"Boeren hebben belang bij sterke agrovoedingscluster"
nieuwsHet Innovatiesteunpunt voor land- en tuinbouw viert dit jaar zijn tienjarig bestaan. Mede-oprichter Cera vond het bij de oprichting vooral belangrijk dat er niet alleen aan technische innovatie zou gewerkt worden, maar ook aan maatschappij- en marktgerichte innovatie die een bijdrage kan leveren aan het imago van de land- en tuinbouw.
“Voor een syndicale organisaties als Boerenbond was het niet evident om met het Innovatiesteunpunt te starten. Wie belangen verdedigt, is van nature conservatief. Daarom werd het bewust buiten de bestaande structuren ontwikkeld”, stelt Boerenbondvoorzitter Piet Vanthemsche. Ook werd er een economist aangetrokken om het steunpunt te leiden. “We zochten iemand die marktgericht dacht en niet dagelijks met land- en tuinbouw bezig was. Dat hebben wij vanuit Cera mee aangestuurd”, zegt Loos.
Door deze insteek kon Boerenbond opnieuw enkele ondernemers aantrekken die zich hadden afgekeerd van de organisatie. “Vaak ging het om pioniers die vonden dat Boerenbond te weinig inspeelde op de mogelijkheden tot diversiteit in de sector”, weet Lieven Vandeputte, coördinator van het Innovatiesteunpunt. “Na tien jaar is er dan ook een serieuze weg afgelegd. Nu merk je dat de sector zich wil integreren in de maatschappij. Vroeger koos men er meer voor om aan de zijkant te staan en te behouden wat men had”, vertelt Franky Depickere, gedelegeerd bestuurder van Cera.
Waar de land- en tuinbouwsector wel nog kan aan werken, is om meer buiten de eigen grenzen te kijken. “Men kijkt nog te vaak naar zichzelf”, stelt Loos. Volgens Vandeputte werden daarom een aantal initiatieven ontwikkeld binnen het Innovatiesteunpunt. “’Achter de schermen van…’ is er daar één van. Bedrijfsleiders van landbouwbedrijven gaan op bezoek bij andere bedrijfsleiders van buiten de sector. Die vertelt over zijn strategie en de keuzes die hij moest maken. Tijdens die uiteenzetting ontstaat als snel een wisselwerking”.
Uit die ontmoetingen blijkt dat land- en tuinbouwers wel heel goed scoren op vlak van vakmanschap. “Ze werken kostenefficiënt, maar in vergelijking met de kmo-bedrijfsleider denken ze minder marktgericht en hebben ze het moeilijker om te vertalen wat er in de markt gebeurt”, weet Vandeputte. Koen Symons, innovatieconsulent, vindt het belangrijk dat een bedrijfsleider ook een goed inzicht krijgt in zijn eigen sterktes en zwakheden. “Het is niet nodig om zware actiepunten voorop te stellen. Wel moet je voor jezelf uitmaken waar je naartoe wil en dan telkens kleine stapjes zetten in die richting”.
Aan elk innovatieproces hangt een kostenplaatje. “Daar letten we ook telkens op wanneer we een bezoek brengen aan een landbouwbedrijf. Als het project middelen vereist die niet beschikbaar zijn, dan kunnen wij niet verder. We moeten ze dan verder doorverwijzen naar andere instanties, zoals ‘Boeren op een Kruispunt’. Maar natuurlijk zijn er ook creatieve ideeën die niet veel geld kosten of waarvoor een externe investeerder kan gevonden worden”, zegt Koen Symons.
In de toekomst wil het Innovatiesteunpunt nog meer omgaan met diversiteit: types van bedrijven, teelten, afzetstrategieën. “We willen ook meer in de keten gaan kijken of wij daar meer samenwerking kunnen stimuleren. Wij hebben als sector alle belang bij een sterke agrovoedingscluster in Vlaanderen. Ruimte is een sterk beperkende factor. We moeten een zo groot mogelijke toegevoegde waarde creëren op een beperkte ruimte”, weet coördinator Vandeputte.
Daarnaast wil het steunpunt ook aandacht blijven hebben voor de maatschappelijke functies van de land- en tuinbouw. Daarvoor moet er volgens Lieven Vandeputte met de maatschappij in dialoog worden gegaan. Andere belangrijke uitdagingen zijn de internationalisering en de verduurzaming van de sector. “Heel wat bedrijven kunnen nog strategischer werken, meer van cijfers gebruik maken. Ze kunnen op het gebied van management nog meer kmo worden”, vult Symons aan.
Bron: Boer & Tuinder