Biologisch landbouwareaal in EU op 10 jaar tijd met 50 procent gestegen

Op tien jaar tijd is het biologisch areaal in de Europese Unie gestegen met 50 procent. Volgens de meest recente cijfers wordt 9,1 procent van het totale Europese landbouwareaal biologisch bewerkt. Een opvallende conclusie in het nieuwe EU-rapport: Gemiddeld zijn biologische bedrijven groter dan gangbare bedrijven en worden ze gerund door jongere bedrijfsleiders.

24 januari 2023  – Laatste update 24 januari 2023 15:08
Lees meer over:
Werktuigendagen mechanische onkruidbestrijding

Biologische productie

In het rapport ‘Organic farming in the EU: a decade of growth’ maakt de Europese Commissie de balans op van tien jaar biolandbouw in Europa. Het heeft daarvoor de cijfers van 2012 tot en met 2020 verzameld. Het rapport beschrijft de evolutie van de productie, van de verkoop, van de invoer, maar ook van de overheidssteun voor biologische landbouwproducten.

Jaarlijkse groei

In 2020 (de meest recente cijfers die de EU-Commissie gebruikt) was 14,8 miljoen hectare van het landbouwareaal bestemd voor de biologische landbouw. In dat getal zit ook het areaal dat in omschakeling is. Globaal genomen betekent dit dat Europa 19,7 procent van het wereldwijde bio-areaal bewerkt. Dat bedroeg in 2020 74,9 miljoen hectare.

In de periode 2012-2020 is het biologisch landbouwareaal in de EU jaarlijks gegroeid met 5,7 procent. Waar in 2012 nog 5,9 procent van het totale bruikbare landbouwareaal in Europa biologisch werd bewerkt, steeg dit tegen 2020 tot 9,1 procent. In alle lidstaten steeg het bio-areaal in die periode. De uitzondering daarbij is Polen, waar het biologisch areaal na jaren van achteruitgang opnieuw steeg in 2019.

Top vier lidstaten

De vier landen met het grootste biologische landbouwareaal in de Europese Unie zijn Frankrijk (2,5 miljoen hectare), Spanje (2,4 miljoen hectare), Italië (2,1 miljoen hectare) en Duitsland (1,6 miljoen hectare). Samen zijn ze goed voor 52 procent van het totale EU-areaal in 2012 en 59 procent in 2020.

Als we naar het aandeel biolandbouwareaal in vergelijking met het totale landbouwareaal gaan kijken, dan scoort Oostenrijk het best (+25%). In Estland en Zweden is meer dan 20 procent van het totale landbouwareaal in biogebruik. Ierland en Malta scoren hier het slechtst: minder dan twee procent van hun totale areaal wordt biologisch bewerkt.

Vooral blijvend grasland en voedergewassen

Het grootste deel van het areaal voor biologische landbouw in de EU is bestemd voor blijvend grasland (42% of 6,2 miljoen hectare), gevolgd door voedergewassen (17%), granen (16%) en blijvende teelten, zoals fruit, olijven en wijngaarden (11%). De industriële gewassen vormt nog een kleine bioteelt, maar tussen 2014 en 2020 is het aandeel van deze subsector jaarlijks wel gegroeid met 15 procent.

graphic bio dierlijke sectoren

Dierlijke productie

Ondanks een aanzienlijke groei vertegenwoordigt de biologische dierlijke productie nog steeds een klein deel van de totale dierlijke productie in de EU: tussen 1 procent en 7 procent, afhankelijk van de sector. Het aandeel bio is in de varkenshouderij het kleinst, al tekent de sector wel een jaarlijks groeicijfer op van 9 procent. In de pluimveehouderij groeit de bioproductie elk jaar met 11 procent.

Bio groeit gestaag, maar blijft een leerproces met vallen en opstaan
Uitgelicht
Het aantal biolandbouwers steeg in 2021 met 5 procent naar 621. Het bio-areaal nam zelfs toe met 8 procent en is daarmee op weg om de kaap van 10.000 hectare te overschrijden....
20 juni 2022 Lees meer

Rendabiliteit

Minder kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen

“In een tijd waarin het voor de EU om geopolitieke, ecologische en economische redenen van cruciaal belang is haar afhankelijkheid van meststoffen te verminderen, blijkt uit gegevens van het Informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB) dat biologische plantaardige productiebedrijven veel minder aan deze producten en aan gewasbeschermingsmiddelen uitgeven dan conventionele bedrijven”, zo luidt een andere conclusie van het rapport.

Hoger inkomen

Biologische akkerbouwbedrijven besparen 75 tot 100 procent op de kosten van gewasbeschermingsmiddelen per hectare en 45 tot 90 procent op de kosten van meststoffen per hectare in vergelijking met conventionele bedrijven. Biologische landbouwbedrijven hebben gemiddeld lagere opbrengsten (van 5 tot 30 procent) en hebben in sommige sectoren meer arbeidskrachten nodig om dezelfde productiewaarde te produceren als conventionele landbouwbedrijven. “Toch genereren zij een vergelijkbaar of hoger inkomen per werknemer dankzij hogere prijzen en een hoger niveau van EU-steun, voornamelijk in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)”, aldus de Europese Commissie.

Met dank aan Europese steun

In 2020 ontving 61,6 procent van de EU-grond waarop biologische landbouw wordt bedreven, specifieke betalingen voor biologische steun van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), met gemiddeld 144 euro per hectare GLB-steun en 79 euro per hectare nationale cofinanciering. Biologische landbouwers in gebieden met natuurlijke beperkingen konden extra steun ontvangen, waardoor de landbouw in gebieden met natuurlijke handicaps wordt gestimuleerd. Verdere maatregelen voor plattelandsontwikkeling ondersteunden ook de ontwikkeling van de biologische productie, met inbegrip van investeringen in biologische landbouwpraktijken en steun voor de afzet en de promotie van biologische producten.

Slechts 22 procent van de bevraagde Europeanen noemt een lage milieu- en klimaatimpact als belangrijkste eigenschap voor duurzame voeding

Verkoop bioproducten

Wat is duurzame voeding?

Het Europese label voor biologische producten is bekend bij 61 procent van alle bevraagde Europeanen. “Dat percentage ligt een stuk hoger dan de erkenning van andere logo’s zoals dat van fairtrade 41%) of van de beschermde geografische aanduiding (22%)”, stelt het rapport. Er werd ook gepolst naar de eigenschappen die consumenten het belangrijkst vinden voor duurzame voeding. Voedzaam en gezond kreeg daarbij de hoogste score (41%), gevolgd door weinig of geen gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (32%). Op de derde plaats stond de betaalbaarheid van voeding voor iedereen (29%). Slechts 24 procent noemt de korte keten of korte toeleveringsketen en slechts 22 procent een lage milieu- en klimaatimpact als belangrijkste eigenschap voor duurzame voeding.

Duitsland en Frankrijk: grootste consumentenmarkt

In 2020 overschreed de wereldmarkt voor biologische voeding en dranken de kaap van 120 miljard euro. Het aandeel van Europa daarin bedraagt 37 procent. Daarmee moet het de Verenigde Staten laten voorgaan (41%). China komt op de derde plaats met een marktaandeel van 8,5 procent. In Europa zijn de grootste bioconsumenten terug te vinden in Duitsland en Frankrijk, met respectievelijk 33,5 procent en 28,3 procent van de het totaal aankopen van de bioaankopen in de EU ter waarde van 44,8 miljard euro.

Tussen 2015 en 2020 is de retailverkoop van biologische voeding bijna verdubbeld, terwijl het Europese landbouwareaal onder biologische productie maar met 41 procent is toegenomen. “Uit de snelle stijging van de verkoop van biologische producten blijkt de toenemende vraag van de consument en het succes van de maatregelen die de vraag moeten ondersteunen”, zo stelt de Commissie.

Piek tijdens corona, nadien dalende vraag

De groei van de verkoop van biologische producten was bijzonder sterk tijdens de coronapandemie en wordt gezien als het gevolg van de grotere aandacht van de consument voor gezondheidskwesties, de hogere voedselconsumptie thuis en/of het tekort aan conventionele levensmiddelen. De huidige economische ontwikkelingen, zoals de voedselinflatie, hebben echter gevolgen voor de koopkracht van de EU-consumenten en zijn van invloed op de vraag naar biologische producten, zo merkt het rapport op.

Biologische veehouders zitten in hoek waar de klappen vallen
Uitgelicht
BioForum heeft een verzoek om crisissteun voor de biologische pluimveehouderij, varkenshouderij en geitenhouderij ingediend bij het departement Landbouw en Visserij. Dat verte...
20 december 2022 Lees meer

Invoer bioproducten

De import van biologische producten in de EU steeg van 2,71 miljoen ton in 2018 tot 2,87 miljoen ton in 2021. Een stijging van zes procent. De grootste exporterende landen van biologische bananen, Ecuador en de Dominicaanse Republiek, zijn meteen ook de belangrijkste biologische handelspartners van de EU. Het belang van landen als India (+74%) en Colombia (+102%) voor de import van bioproducten in de EU nam de afgelopen jaren terwijl, terwijl er een afname was van de import uit China (-55%), Oekraïne (-28%) en Turkije (-28%)

Profiel biolandbouwbedrijven

Meer jonge bioboeren

Als we naar het profiel van de biologische landbouwers kijken, dan valt het op dat biolandbouwbedrijven vaak een jongere bedrijfsleider hebben dan gangbare landbouwbedrijven. Op Europees niveau valt het op dat 21 procent van de biobedrijven een bedrijfsleider heeft die jonger is dan 40 jaar, terwijl dat bij conventionele bedrijven maar 12 procent is.

Op vlak van geslacht is het niet te merken dat er meer vrouwelijke bedrijfsleiders zijn in de biolandbouw (26%) dan in de conventionele landbouw (32%), al zijn er wel sterke uitzonderingen per lidstaat. Wel valt op dat er minder inkomensverschil is tussen landbouwbedrijven die worden geleid door een vrouw of de bedrijven die worden geleid door een man minder groot is in de biolandbouw (-28%) dan in de gangbare landbouw (-43%).

Biolandbouw is arbeidsintensiever dan conventionele landbouw. Dat betekent dat er op Europees niveau tot vier procent meer arbeid nodig is voor dezelfde output.

Biobedrijven gemiddeld groter

In tegenstelling van wat we op basis van de Vlaamse situatie verwachten, is de gemiddelde grootte van een biologisch landbouwbedrijf (41 ha) in de EU groter dan die van een conventioneel bedrijf (16 ha). “In het grootste deel van de lidstaten zijn biobedrijven groter dan traditionele landbouwbedrijven”, stelt het rapport. Vooral in Litouwen, Portugal en Slovakije is het verschil groot (4 tot 7 keer groter). In Duitsland en Ierland zijn beide soorten landbouwbedrijven min of meer even groot, terwijl in Bulgarije, Tsjechië, Frankrijk en Luxemburg de biolandbouwbedrijven 20 tot 40 keer kleiner zijn. Ook in Vlaanderen zijn biologische landbouwbedrijven gemiddeld kleiner dan gangbare.

Wojciechowski: “Biolandbouw biedt vooral een toekomst voor kleine boeren”
Uitgelicht
Nu het actieplan Biolandbouw groen licht gekregen heeft van het Europese parlement, is het aan de lidstaten om hun strategische plannen uit te werken. Het oorspronkelijke idee...
4 mei 2022 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek