"Communicatie over dioxine in bio-eieren liep fout"

De communicatie van de verschillende partijen tijdens het dioxine-incident begin deze maand in de veevoedersector en biologische eierketen is slecht geweest en veel te laat op gang gekomen. Dat zegt de Nederlandse ketenberaadgroep na een eerste evaluatie. Het laboratorium TLR uit Rotterdam blijkt bovendien niet gecertificeerd te zijn voor het analyseren van dioxines, meldt Francine van Rossem van TrusQ.

Diverse partijen in de veevoeder-, vlees- en eierketen bespraken eerder deze week de gang van zaken rond het dioxine-incident, waarbij in een partij biologisch veevoeder voor de Nederlandse en Duitse markt met dioxines besmette maïs uit Oekraïne was verwerkt.

Uit een eerste evaluatie van de zogenaamde ketenberaadgroep blijkt dat de communicatie rond het dioxine-incident in Duitsland en Nederland slecht was en veel te laat op gang kwam. De conclusie is dat het draaiboek van de sector -hoe te handelen bij dit soort incidenten- niet heeft gewerkt. Er is in een veel te laat stadium geventileerd dat er een probleem was.

Directeur Francine van Rossem van TrusQ, het Belgisch-Nederlands samenwerkingsverband van veevoederfirma’s op het vlak van voedselveiligheid, wees erop dat het laboratorium TLR uit Rotterdam niet gecertificeerd was voor het analyseren van dioxines. Dit feit heeft een complicerende rol gespeeld in het dioxine-incident. Zowel Trusq als GMP+, de geprivatiseerde beheerorganisatie voor het GMP+-kwaliteitssysteem, gingen er steeds vanuit dat het lab geaccrediteerd was. "Er staat nergens dat ze verplicht zijn te melden dat ze niet meer erkend zijn".

"Het klopt dat laboratorium TLR niet gecertificeerd is voor dioxine-analyses", zegt TLR-directeur Harm Janssens. "We bieden 97 gecertificeerde analyses aan. De analyse voor dioxine zal pas binnenkort gecertificeerd zijn". Janssens stelt dat op het analyserapport is te zien of een analyse gecertificeerd is of niet. "Op al onze uitslagen geven wij dat met een lettercode aan. Het is ook mogelijk om via ons een gecertificeerde dioxine-analyse te verkrijgen. We besteden die dan uit aan een Duits lab".

Rond de twintigste april constateerde de Voedsel- en Warenautoriteit in Nederland verhoogde dioxinegehaltes in biologische eieren. Een eierpakstation gaf op 4 maart reeds het signaal dat er iets mis was met de biologische eieren, maar toen werd geen alarm geslagen.

De waarschuwing werd niet ernstig onderzocht omdat biologische eieren erom bekend staan dat ze tamelijk hoge dioxinegehaltes bevatten door de buitenloop van de legkippen. Het Productschap Diervoeders, een bedrijfsorganisatie voor ondernemers en werknemers in de diervoederproductieketen, werd pas op 4 mei op de hoogte gesteld van de problemen, na onder meer berichten vanuit Duitsland.

Deze bevinding is voor Theo Meijer, voorzitter van het Productschap Diervoeders, reden om de crisisdraaiboeken waarover de sector beschikt, nog eens te laten beoordelen door een derde partij.

Verschillende partijen hebben ook de indruk dat de pluimveehouderij geluk heeft gehad dat het hier een incident in de biologische sector betrof. "Als dit in de gangbare sector was gebeurd, dan had de Nederlandse overheid waarschijnlijk zelf allerlei beperkende maatregelen getroffen", zegt Steven Freriks van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders. In dit geval zijn er vragen gesteld in de Kamer en is er verder politiek nauwelijks ophef over geweest.

Hoe de vervuiling precies is veroorzaakt, is nog niet duidelijk. Momenteel zijn nog twee biologische pluimveebedrijven in Nederland geblokkeerd.