Coronacrisis kost voedingssector 4 miljard euro omzet

Drie op vier voedingsbedrijven zijn vandaag getroffen door de coronacrisis. Dat blijkt uit een enquête die Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie, in november heeft uitgevoerd bij haar leden. Tijdens de tweede golf zien de voedingsbedrijven hun omzet met 9 procent dalen. “Wat ons ook zorgen baart, is dat onze leden de eerste zes maanden van 2021 niet zo rooskleurig inschatten”, zei CEO Bart Buysse tijdens de online jaarvergadering van Fevia.

1 december 2020  – Laatst bijgewerkt om 1 december 2020 20:11

De omzetdaling varieert natuurlijk sterk tussen de bedrijven onderling. Voor bepaalde individuele bedrijven daalde de economische activiteit zelfs met meer dan 75 procent. Gemiddeld genomen zou het voor het hele jaar 2020 gaan om daling van de jaaromzet met 9 procent. “Dat betekent een verlies van in totaal bijna 4 miljard euro”, legt Buysse uit. Volgens Fevia-voorzitter Jan Vander Stichele zou ook 25 procent van de bedrijven cashflow problemen hebben ondervonden.

Dat verlies is vooral toe te schrijven aan de sluiting van de horeca (32% van het verlies) en de foodservice (15% van het verlies) en aan de verminderde export (23% van het verlies). Maar niet alleen de omzet, ook het investeringsniveau is zwaar getroffen door de coronapandemie. “In 2020 werden gemiddeld ook 36 procent van de geplande investeringen uitgesteld”, benadrukt de CEO.

#Cheers2FoodHeroes

Verder geeft één op twee bedrijven aan dat de tewerkstelling lager is dan normaal. Twee derde van de bedrijven ondervond een verhoogd personeelsverzuim door ziekte of door quarantaine. “Vanuit Fevia hebben we als eerste sector een protocol opgemaakt om onze werknemers in veilige omstandigheden aan het werk te houden. Voedingsbedrijven hebben daarbij massaal geïnvesteerd in beschermingsmiddelen”, legt Bart Buysse uit.

Hij wijst erop dat de grote weerbaarheid van de ondernemers en werknemers in de voedingsindustrie ervoor heeft gezorgd dat het zijn rol als essentiële sector is blijven spelen zodat iedereen zeker was van voldoende voeding en dranken. De hele jaarvergadering van Fevia focuste dan ook op de inspanningen die de werknemers in de voedingsindustrie hebben geleverd tijdens coronacrisis onder de noemer #Cheers2FoodHeroes.

Toekomst niet rooskleurig

De enquête bij de leden polste ook naar de nabije toekomst en die oogt allerminst rooskleurig. “Zo verwachten 2 op de 3 bedrijven een lagere economische activiteit in 2021, met een omzet die 5,7 procent lager zou liggen dan normaal. Meer dan de helft van de bedrijven verwachten ook in 2021 een lager investeringsniveau: een daling met gemiddeld 22 procent. Dat maakt ons bezorgd, want de investeringen van vandaag, zorgen voor de groei en de jobs van morgen”, stelt Bart Buysse.

Ook over werkgelegenheid zijn de voedingsbedrijven voor de eerste helft van 2021 vrij pessimistisch. Ze verwachten een daling van 4,5 procent. Dat betekent dat meer dan 4.000 jobs in de sector op de helling zouden komen te staan.

Andere bedreigingen zijn de brexit en grensaankopen. “De tijdelijke sluiting van de grenzen heeft opnieuw de enorme impact van de grensaankopen op onze bedrijven bevestigd. Door die sluiting daalden grensaankopen met 60 procent, maar na het heropenen van de grenzen stegen die grensaankopen opnieuw tot hun oude niveau van ongeveer 155 miljoen euro per kwartaal. Dat betekent minder inkomsten voor de schatkist en minder potentieel voor onze bedrijven om hier te investeren en jobs te creëren”, waarschuwt de CEO. 

Ondanks deze sombere vooruitzichten blijft de voedingsindustrie geloven in de toekomst. “Het recordjaar 2019 dat de Belgische voedingsindustrie als grootste industriële sector en werkgever optekende vlak voor de crisis, bevestigt dat onze sector het potentieel heeft om aan het herstel van de Belgische economie bij te dragen”, klinkt het.

Actieplan voor de sector

Daarom doet voorzitter Vander Stichele ook een duidelijke oproep aan de beleidsmakers. “De coronacrisis hakt zwaar in op veel van onze bedrijven. Ze hebben nu nood aan de nodige ondersteuning. Laten we dus vermijden dat het potentieel van de sector door onze vingers glipt. We moeten nu investeren om morgen weer met het economisch herstel aan te knopen.”

Fevia heeft daarvoor een plan klaar. “Met ons ‘ReserveTheCurve’ plan reiken we de hand uit naar de verschillende regeringen om ons verder te ondersteunen. We zien daarbij drie actiedomeinen: het versterken van de Belgische markt, het boosten van de internationale handel en het voorbereiden van onze arbeidsmarkt op de digitale toekomst. ”, aldus de Fevia-voorzitter. In de eerste twee domeinen formuleert de sectorfederatie telkens drie actiepunten, in het laatste domein één actiepunt:

In dat kader verwelkomt Fevia de steunmaatregelen die de federale en regionale regeringen al hebben toegezegd voor de voedingssector en haar bedrijven, waaronder de verlenging en de versoepeling van de tijdelijke werkloosheid, de soepelheid in RSZ-betalingen en aan de fiscus en een aantal maatregelen voor de horeca- en evenementensector die nu ook opengesteld zijn voor toeleveranciers.

“Nu is het onze prioriteit om zo snel mogelijk sneltesten in te zetten in onze voedingsbedrijven en waar nodig de flexibiliteit te krijgen om snel en eenvoudig extra krachten in te zetten, bijvoorbeeld via de tewerkstelling van tijdelijk werklozen en studenten. Net zo belangrijk is dat de regeringen een relanceplan uitwerken om perspectief te bieden aan de bedrijven. Wij hebben alvast onze voorstellen bezorgd”, besluit voorzitter Vander Stichele.

België als kwaliteitsmerk

De jaarvergadering werd afgesloten door premier Alexander De Croo. Hij wees erop dat tijdens deze gezondheidscrisis de meeste aandacht - logischerwijs - ging naar de zorgsector als essentiële sector. “Maar uiteraard moet het zorgpersoneel ook alle dagen eten en drinken om hun taak te kunnen volbrengen. En daar heeft de voedingsindustrie meer dan zijn rol gespeeld”, beklemtoonde hij.

De Croo is ook bereid om samen met de voedingsindustrie België verder als kwaliteitsmerk in de markt te zetten. “We moeten dit assertiever gaan doen”, klonk het. De premier wees erop dat ons land een internationaal knooppunt is, in de kern van Europa. “Naast Dubai zijn we de tweede meest internationale plaats van de wereld. We moeten ervoor zorgen dat de mensen die hier komen met onze producten kennismaken en er door geprikkeld worden. Als die producten dan ook in hun land van oorsprong te vinden zijn, dan kunnen we daar samen een succesverhaal van maken”, besloot hij.

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek