Nijswolkje bouwt aan circulair landbouwmodel met 60 melkschapen
De familie Nijs-Geys startte 5 jaar geleden in Rillaar, in Vlaams-Brabant, een schapenmelkbedrijf Het Nijswolkje met een hoevewinkel met eigen zuivelproducten. De vleesschapen, die hobbymatig werden gehouden, werden aangevuld met 60 melkschapen. Met de kleine veestapel, eigen voederwinning en zuivelverwerking en hoevetoerisme proberen de landbouwers een rendabel landbouwmodel te ontwikkelen. Daarnaast ontvangen ze 8 zorggasten en 2 leefgroepen in de week.
Na een half uur wordt ons interview met Ann Geys op het Nijswolkje in Rillaar onderbroken door een bezoek van een echtpaar uit Hasselt. Zij komen een bestelling lamsvlees en zuivelproducten ophalen. “Wij halen liever hier ons vlees dan in de supermarkt. Hier wordt het op de traditionele wijze gekweekt en weten we waar het vandaan komt. Zij werken hard en verdienen weinig met eerlijk werk. Dat zou door meer mensen gesteund moeten worden”, vertelt de man.
Over gebrek aan klandizie heeft het schapenbedrijf niet te klagen. In de 5 jaar na de start van hun boerderij met zuivelverwerking en korteketenverkoop heeft het een trouw klantenbestand opgebouwd van vooral mensen uit de buurt. “Op zondag en dinsdag komen zij inkopen doen of een ijsje halen”, vertelt Ann die verder ook nog schapenproducten verkoopt aan 5 plaatselijke streek- of hoevewinkels. Ze werken ook mee aan Kort’om Leuven, een coöperatieve van 12 boeren die bij Leuvense horeca en supermarkten de producten aan de man brengt.
Bij verkoop in de retail stelt Ann haar vraagtekens. “Ik heb mijn twijfels of we daar ons verhaal kwijt kunnen. Consumenten gaan toch vaak voor het goedkoopste product en niet voor kwaliteit.” Maar wat is dat verhaal? “Circulaire landbouw staat voor respect voor dier en natuur. Daarnaast willen we met korteketenverkoop dicht bij de klanten staan en bij de samenleving”, vat de boerin de idealen samen.
Dromen nagestreefd
In de naamgeving komt de idealistische bedrijfsvisie ook terug. “Nijs staat voor de achternaam van mijn man en de vier kinderen en heeft ook de verwijzing naar ijs in zich. Wolk verwijst naar de wol van de schapen, maar vooral naar dromen. Wij hebben 5 jaar geleden onze droom nagejaagd door de start van ons landbouwbedrijf met melkverwerking en hoeveverkoop”, vertelt Ann (44) die haar baan in de zorg opzij zette, terwijl Tom halftijds bleef doorwerken als ergotherapeut.
Het echtpaar melkt 60 melkschapen die gemiddeld 800 liter melk produceren per week. Volgend jaar volgt een uitbreiding met 10 schapen. “Dan is het maximum wel bereikt van wat wij met zijn tweeën kunnen behandelen”, aldus Ann die in de toekomst meer heil ziet in bedrijfsverbreding dan uitbreiding van de veestapel. “We hebben nu al een caravan staan waar we tijdens het seizoen mensen ontvangen en er komen ook regelmatig kampeerders. Misschien kunnen we dit hoevetoerisme verder uitbreiden.”
Vlees en zuivelproductie
In oktober geven de schapen nog 2 liter melk per dag alvorens de dieren in november worden drooggezet. “Dan hebben ze voldoende tijd om op kracht te komen om te lammeren in februari”, vertelt Tom Nijs die zich ook bij ons gesprek heeft gevoegd. Kort voor het aflammeren, worden de dieren geschoren. “Niet voor de wolproductie, maar uit hygiënische overwegingen”, vertelt de deeltijdse boer die aangeeft dat de Belgische stamboekmelkschapen weinig wol hebben.
De vleeslammeren zijn van het Frans-Texelse ras en worden in 8 maanden vetgemest. Momenteel staan er zo’n 40 op de weide. “Om de zoveel tijd voeren we schapen af naar het slachthuis in Brussel waarna ze bij terugkomst versneden worden”, vertelt Tom.
De dieren worden gevoed met producten van eigen land, ook essentieel in de bedrijfsvisie van circulariteit. Het bedrijf pacht 40 hectare en teelt luzerne, veldbonen, spelt, granen en gras voor de veestapel. “Alleen lijnzaadschifers kopen we bij, als aanvulling van een volwaardige krachtvoersamenstelling”, vertelt Ann die op het bedrijf meestal de zuivelbereiding voor haar rekening neemt. Zuivelproducten die gemaakt worden zijn: ijs, yoghurt, melk, desserten en vaste en verse kazen.
Groene Zorg op bezoek
De zuivelbereiding doet het echtpaar overigens niet alleen. Vaak worden zij daarbij vergezeld door zorggasten. Dat is nog een activiteit van het bedrijf dat in totaal 8 zorggasten per week ontvangt, jongeren en volwassenen. “Het geeft een fantastisch gevoel om deze gasten over de vloer te hebben en hen te zien genieten van het leven op de boerderij tussen de schapen”, vertelt Ann.
De zorgactiviteiten waren vorige week aanleiding voor een persrondleiding door Steunpunt Groene Zorg op het bedrijf. Met het bezoek aan de schapenboerderij waar ook de gedeputeerde Landbouw van de provincie Vlaams-Brabant Tom Dehaene, aanwezig was, wilde de koepelorganisatie voor groene zorg aandacht aan het fenomeen besteden. “Kwetsbare personen zinvolle activiteiten aanbieden in een groene omgeving. Dat is de kern van Groene Zorg”, vertelde Dehaene.
De provincie Vlaams Brabant heeft een aanbod van 126 zorgboerderijen via Steunpunt Groene Zorg. Volgens Dehaene is er in de postcoronatijd meer dan ooit nood aan groene zorg. “Wat is er immers heilzamer dan de natuur? Werken met dieren of planten geeft kracht. Op de zorgboerderij krijgt de zorggast de verantwoordelijkheid voor de verzorging van de dieren of het onderhoud van de planten.”
Voor Nijswolkje is het officiële bezoek een afleiding van het vele werk op de boerderij. “Maar een welkome afleiding”, aldus Ann. “Op deze manier kunnen we misschien meer mensen en bedrijven inspireren met ons project.” Alhoewel Ann en Tom met Nijswolkje hun droom feitelijk gerealiseerd hebben, blijven ze verder dromen. “We willen de hoeve van mijn oma in Linden overnemen en hier op termijn starten met hoeveverkoop”, besluit Tom.
Bron: Eigen berichtgeving
