Crevits en Demir: "Landbouw en leefmilieu maximaal verzoenen"

We moeten landbouw en leefmilieu maximaal proberen te verzoenen. Dat was de boodschap die zowel in de Commissie Leefmilieu als in de Commissie Landbouw weerklonk na parlementaire vragen over het verlenen van vergunningen aan grote veebedrijven. Daarbij was ook een luide oproep om de loopgraven te verlaten en de polarisatie te stoppen. “Het is geen wij-zij-verhaal. Boeren vormen een deel van de oplossing”, zei minister van Landbouw Hilde Crevits.

17 december 2020  – Laatst bijgewerkt om 17 december 2020 22:04

Eén thema stond centraal in de Commissies Landbouw én Leefmilieu in het Vlaams Parlement. Zowel Vlaams omgevingsminister Zuhal Demir (N-VA) als Vlaams landbouwminister Hilde Crevits (CD&V) werden door de parlementsleden aan de tand gevoeld over de hele discussie rond vergunningen en veehouderij die momenteel woedt. Aanleiding van die vragen waren onder meer een aantal uitspraken van minister Demir in de media over een zogenaamde vergunningenstop voor megastallen.

Het beeld dat is ontstaan dat er in Vlaanderen geen vergunningen meer gegeven worden voor stallen, reageerde minister Demir op parlementaire vragen van Tinne Rombouts (CD&V) en Chris Steenwegen (Groen). Beide vraagstellers verwezen daarbij naar recente uitspraken van de minister in onder meer Humo, De Standaard en Het Belang van Limburg. “Ik verleen geen vergunningen, dat zit bij de lokale en provinciale overheden. Pas als een dossier in beroep gaat, komt het bij mij terecht. Vaak zijn dat moeilijke en complexe dossiers, zoals megastallen. De laatste drie jaar ging het om 7 procent van de vergunningsaanvragen”, aldus Demir.

Recente arresten beïnvloeden beoordelingskader

Ze stelt dat ze bij de beoordeling van de dossiers rekening houdt met de hinder voor de omgeving en de impact op het milieu. “Die moeten aanvaardbaar zijn. Tal van screenings moeten daarover informatie aanreiken”, klinkt het. “Daarnaast wordt ook gekeken of een dossier in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en met planologische voorschriften. Wat me wel opvalt, is dat het in die grote dossiers vaak om geurhinder gaat en om de geldende afstandsregels.”

Tegelijk benadrukt Demir dat ze sinds haar start als minister van Omgeving nog geen enkel regelgevend initiatief heeft genomen in verband met milieunormen. Wel is er een uitspraak van de Raad van State over de afstandsregels voor kippenstallen en een arrest van het Grondwettelijk Hof dat zegt dat stallen niet meer kunnen in waardevol agrarisch gebied. “Dat zijn twee arresten die versoepelingen van de regels vernietigen. Het zou toch raar zijn als ik daar als minister niets mee zou doen?”, legt ze uit.

Ik lever liever een vergunning af waarvan men zeker is, dan dat ze achteraf wordt vernietigd. Het gaat immers om grote investeringen

Zuhal Demir - Vlaams minister van Omgeving

In dat kader wijst ze erop dat tientallen vergunningen die tijdens de vorige bestuursperiode zijn afgeleverd, vernietigd werden door de Raad van State of de Raad voor Vergunningsbetwistingen. “Ik lever liever een vergunning af waarvan men zeker is, dan dat ze achteraf wordt vernietigd. Het gaat om grote investeringen. Door de bestaande rechtspraak van het afgelopen jaar niet te hanteren, zou ik grote rechtsonzekerheid veroorzaken”, meent de omgevingsminister.

Ruimtelijke differentiatie van landbouwactiviteiten

Demir wil in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) per regio ook gaan vastleggen welke agrarische activiteiten nog kunnen. “In het Vlaams regeerakkoord hebben we afgesproken dat er een ruimtelijke differentiatie van agrarische activiteiten komt met het oog op een duurzame afstemming met de omgeving. Dat betekent concreet dat ik specifieke locaties en voorwaarden zal omschrijven waar dergelijke grootschalige activiteiten kunnen en waar niet”, luidt het.

De minister wil daarbij typevoorschriften voor ruimtelijke uitvoeringsplannen toekomstbestendig maken en in lijn brengen met het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. “Ik zal ook onderzoeken of en hoe de Vlarem-voorwaarden moeten worden geactualiseerd om te komen tot een toekomstig en rechtszeker kader voor vergunningsverlening”, aldus Demir.

Omdat lokale besturen vragende partij zijn voor een beter kader, wil de minister bij hen de regels nog eens verduidelijken.” Dat zijn in eerste instantie de regels die vandaag bestaan, maar ook de wijzigingen in de rechtspraak waardoor ze moeten terugvallen op de bestaande Vlaremwetgeving, moeten geduid worden. Daarnaast wil ik bij hen nagaan aan welke informatie zij nog nood hebben om goede beslissingen te kunnen nemen.”

In nauw overleg met Crevits en de sector

Demir gaf ook aan dat ze in overleg is met haar collega Hilde Crevits. “In het kader van de Vlaamse invulling van het toekomstig Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) willen we versterkt inzetten op agromilieu- en klimaatmaatregelen om milieu-, klimaat-, biodiversiteits- en landschapsdoelen te realiseren door landbouwers. In overleg met collega Crevits voorzie ik duidelijke accenten in het GLB vanuit de Europese biodiversiteitsstrategie.”

Uiteraard zal er ook overleg zijn met de sector. Meestal komen we op die manier tot een goed akkoord

Zuhal Demir - Vlaams minister van Omgeving

Verder zullen beide ministers verder in overleg gaan over het mestbeleid en het erosiebeleid en zullen ze het nieuwe landbouwbeleid maximaal afstemmen op de stroomgebiedbeheerplannen en het bereiken van de waterkwaliteitsdoelen in 2027. “Uiteraard zal er ook overleg zijn met de sector. Meestal komen we op die manier tot een goed akkoord. We moeten proberen om leefmilieu en landbouw maximaal te verzoenen”, sprak Demir opvallend meer verzoenendere taal dan in de media.

De minister merkte nog op dat ze op het terrein, zowel bij individuele landbouwers als bij natuurverenigingen, veel goede wil is om samen de uitdagingen aan te pakken. “Natuurlijk zal ik mijn schouders daaronder zetten, want als er bij alle partners goede wil is, ben ik ervan overtuigd dat we die uitdagingen kunnen aangaan. De tijd en het klimaat zijn veranderd. De mensen verwachten dat we dit samen met iedereen en in goed constructief overleg aanpakken”, besloot ze. De genuanceerde boodschap van de omgevingsminister was voor een aantal parlementsleden een geruststelling.

Systematisch weigeren van vergunningen is niet duurzaam

Ook Vlaams landbouwminister Hilde Crevits kreeg vragen over het thema voorgeschoteld van onder meer Tom Ongena (Open Vld), Chris Steenwegen (Groen) en Ludwig Vandenhove (sp.a). In haar antwoord benadrukte de minister dat de belangen van landbouw en leefmilieu niet systematisch tegenover elkaar mogen geplaatst worden. “Het is geen wij-zij-verhaal, want onze doelstellingen zijn uiteindelijk dezelfde: zowel de landbouw als de maatschappij is gebaat bij een gezonde bodem, een gematigd klimaat, voldoende drinkwater, een goed bodemleven en een duurzaam landbouwsysteem”, stak ze van wal.

De minister herhaalde ook wat ze eerder al in de Commissie Landbouw zei over het thema, namelijk dat landbouwers recht hebben op rechtszekerheid en op ruimte om te ondernemen. “Elke vergunningsaanvraag wordt individueel beoordeeld op haar impact op de omgeving. Wanneer blijkt dat aan alle voorwaarden is voldaan, dan vind ik dat die landbouwer recht heeft op zijn vergunning. Dat is een redenering die wordt toegepast op alle ondernemers en die dus ook moet worden toegepast op onze landbouwers.” Crevits stelt dan ook dat het systematisch weigeren van vergunningen geen duurzaam model is.

Ze toonde zich daarbij bereid om mee te zoeken naar rechtszekere oplossingen voor de sector die breed kunnen gedragen worden. Volgens de minister is er nood aan een goed kader voor het beschermen van de open ruimte, met duidelijke regels en met rechtszekerheid voor onze bedrijven maar ook voor particulieren en andere bedrijven. “Ik zie vandaag nog altijd een aantal verspreide zonevreemde ontwikkelingen in het agrarisch gebied. Ik vind dat op zich geen gezonde situatie, want daardoor verdwijnt open ruimte in sneltreinvaart, is er extra versnippering en mobiliteitsdruk en ontstaat ook een enorme druk op de prijzen. Het grootste probleem bij jonge boeren vandaag is juist betaalbare grond.”

Kostenleiderschap in een competitieve markt

Crevits beseft dat er extra inspanningen nodig zijn, maar de kern van het probleem is dat landbouwers vandaag onvoldoende vergoed worden door de markt voor de inspanningen die zij leveren. “Om te overleven in een competitieve markt, kiezen landbouwers vandaag nog zeer vaak voor kostenleiderschap. Dat is te zien in alle commerciële sectoren van onze economie. Wanneer retailers prijzenoorlogen voeren om de consument te verleiden, hebben wij geen hogere wiskunde nodig om te beseffen dat hun leveranciers mee in het bod zitten. Het is dan ook frustrerend dat in dit verhaal de aanbodzijde volledig wordt genegeerd”, legt de minister de vinger op de wonde.

De selectiviteit die aan de dag gelegd worden tussen productiesectoren vind ik bijzonder markant

Hilde Crevits - Vlaams minister van Landbouw

Ze vindt ook de selectiviteit die aan de dag gelegd wordt tussen productiesectoren, dan bijzonder markant. “Wanneer een elektronicafabrikant groeit en als gevolg van schaalvoordelen betere voorwaarden kan aanbieden in de markt, staan we daar positief tegenover. Voor landbouw gelden die wetmatigheden ogenschijnlijk niet. Ik zeg ogenschijnlijk, want de paradox is dat de maatschappij geen probleem lijkt te hebben met lage voedselprijzen die talrijke andere bestedingen mogelijk maken binnen het gezinsbudget. Maar de rekening moet altijd door iemand betaald worden.” De fundamentele discussie is volgens haar dan ook de vraag of we een plaats zien voor boeren als ondernemers in onze huidige vrijemarkteconomie.

De minister ziet het wel als een taak van het beleid om landbouwers te begeleiden in het overschakelen naar meer duurzame verdienmodellen. “Dat moet gebeuren met respect voor de boer die finaal zelf een doordacht bedrijfsmodel moet kunnen uitbouwen. Als minister zal ik niet gaan opleggen wat er moet gebeuren, wij kunnen enkel tools aanreiken zoals de Verdienwijzer of voorzien in de nodige naschoolse vorming”, benadrukt ze.

Een andere belangrijke factor in de ogen van Crevits is het dichter bij elkaar brengen van boer en consument. “We moeten ervoor zorgen dat consumenten bewustere keuzes kunnen maken in de winkel en er een gezonde voorkeur voor Vlaamse producten ontstaat.” Dat is volgens haar ook het uitgangspunt van het project lokale voeding dat VLAM sinds september coördineert en dat verder zal uitgerold worden in de Vlaamse voedselstrategie.

Veestapel explodeert niet

Daarnaast wil de minister ook twee vaak gehoorde misvattingen uit de wereld helpen. “De Vlaamse veestapel explodeert niet. Er warende voorbije 20 jaar nog nooit zo weinig runderen en varkens in Vlaanderen als vandaag. Het aantal kippen stijgt wel, maar dat laat niet toe om van een groeiende totale veestapel te spreken. Bovendien heeft de landbouwsector onder de voorlopige Programmatorische Aanpak Stikstof (PAS) als enige economische sector een emissieplafond opgelegd gekregen, terwijl andere sectoren nog altijd een groei kunnen realiseren”, verduidelijkt ze.

Het is een misvatting dat schaalverandering recht evenredig is met de impact op milieu of klimaat. Een nieuwe fabriek zal minder impact hebben dan een oude fabriek. Dat is met stallen ook zo

Hilde Crevits - Vlaams minister van Landbouw

Een andere misvatting over landbouw is dat schaalverandering recht evenredig is met de impact op milieu of klimaat. “Dat klopt niet. Net zoals een nieuwe industriële installatie minder impact zal hebben dan een oude fabriek, zal ook een nieuwe of moderne stal waarin de best beschikbare technieken zijn toegepast, tot minder emissies leiden”, zei de minister in de Commissie Landbouw.

Op haar beurt beklemtoont Hilde Crevits ook dat er nauw overleg is met de collega-minister die bevoegd is voor Omgeving. “Het is absoluut onze bedoeling om samen te werken. Als bevoegd minister heeft zij enorme uitdagingen en als minister van Landbouw heb ik enorme uitdagingen. We gaan een gevoelige periode tegemoet waarin goede evenwichten moeten gevonden worden. Maar het is echt de bedoeling om het recht op ondernemen, ook in de landbouwsector, te vrijwaren en hand in hand te laten gaan met de klimaat- en milieudoelstellingen die moeten gehaald worden”, zegt ook Crevits.

Weg van de polarisatie

De parlementsleden van beide commissies stelden tot hun tevredenheid vast dat er zowel bij minister Demir als bij minister Crevits bereidheid is om de grote uitdagingen waar de land- en tuinbouwsector voor staat in Vlaanderen, in overleg aan te pakken. Er was een breed draagvlak om de polarisatie tussen landbouw en milieu en natuur niet langer op de spits te drijven. “Door wederzijds respect kunnen de tegenstellingen overstegen worden en dat kan de kwaliteit van het resultaat alleen maar ten goede komen”, zo klonk het bijna unisono.

Ook minister Crevits deelde die mening. “Alles start met respect. Als je aan de lange termijn wil werken, dan moet je voor rust en sereniteit zorgen. Dat sereen klimaat was de afgelopen weken volledig afwezig en dan kom je in een heel moeilijke situatie terecht. Ik zit intussen al lang in de politiek en ik heb geleerd dat de oplossingen nooit uit polarisatie voorkomen, wel uit een goede discussie”, sloot de minister haar tussenkomst in de Commissie Landbouw af.

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek