nieuws

INBO-studiedag over polarisatie tussen natuur en landbouw: “Dat er minder landbouw moet zijn als we meer natuur willen, is een schijnbare tegenstelling”

nieuws

“Landbouw en natuur kunnen aan de hand van onder meer natuurgebaseerde oplossingen perfect naast elkaar functioneren”, vertelt Kurt Sannen, landbouwer en onderzoeker bij het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). Aan zijn zijde staat Lieven De Stoppeleire, landbouwer en voormalig raadgever op het kabinet van de vorige minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA). Beiden werden ze door INBO gevraagd om hun inzicht te delen over hoe men van de huidige polarisatie naar een harmonie tussen natuur en landbouw kan werken. “We moeten we niet alleen bestuderen hoe we de natuur in stand moeten houden, maar ook hoe een landbouwer redeneert. Als we landbouwers beter begrijpen, kunnen we ook helpen om natuur en milieu te betrekken bij deze beslissingen”, was één van hun adviezen.

24 oktober 2024 Jozefien Verstraete
natuur veld bio

Om te begrijpen waar we vandaag staan, gaven Sannen en De Stoppeleire eerst een beknopte evolutie van landbouw en natuur van de afgelopen 50 jaar. “In 1970 waren de landbouwbedrijven nog gemengd. En oogstte mijn vader het graan met de hand”, aldus Sannen. “Maar stilaan werden landbouwbedrijven steeds groter, deed de mechanisatie zijn intrede en halveerde het aantal landbouwbedrijven. Er was een duidelijke omwenteling voelbaar en zichtbaar van gemengde landbouw naar gespecialiseerde landbouw. Ondertussen werd ook het verlies aan natuur meer zichtbaar en begint het milieu- en natuurbewustzijn langzaamaan te groeien. In feite was er toen al geen harmonie meer, want de natuur ging achteruit en de agrarische samenleving was voorbij.”

In de periode die volgde kwam er een natuuroffensief: natuur werd in verschillende wetgevingen opgenomen, de natuurorganisaties werden groter en uiteindelijk werd de natuur letterlijk op de kaart gezet toen in de jaren ’90 de Groene Hoofdstructuur in Vlaanderen werd getekend. “Het was een tijd waar voornamelijk ingezet werd op de creatie van meer natuurgebieden, maar waar geen oog was voor het veranderen van economisch systeem. Velen schrokken ervan dat de boeren plots op straat kwamen”, aldus Sannen.

“Landbouwers voelden zich in die evolutie onmachtig, ze wisten niet wat er plots allemaal gebeurde”, valt De Stoppeleire, Sannen bij. “En als er geen uitweg is, dan is betogen meestal de eerste reactie. Men was voordien vooral bezig met landbouw en een landbouwbedrijf runnen, men stond er toen niet bij stil dat er zich een ander probleem zou kunnen vormen dat impact had op hen. Begin de jaren 2000 begon de sector dan ook de eerste donkere wolken boven verschillende landbouwbedrijven op te merken. Het was voor mij een oogopener toen in 2009 de discussie woedde of een vergunning een recht of een gunst is. Tot op dat moment was het bijna vanzelfsprekend, dat wanneer je een vergunning aanvroeg, je die ook kreeg.”

Je komt gauw in polarisatie terecht wanneer er strijd om ruimte woedt

Kurt Sannen - Landbouwer en INBO-onderzoeker

Natuur institutionaliseerde

In die periode werkte Sannen ook mee aan de instandhoudingsdoelstellingen. “Om nieuwe betogingen te vermijden dacht ik samen met het Agentschap Natuur en Bos na over een andere aanpak”, geeft hij mee aan de zaal. “Het daagde me toen dat we niet alleen moesten bestuderen hoe we de habitatvereisten in stand kunnen houden, maar ook dat we moesten bestuderen wie we rond de tafel moeten krijgen om dat te bereiken. Want om een draagvlak te creëren, zullen we het namelijk samen met die mensen moeten doen.”

“Het proces rond de instandhoudingsdoelstellingen is een heel belangrijk proces geweest voor ons als landbouworganisatie”, aldus De Stoppeleire die ook een carrière bij het Algemeen Boerensyndicaat heeft gehad. “Op dat moment werd voor de eerste keer duidelijk wat de impact was van de beslissingen op vlak van natuur en milieu. En dat was nodig, want die kennis was toen nihil. Het heeft de Vlaamse overheid een massa geld gekost om allerlei werkgroepen te lanceren rond dit thema. Maar dat heeft wel degelijk vruchten afgeworpen, want de ver-van-onze-bedshow werd binnengebracht in de huiskamers van de landbouwers.”

"Deze tijdsperiode was een tijd van zowel protest, als een tijd waarin de eerste stappen tot overleg werden gezet”, vat Sannen samen. “De natuur heeft toen zijn tanden getoond, natuur institutionaliseerde. Maar dit alles versterkte ook het scheidingsdenken, dat er op vandaag nog steeds is. Want wanneer een strijd om ruimte woedt, kom je al gauw in polarisatie terecht.”

De periode die daarop volgt en waar we ons nu in bevinden, vat Sannen samen als een periode van aantrekken en afstoten. “We weten ondertussen goed naar welke doelstellingen op vlak van natuur en milieu we moeten werken, en toch gaat de natuur er steeds op achteruit. Ik kan niet genoeg onderstrepen hoe dramatisch de biodiversiteit achteruit aan het gaan is in natuurgebieden maar zeker in landbouwgebieden. Het verdwijnen van akkervogels is daarbij een sterk signaal”, aldus Sannen.

“Ondertussen hebben we het stikstofarrest gehad en ervaren mensen zelf aan de lijve de klimaatverandering. Nu kan er een zeer voorzichtige shift opgemerkt worden waarbij milieu- en natuurvoorwaarden voor een stukje vanzelfsprekend worden. Dat merk je aan de vele lokale projecten die opgestart werden rond landbouw en natuur, maar ook aan de krachtige signalen die uitgezonden werden door de EU met de Green Deal en de Farm-to-Fork. Deze periode zal ons nog veel hoofdbrekers geven, maar zeker evenveel ideeën aanreiken.”

Het is belangrijk dat we niemand achterlaten want anders krijg je vroeg of laat een conflict

Lieven De Stoppeleire - Landbouwer en voormalig medewerker op kabinet-Demir

Van polarisatie naar harmonie 

Volgens Sannen zitten we vandaag in een schijnbare tegenstelling. Een tegenstelling die stelt dat er minder landbouw zal zijn als we meer natuur willen. “Om de polarisatie te overstijgen, moeten beide actoren eerst een stap achteruitzetten om het breder multifunctioneel landschap te zien”, luidt het. “Om de verschillende functies en diensten in dat landschap een plaats naast elkaar te bieden, zijn er verschillende natuurgebaseerde oplossingen. Als deze zowel op ecologisch vlak, maar ook op economisch en sociaal vlak sterk onderbouwd worden kunnen ze een grote oplossing bieden.”

Als volgende stap herhaalt Sannen zijn inzicht van de jaren 2000. “We moeten niet alleen de natuur bestuderen, maar ook de landbouwers. Want willen we natuur in het landbouwgebied, dan moeten we ook begrijpen hoe een landbouwer redeneert, weten waarom hij bepaalde beslissingen neemt. Een landbouwer is geen slecht mens, het is een goed mens die de juiste beslissingen tracht te nemen, ingegeven door de logica van de economie en het bedrijf”, stelt Sannen rechtuit. “Als we landbouwers beter begrijpen, kunnen we ook helpen om natuur en milieu te betrekken bij deze beslissingen.”

“De kansen liggen voor het grijpen en het moment is aangebroken nu de verkiezingen achter de rug zijn”, voegt De Stoppeleire eraan toe. “Nu is het moment om het nieuwe verhaal aan te grijpen in Vlaanderen en een inclusieve regio te worden. We weten waar we naartoe moeten, nu moeten we nog iedereen op een goede en verstandige manier meekrijgen op die trein. Het is belangrijk dat we niemand achterlaten want anders krijg je vroeg of laat een conflict.”

Als we een gemeenschappelijk verhaal willen maken, moet er naast een natuurvisie ook een landbouwvisie komen

Lieven De Stoppeleire - Landbouwer en voormalig medewerker op kabinet Demir

Naar waar gaat die trein?

Volgens Sannen staat het traject van de trein al uitgelegd in de Farm-to-Fork-strategie. “Daar staat het eigenlijk al in, er moeten minder inputs komen zoals pesticiden en nutriënten. Er moet een eiwittransitie komen met een focus op plantaardig eiwit en eigen eiwitteelten. En er moet meer ruimte voor natuur zijn in het landbouwgebied”, stelt Sannen.

Om iedereen zo vlot mogelijk mee te krijgen, geven beide heren mee dat naast een voortdurend dialoog tussen natuur en landbouw, ook kennisdeling en een landbouwvisie essentieel zijn. “We kennen de natuur- en milieudoelstellingen, maar we weten vandaag nog altijd niet waar onze landbouw naar toe gaat in 2050”, laat De Stoppeleire zich uit. “Als we een gemeenschappelijk verhaal willen maken waarin landbouw en natuur naast elkaar staan, moet er ook een landbouwvisie komen.” En die landbouwvisie moet volgens beiden integraal zijn in al zijn facetten, alsook de taboes wegwerken.

“Het kan ook niet van vandaag op morgen allemaal veranderen. Als ik een stal gezet heb, moet ik deze 20 jaar kunnen gebruiken want daar hangt een enorme lening aan vast”, legt Sannen uit. “In het opzicht van een langetermijnvisie is het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) ook een krachtig instrument. Nu zet het nog te veel in op business as usual. Maar het kan evolueren naar een beleid met stimulansen waarbij uiteindelijk de natuur betrokken wordt bij logische landbouwkeuzes.”

Tot slot benadrukt De Stoppeleire op de INBO-studiedag de rol van kennisdeling. Goede onderbouwde wetenschappelijke rapporten zijn daarbij een must, maar er mag niet vergeten worden dat er ook een laagdrempelige doorvertaling moet van gemaakt worden zodat iedereen mee is en toegang tot gegevens krijgt.

“Laten we de doelstellingen niet uit de weg gaan, maar aangrijpen als kansen”, besluiten Sannen en De Stoppeleire. “Niet enkel de economisch realiteit, maar ook het klimaat dwingt ons daartoe.”

VITO: "Elke euro geïnvesteerd in natuurherstel levert er acht op"
Uitgelicht
Natuurherstel is niet enkel een goede investering voor de toekomst, maar ook één voor de portemonnee. Dat blijkt uit een nieuwe studie van VITO, de Vlaamse Instelling voor Tec...
28 mei 2024 Lees meer

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek