Belgen blijven grote mosseleters

Zeeuwse mosselhandelaars lieten een marktonderzoek uitvoeren waaruit blijkt dat Belgen veel grotere mosseleters blijven dan Nederlanders. De doorsnee Belg eet om de twee maanden mosselen. De Zeeuwse mosselboeren beleven een uitzonderlijk goed jaar en hebben dankzij de goede kwaliteit van de mosselen al een kwart meer verkocht dan vorig jaar. Ook het aanbod garnalen in de vismijnen ligt bijzonder hoog.

Amper vier procent van de Belgen lust geen mosselen. Acht Belgen op tien willen frieten bij de mosselen, terwijl zeven Nederlanders op de tien stokbrood verkiezen. Ook opvallend is dat bijna de helft van de Nederlanders zijn mosselen bij de visboer koopt, terwijl in België 87 procent van de mosselen uit de supermarkt komt. Acht Belgen op tien eten al eens mosselen thuis, maar 36 procent gaat ook buitenshuis mosselen eten.

Intussen hebben de Zeeuwse mosselboeren al een kwart meer verkocht dan vorig jaar in dezelfde periode. Het is meer dan 10 jaar geleden dat ze nog zo’n goed jaar beleefden. Oorzaak is de bijzonder goede kwaliteit, de mosselen hadden van bij de start van het seizoen uitzonderlijk veel vlees in hun schelp.

Ook de garnalenvangst lijkt dit jaar bijzonder goed te zijn. "Een afzet van vier ton per week in de Nieuwpoortse vismijn is dit jaar lang geen uitzondering. Tot halfweg deze week werd er al 83 ton garnalen aan wal gebracht. In dezelfde periode vorig jaar was dat 60 ton en toen werd ook al gesproken van een uitzonderlijk jaar", bevestigt Kris Vandecasteele, schepen van Visserij in Nieuwpoort. De garnalen in Nieuwpoort worden gevangen door acht vissers, wat ook al een stijging is in vergelijking met vorig jaar.

In alle vismijnen, zowel bij ons als in Nederland, is er momenteel een overvloed aan garnalen. De consument merkt dat aan de prijzen en betaalt voor een kilo ongepelde garnalen gemiddeld slechts 3,5 euro per kilo. Volgens schepen Vandecasteele is er niet meteen een reden te vinden voor de massale aanwezigheid van garnalen. "Het warmere water, voldoende voedsel en een gebrek aan natuurlijke vijanden lijken de meest voor de hand liggende oorzaken", denkt de schepen.

Dat wordt bevestigd door Jan Seys van het Vlaams Instituut van de Zee (VLIZ) en Hans Pollet, wetenschapper bij het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO). "We hebben nog altijd niet echt zicht op de levenscyclus van de garnaal", weet Hans Pollet. "We weten dat de weersomstandigheden een invloed hebben op hun ontwikkeling, maar het fijne ervan hebben we nog niet achterhaald. Er zwemmen ook minder roofvissen zoals kabeljauw en wijting in de Noordzee. Die eten graag garnaal, dus dat zal ook wel een invloed hebben op het garnalenbestand."