020  – Laatste update 9 december 2020 15:00
Lees meer over:

Met de provincie Antwerpen als trekker gaan een heleboel partners de komende vijf jaar aan de slag om op een natuurvriendelijke manier de eikenprocessierups een halt toe te roepen. De inheemse soort volledig uitroeien is niet de bedoeling, ervoor zorgen dat ze in minder grote aantallen voorkomt op plaatsen waar veel mensen komen, wél. De rups heeft in de laatste stadia van haar ontwikkeling brandhaartjes op haar lichaam die bijvoorbeeld voor ernstige irritatie aan huid, ogen of luchtwegen zorgen.

Het LIFE-project wil ervoor zorgen dat de strijd met de eikenprocessierups veel minder met schadelijke stoffen gebeurt, aangezien biociden ook andere organismen doden dan alleen de eikenprocessierups.

Het uitzetten of aantrekken van de natuurlijke vijanden van de rups kan daarvoor de oplossing zijn. In verschillende provincies worden er bijvoorbeeld nestkasten voor mezen geplaatst, er komt een herintroductie van de bij ons verdwenen keversoort grote poppenrover en door beter bermbeheer worden parasieten van de rups, zoals sluipwespen en gaasvliegen, gestimuleerd.

Het LIFE-project heeft dankzij de Europese Commissie en de verschillende partnerorganisaties een budget van ruim 2,1 miljoen euro. Tegen 2025 hopen de initiatiefnemers dat de bestrijding met biociden al met de helft is gedaald.

"Dit is eigenlijk een demonstratieproject: we weten uit kleinschalige onderzoeken al dat deze technieken effect hebben en willen gemeenten nu overtuigen dat ze hiernaar kunnen overschakelen", zegt Kathleen Verstraete, provinciaal expert van de provincie Antwerpen. "Daarom geloven we erin dat gemeenten snel zullen beginnen volgen en de impact van het project niet vijf jaar op zich zal laten wachten. Je merkt nu al dat het begint te leven. We beperken ons bijvoorbeeld ook niet tot de testlocaties om al nestkastjes voor mezen te plaatsen."

Voor elk type natuurlijke vijand wordt er een afzonderlijk deelproject opgestart. Voor mezen worden er in de provincies Antwerpen, Limburg, Gelderland en Noord-Brabant in totaal 360 nestkastjes opgehangen voor het project, waarna de impact op de eikenprocessierupsenpopulatie wordt vergeleken met controlelocaties zonder nestkastjes.

Een tweede luik omvat soorten zoals sluipwespen en -vliegen, gaasvliegen en bronswespen die hun eitjes in de rups leggen en waarvan de larven vervolgens de rups van binnenuit opeten. De projectpartners willen de vegetatie van bermen beter geschikt maken voor deze parasieten.

Tot slot wordt er ook veel hoop gevestigd op de herintroductie van de grote poppenrover in Antwerpen en Limburg. "Dat is dé natuurlijke vijand van de rups, maar bij ons is die soort al een tijd verdwenen", zegt Luc Crevecoeur van het Provinciaal Natuurcentrum van Limburg. "Deze kever is een liefhebber van grote, behaarde rupsen. Onze omgeving is de voorbije jaren sterk verbeterd, bossen en bosranden zien er beter uit, en we hopen dan ook dat de grote poppenrover niet opnieuw zal verdwijnen. Wellicht gaan we hem eerst nog een aantal jaren moeten kweken, maar dat is toch al veel beter dan het gebruik van pesticiden." Tien kevers krijgen zelfs een lichtgewicht zendertje mee om onder meer na te gaan hoe mobiel de soort is.


Bron: Belga / Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek