Bio groeit gestaag, maar blijft een leerproces met vallen en opstaan

Het aantal biolandbouwers steeg in 2021 met 5 procent naar 621. Het bio-areaal nam zelfs toe met 8 procent en is daarmee op weg om de kaap van 10.000 hectare te overschrijden. Ook de consumptie van bioproducten steeg verder tot bijna 400 miljoen euro. Dat blijkt uit het Biorapport 2021 van het Departement Landbouw en Visserij. Als het van Boerenbond, ABS en BioForum afhangt, wordt de groei de komende jaren verdergezet. Daarvoor hebben de landbouworganisaties een gezamenlijke visie uitgewerkt.

20 juni 2022  – Laatst bijgewerkt om 21 juni 2022 10:54
Lees meer over:

Het Biorapport 2021 werd voorgesteld op het biologisch melkveebedrijf van Johan Boussemaere in Diksmuide. De West-Vlaming schakelde zijn bedrijf in 2016 om naar bio, in de nasleep van de crisis die toen woedde in de zuivelsector na onder meer de afschaffing van het melkquotum.

Dat het een proces was van vallen en opstaan, vertelt hij. “Toen ik de plannen in 2016 voorlegde aan de bankdirecteur, dacht die in eerste instantie dat het om een grap ging. Maar ik vroeg mij af of een omschakeling naar bio voor ons was weggelegd en wilde cijfers zien. Als boer wil je je nu eenmaal niet in een onbezonnen avontuur storten. Maar de bank kon geen cijfers voorleggen”, aldus Boussemaere, die desondanks besloot om de sprong te wagen.

Spijt heeft hij er zeker niet van, al vergt een biobedrijf wel een heel andere aanpak en denkwijze. “Er komt een stevig leerproces bij kijken. Je moet veel zaken, die al generaties lang standhouden, leren loslaten. We waren nu eenmaal gewoon om te sproeien en te bemesten.”

landvanmelkenhoning

De basis van het voederrantsoen haalt Boussemaere uit grasklaver. “Grasklaver haalt stikstof uit de lucht waardoor de bodem herleeft. De grond wordt bovendien niet geploegd, waardoor die de rust krijgt die nodig is.” Daarnaast past de bioboer het systeem van omweiden toe. Van de 45 hectare grond is zo’n 10 hectare voorbehouden voor akkerbouw. Het overige areaal is in 24 percelen verdeeld waarvan de koeien dagelijks eentje voorgeschoteld krijgen. Op die manier heeft het gras 3 weken de tijd om te recupereren. “Zowel blad als wortel krijgen rust, zodat ze diep kunnen wortelen. Gras die elke dag wordt afgegeten, verliest kracht in zijn wortel.”

landvanmelkenhoningbijenkasten-1250

Verder experimenteert Boussemaere ook met kruidenrijk grasland, met een mengsel van witte, rode en honingklaver en verschillende soorten gras en luzerne. Sinds 2017 houdt hij ook bijen – zijn landbouwbedrijf draagt niet voor niets de sprekende naam ‘Land van Melk en Honing’ – maar ook dat is een verhaal van vallen en opstaan. “Ik ben gestart met 1 volkje en heb vrij snel een tweede kunnen bemachtigen. Het jaar erop heb ik geleerd om koninginnen te kweken en zijn we met 11 volken de winter. Daar schoten er amper 4 van over na de winter. Ook vorig jaar was heel moeilijk omdat het heel lang koud was waardoor ze zich moeilijk konden ontwikkelen. Zo hield ik er van de 3 volken nog 2 over. Maar nu zijn we opnieuw aan het kweken”, vertelt hij. De bijen leverden vorig jaar zo’n 26 kilogram honing op.

Bio in stijgende lijn

Boussemaere is één van de 621 bioboeren die Vlaanderen ondertussen rijk is. En dat aantal stijgt nog elk jaar, zo leert het meest recente Biorapport 2021, dat de biolandbouw in Vlaanderen in kaart brengt. In 2021 meldden zich 67 nieuwe bioproducenten aan, terwijl 44 landbouwers hun bioproductie hebben gestaakt. Van de 67 nieuwe bioboeren, richten er zich 46 op biologische groenteteelt, fruitteelt of akkerbouw. De grootste stijging doet zich voor in het aantal landbouwbedrijven die actief is in de biologische varkens- en geitenhouderij.

Het totale biolandbouwareaal komt op 9.823 hectare. Dit is een stijging van 8 procent tegenover 2020. Limburg is de provincie met het hoogste aandeel bio in haar landbouwareaal. West-Vlaanderen telt dan weer het meeste biologische landbouwbedrijven.

Verder in de keten

Daarnaast waren er in 2021 ook 1.417 andere bedrijven actief in de biologische waardeketen als verdeler, bereider, verkooppunt, importeur of exporteur. Dat is een stijging van 7 procent ten opzichte van 2020.

Ook de vraag naar biologische producten in Vlaamse huishoudens blijft stijgen. Het marktaandeel van bioproducten nam toe van 2,2 procent tot 2,4 procent, wat betekent dat de Vlaming gemiddeld 63 euro aan bioproducten besteedt, wat opmerkelijk minder is dan de Brusselaar (130 euro) of de Waal (126 euro). Het marktaandeel specifiek voor voeding kende een groei van 2,8 procent naar 3,4 procent. 9 op de 10 Vlaamse gezinnen kochten in 2021 al eens biologische verse voeding. Het gaat voornamelijk om de aankoop van biogroenten, gevolgd door biofruit en -zuivel, zo blijkt uit GfK-cijfers die in opdracht van VLAM werden verzameld.

Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) is tevreden met deze cijfers, maar wil de opmars van biologische landbouwproducten blijvend stimuleren. “Vanuit de overheid willen we onze landbouwers ten volle ondersteunen om de opportuniteiten te ontdekken die bio te bieden heeft. Zowel financiële stimulansen, specifiek onderzoek en kennisdeling als ketenontwikkeling zijn hiervoor belangrijk.”

De overheidssteun voor de biosector is in 2021 dan ook met 24 procent gestegen, naar een totaal van 5,98 miljoen euro. Ongeveer de helft hiervan ging naar de stimulering van de biolandbouw, gevolgd door uitgaven voor onderzoek. Naast de middelen specifiek voor de biosector kunnen biolandbouwers ook een beroep doen op steun via de algemene landbouwmiddelen.

5-5-5-5-5 doelstelling

Tijdens de voorstelling van het rapport hebben de landbouworganisaties ABS, BioForum en Boerenbond ook hun gezamenlijke visie op het volgende strategisch plan bio gepresenteerd. Dit past in de Vlaamse ambitie om bij te dragen aan de Europese Farm-to-Forkstrategie en het EU bio-actieplan.

landvanmelkenhoninglodeceyssens-1250

Dat actieplan spreekt niet langer over de doelstelling van 25 procent bio tegen 2030, zoals dat in het begin wel het geval was. “Zo’n doelstelling zou ook helemaal niet haalbaar zijn voor Vlaanderen”, klinkt het bij de landbouworganisaties. De bestaande primaire biosector vreest dat een geforceerde groei van de bioproductie zal leiden tot een prijsdaling en dus ook een rendementsdaling van de biobedrijven. “Dat kan geenszins de bedoeling zijn. Dit maakt dat we met een groei van de bioproductie ons vooral moeten richten op de gestage groei van de bioconsumptie”, vertelt Boerenbondvoorzitter Lode Ceyssens.

Daarom ontwikkelden Boerenbond, ABS en Bioforum een visienota met 5 specifieke doelstellingen op maat. Deze 5 doestellingen zijn:

  1. 5 procent of 30.000 ha bio areaal,

  2. 5 procent omzetwaarde in de gezamenlijke dierlijke producties,

  3. 5 procent biobedrijven tegen eind 2027,

  4. 5 procent volume van de bioconsumptie en

  5. 5 procent bio-aandeel in de overheidscatering tegen eind 2027.

Minister Brouns toont zich alvast tevreden dat de gehele biosector zich verenigd heeft om samen met een ambitieuze voorstel te komen. “Dat toont opnieuw hoe sterk er wordt samengewerkt in de sector. De komende maanden gaan we, samen met de sector, aan de slag om het nieuwe strategische plan verder vorm te geven.”

Raadpleeg het Biorapport 2021 en de visienota van de landbouworganisaties.

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek