Bijna helft gecontroleerde voorverpakte voedingsmiddelen weegt minder dan aangegeven
De federale overheidsdienst (FOD) Economie heeft vorig jaar controles uitgeoefend op de hoeveelheidsaanduiding van voorverpakte voedingswaren. Daaruit blijkt dat in bijna de helft van de gevallen (45%) de aanduiding niet klopt, zo staat donderdag in een persbericht. De voedingswaren wogen minder dan aangegeven.
De controles hadden betrekking op "naar variabel gewicht voorverpakt" fruit en groenten, vlees en vleeswaren, vis, zuivelproducten en bereide voedingswaren, klinkt het bij de FOD Economie. In de meeste gevallen ging het om vlees(waren), vis of zuivel, omdat fruit en groenten meestal in vaste hoeveelheden van bijvoorbeeld een halve of 1 of 2 kilo zijn verpakt, legt de overheidsdienst uit. Op die verpakkingen van "vaste hoeveelheden" voerde de FOD de voorbije jaren al meermaals controles uit.
De controles op variabel gewicht waren ditmaal gericht op winkels die zelf ter plaatse verse voedingswaren in variabele hoeveelheden voorverpakken, alsook op vulbedrijven die voorverpakte voedingswaren leveren aan winkels. De controles gebeurden onaangekondigd, via steekproeven. In totaal werden 605 loten van voorverpakte voedingswaren gecontroleerd in 136 vestigingen.
Voor 45 procent (of omgerekend ruim 272 loten, red.) bleek de werkelijke nettohoeveelheid kleiner dan de hoeveelheid die op de verpakking aangeduid staat. Wanneer één verpakking wordt aangetroffen binnen een lot, waarvan de werkelijke nettohoeveelheid kleiner is dan de aangeduide hoeveelheid, krijgt het de stempel ‘niet-conform’. “Dat lijkt misschien streng, maar zo heeft de consument de zekerheid dat hij in realiteit ook de hoeveelheid voorverpakt product krijgt die hij koopt”, luidt het bij de FOD.
De meeste inbreuken werden aangetroffen bij de kleinere winkels, die met kleine loten werken. De loten van de vulbedrijven, die in verhouding de meeste verpakkingen produceren en een stuk groter zijn, bleken beter in orde. Opmerkelijke regionale verschillen waren er niet.
Bedrijven waar inbreuken werden vastgesteld, kregen een waarschuwing of een proces-verbaal, of kregen een doorverwijzing naar het parket van de procureur des Konings. Dat laatste was het geval voor één dossier. Dit gebeurt als men bijvoorbeeld weigert de boete te betalen of als er een vermoeden van fraude is. Elke inbreuk geeft aanleiding tot een vervolgcontrole, waarschuwt de FOD Economie. Als dan nog altijd inbreuken worden vastgesteld, volgt automatisch een PV.
Bron: Belga / Eigen verslaggeving
