"Differentiatie en efficiëntie sleutel voor toekomst"
nieuwsTijdens het KVLV-feest van afgelopen zaterdag spraken Piet Vanthemsche, Monique Swinnen, professor Erik Mathijs, Philippe Vandenbroeck en Loes Lysens over de toekomst van de land- en tuinbouw. Zal deze gekenmerkt worden door agroparken met verschillende functies onder één dak? “Waarschijnlijk niet”, zijn zij het eens, “maar differentiatie van activiteiten en integratie van stromen winnen wel aan belang.”
Tijdens het panelgesprek, dat gemodereerd werd door Alma De Walsche van MO*, werd vertrokken van een toekomstbeeld op basis van agroparken. Dit zijn grote complexen waar allerlei landbouwactiviteiten, verwerking, handel en sociale functies op verschillende verdiepingen onder één dak verzameld worden. De parken zijn gesitueerd rond metropolen, dicht bij de consument en andere bedrijven, zodat transportlijnen zo efficiënt mogelijk gebruikt worden en nevenstromen zoveel mogelijk gerecupereerd worden.
“Of dit een geloofwaardig beeld is van de Vlaamse land- en tuinbouw in 2050?”, vormde het centrale thema van het gesprek. Geen van de gesprekspartners meende dat zulke ‘fabrieken’ ingang zullen vinden, “het zou immers moeilijk maatschappelijk aanvaard worden en de grote concentratie van dieren zou allerlei fytosanitaire problemen teweegbrengen”, stelde Boerenbondvoorzitter Piet Vanthemsche.
Wel waren de gasten het eens over de waarde van ‘het idee erachter’. “We zullen meer efficiënt moeten omgaan met grondstoffen en de verschillende stromen in het productieproces beter moeten integreren”, stelden zowel Piet Vanthemsche Philippe Vandenbroeck van onderzoeksbureau ShiftN. “Dit wil zeggen dat verschillende activiteiten moeten worden gecombineerd. Alleen zo kunnen alle stromen en grondstoffen worden gerecupereerd”, voegde Vanthemsche toe.
“Boerenbond streeft naar een duurzame landbouw, voor zover zijn we het eens met de agroparken-theorie, maar daarnaast willen we het familiale karakter van landbouw behouden”, nuanceerde Vanthemsche. “Bovendien hoort landbouw thuis op het platteland”, opperden zowel Vanthemsche als Monique Swinnen, gedeputeerde voor Landbouw van de provincie Vlaams-Brabant. “Zonder boeren is er geen leefbaar platteland mogelijk. De veronderstelling dat landbouw thuishoort in afgebakende parken en het platteland voorbehouden moet worden voor natuur, recreatie en ‘extensieve landbouw’ zoals pluktuinen, is onhoudbaar. Landbouwers zorgen immers voor landschapsonderhoud en zorgen dat het platteland een aantrekkelijk, levendig en dynamisch gebied blijft”, argumenteerde Swinnen.
Hoe het probleem van grondschaarste dan moet worden opgelost? “Er zal altijd plaats zijn, voor gedifferentieerde landbouw tenminste”, stelde Loes Lysens van de Vlaamse overheid gerust. “Boeren moeten blijven investeren, differentiëren, innoveren en ondernemen. Daarnaast wordt samenwerking almaar belangrijker. Jonge boeren moeten nog steeds de kans krijgen om een bedrijf over te nemen. Dat is een zeer kapitaalintensief proces, maar door krachten te bundelen moet dat mogelijk blijven.”
De deelnemers aan het debat waren het ook eens over het belang van sensibilisering van de burger of consument. “Omdat boeren op het platteland werken en steeds meer mensen op het platteland wonen, is het noodzakelijk dat de relaties tussen boeren en hun buren verbeteren. De spanning zal immers alleen maar toenemen. Daarom moeten burgers gesensibiliseerd worden en moeten zij ook hun verantwoordelijkheid opnemen in de maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan”, luidde het.
Hoe de toekomst er dan wel zal uitzien? “Dat is afhankelijk van de manier waarop wij naar landbouw kijken”, stelde Vandenbroeck, “daarom moeten we af van het nauwe beeld dat landbouwers louter aan voedselproductie doen. Er moet een gedifferentieerd beeld ontstaan.” Ook Vanthemsche zag heil in differentiatie. “Er zal niet één soort landbouw bestaan, maar verschillende soorten naast elkaar. Sommige boeren zullen kiezen voor differentiatie, anderen voor intensivering en nog anderen voor extensivering. In ieder geval zullen we meer produceren met minder grondstoffen, een evolutie die zich vandaag al aftekent. Daarvoor zullen meer activiteiten gecombineerd worden, zodat alle stromen benut en gerecupereerd worden. Om af te sluiten wil ik nog dit benadrukken: er zullen altijd boeren werkzaam blijven op het platteland, hopelijk in familiale bedrijven.”
Beeld: agf.nl