Dua bereikt compromis over hervorming melkquota
nieuwsElk melkveebedrijf beschikt over een 'melkquotum'. Dat is een soort productierecht dat zegt hoeveel melk een bedrijf in een melkjaar mag leveren. Gemiddeld gaat het om zo'n 176.000 liter. Sinds '96 kunnen deze melkrechten niet langer vrij verhandeld worden van de ene aan de andere melkveehoud(st)er. De handel gebeurt in hoofdzaak via een Quotumfonds. Stoppende melkveehouders kunnen aan een vaste prijs verkopen aan het Fonds en melkveehouders die méér quotum wensen, kunnen inschrijven om te kopen.
Maar met de invoering van het Fonds was er niet veel meer beweging op de markt ('quotummobiliteit'). De quotumprijs werd lager, maar daardoor was er ook nauwelijks aanbod. Na jaren gepalaver en interne discussies kwamen de grote landbouworganisaties Boerenbond en Algemeen Boerensyndicaat met een gezamelijk voorstel op de proppen. Beiden vinden voldoende terug in de tekst van Dua, zeggen ze tevreden.
Ook elementen van de Overleggroep Vlaamse Melkveehouders, die vooraanstaande bedrijven verenigt, zijn door Dua overgenomen. Net als voorstellen van het Vlaams Agrarisch Centrum, hoewel die organisatie erg ontgoocheld reageert. "We hebben een veldslag verloren", zegt Ignace Vandewalle.
Het voorstel houdt in dat 60 procent van het melkquotum dat vrijkomt vrij verhandeld kan worden. De overblijvende 40 procent zou dan nog steeds aan een vaste (lees: lagere) prijs via het Fonds worden aangeboden. Door de vrije markt aan te zwengelen zouden er meer 'melkrechten' verhandeld worden en op die manier zou het Fonds ook beter gespijsd worden voor minder kapitaalkrachtige melkveehouders die zich niet op de vrije markt willen begeven.
De vrije handel zou wel gekoppeld worden aan grondoverdracht. Per 20.000 liter melkquotum die verhandeld worden op de vrije markt, moet één hectare grond overgedragen worden. De overlater moet die grond al 4 jaar in z'n bezit hebben en de overnemer moet de grond 9 jaar behouden.
Bij de verdeling van de melkrechten uit het Fonds zullen startende melkveehouders die jonger zijn dan 40 jaar en maximum 5 jaar als melkveehouder aan de slag zijn prioriteit krijgen. Ook grote bedrijven zullen nog kunnen groeien, maar in beperkte mate: met slechts 15.000 liter per jaar. Dat geldt voor eenpersoonsbedrijven die al 500.000 liter produceren, voor M/V-bedrijven die 600.000 liter leveren en voor associaties (bijvoorbeeld vader-zoon, twee boers of twee gezinnen) die al een quotum hebben van 800.000 liter.
De regeling zou na 1 of 2 jaar worden geëvalueerd. Of de hervorming van de melkquotamobiliteit nog kan gelden voor het komende quotumjaar dat op 1 april start, is nog de vraag. Dat wordt krap. Want over de wetteksten moet nog een politiek akkoord worden bereikt binnen de Vlaamse regering. De teksten moeten vervolgens nog naar Wallonië, Europa, tal van adviesraden en de Raad van State.
Bron: Belga