Belgapom: "Rapport over onevenwichtige machtsverhouding in aardappelsector is gebaseerd op onvolledige informatie”
nieuwsGreenpeace klaagt de industrialisatie van de aardappelsector aan en verwijst hiervoor naar een rapport. Volgens de milieuorganisatie is er onder meer een oneerlijke winstverdeling tussen de landbouwers en de industrie waarbij de boeren niet de vruchten plukken van hun arbeid en de prijs betalen voor een onevenwichtige machtsverhouding. “De voorstelling van Greenpeace van een landbouwersgild als onwetende en onmachtige marktdeelnemers is niet alleen fout, ze is ons inziens beledigend voor de landbouwer zelf”, reageert Belgapom dat aangeeft dat de interpretatie van Greenpeace gebaseerd is op onvolledige informatie waardoor de waarheid geweld wordt aangedaan.
Greenpeace vecht met het rapport naar eigen zeggen de industrialisatie, met een focus op ongebreidelde schaalvergroting en monocultuur, in de sector aan. In het rapport neemt Greenpeace de winstevolutie van Belgapom onder de loep. Belgapom is de Belgische federatie van de aardappelhandel en -verwerking met 81 leden waaronder de ‘Big 7’. Dat zijn de zeven grootste spelers in de sector, met name Clarebout Potatoes, Agristo, Lutosa, Mydibel, Ecofrost, FarmFrites Belgium en Aviko Belgium. De organisatie haalt daarbij aan dat deze zeven samen een duizelingwekkende groeiende bedrijfswinst van 1380 procent neerschreven in 2022, in vergelijking met 2019. Ook stelt Greenpeace vast dat de prijs van diepvriesfrieten in de supermarkten met 51 procent zijn gestegen in 2022.
Maar het zijn niet de landbouwers die hiervan profiteren, volgens milieuorganisatie, want "zij verdienen er amper iets aan", klinkt het in het rapport. De 'Big 7' daarentegen realiseerde, samen een winst van 387 miljoen euro. “Deze cijfers illustreren de oneerlijke winstverdeling tussen de landbouwers en de industrie, en wijzen op een diepgeworteld probleem in het winstdelingsmodel van de sector”, luidt het. “De winstmarges zij zo klein dat veel boeren hun toekomst onzeker achten.”
Risicovolle teelt
Greenpeace stelt dat de aardappeltelers niet alleen zeer kleine winstmarges hebben maar ook nog eens alle risico’s van de sector dragen. “De Belgische aardappelteelt is een risicovolle sector met variabele opbrengsten door het onvoorspelbare weer. Voeg daarbij de marktschommelingen, de marktconcurrentie met zeer weinig productdifferentiatie en de contractvoorwaarden, en je hebt een systeem waarin de landbouwers het gros van de risico’s dragen”, aldus de milieuorganisatie.
Boeren zitten volgens Greenpeace zo gevangen in een systeem dat hun autonomie en financiële stabiliteit beperkt. “Ze worden gedwongen tot schaalvergroting en efficiëntie of om de markt te verlaten waardoor ze dieper in de schulden komen te zitten naarmate ze meer land en dure apparatuur aanschaffen om concurrerend te blijven”, aldus Greenpeace. “Paradoxaal genoeg, tasten net deze praktijken de natuur aan door bijvoorbeeld intensief gebruik te maken van pesticiden en meststoffen. Nochtans is natuur zo essentieel voor de levensvatbaarheid van de landbouw op lange termijn."
Hierbij hekelt Greenpeace dat “er een valse opsplitsing gemaakt wordt tussen de financiële levensvatbaarheid van boeren en de ecologische duurzaamheid”.
Aanbevelingen
Als oplossing voor deze valse opsplitsing en ongelijke winstverdeling in de aardappelsector schuift Greenpeace enkele aanbevelingen naar voren. “Om een duurzame toekomst voor onze voedselsystemen te garanderen, is het cruciaal om over te stappen op een voedselsysteem dat zowel de landbouwers als het milieu respecteert, zeker nu de impact van de klimaatcrisis toeneemt”, begint Greenpeace de eerste aanbeveling. Om de onderhandelingspositie van landbouwers binnen de aardappelindustrie te verstevigen, raadt de milieuorganisatie ook aan om landbouwcoöperaties te versterken.
“Ook zien we een rol weggelegd voor de overheid als onpartijdige scheidsrechter in de onderhandelingen tussen boeren en de industrie. Een andere aanbeveling is om de Belgapomprijs af te schaffen en te vervangen door prijsmechanismen die de werkelijke marktomstandigheden en productiekosten weerspiegelen. Dit laatste geldt trouwens voor de hele landbouwsector: het is cruciaal dat onze regeringen de landbouwprijzen in hun geheel wettelijk en doeltreffend beschermen, want deze zouden nooit onder de kostprijs van duurzame productie mogen liggen.”
Daarnaast doet Greenpeace ook nog enkele algemene aanbevelingen. Zo zou een versterking van het prijzenobservatorium een eerste stap zijn richting evenwichtigere machtsverhoudingen binnen de agrovoedingsketens. “En om de ontwikkeling te stimuleren van robuuste gewasvariëteiten die minder chemische inputs vereisen, is investeren in onderzoek en ontwikkeling noodzakelijk. Daarnaast moet er een afzetmarkt voor deze variëteiten worden gegarandeerd door te zorgen dat ze de voorkeur krijgen tegenover de agro-industrie en grote retailers. Tegelijkertijd moeten onze regeringen een coherent plan ontwikkelen dat alle landbouwers in staat stelt om af te stappen van pesticiden en synthetische meststoffen, en moet de overgang van chemicaliën naar een agro-ecologische teelt massaal worden gefinancierd.”
Tijdens de boerenprotesten heeft men heel weinig aardappelboeren gezien, dat kunnen we verzekeren

Belgische aardappelverwerkers scheren historisch hoge toppen
8 januari 2024Met welke cijfers rekent Greenpeace?
In het rapport haalt Greenpeace verschillende cijfers aan om de omvang van de sector te duiden. Eerst en vooral haalt Greenpeace de bedrijfswinsten (+657%), de totale activa (+19%) en de netto toegevoegde waarde (+82%) van de leden van Belgapom in 2022 aan. Voor de ‘Big 7’ schrijft Greenpeace de omzetstijging van 44 procent tot een totaal van 3,4 miljard euro tussen 2021 en 2022 (de meest recente data) neer in het rapport. Daarbij werd ook de verdubbeling in netto toegevoegde waarde en winst van 1444 procent aangehaald. Ook de evolutie tussen 2019 en 2022 met een stijging van de bedrijfswinst van 1380 procent wordt aangehaald bij de duiding van de hoge winsten.
Greenpeace stelt dat tegenover de 3,4 miljard euro inkomsten van de 'Big 7' de gemiddelde inkomsten van 591 miljoen euro voor de landbouwer staan. “Dit betekent dat voor elke kilogram aardappelen en diepvriesfrieten die in supermarkten werden verkocht aan gemiddeld 1,63 en 1,75 euro in 2022, gemiddeld slechts 0,18 euro naar de boer ging. Trek daar nog de kosten af, en er blijft slechts 0,02 euro per kilogram over als verloning”, schrijft Greenpeace.
Naast de financiële cijfers wordt ook het recordgroeicijfer van 6,2 miljoen ton verwerkte aardappelen van 2022, en de prijsstijgingen van aardappelproducten in de supermarkt aangehaald. “De prijzen van aardappelen en aanverwante producten maakten een prijsstijging van 61 procent door. En de prijzen van aardappelproducten zoals diepvriesfrieten een stijging van 51 procent in 2022”, aldus Greenpeace die met de cijfers de aardappelindustrie verwijt aan graaiflatie te doen. "De omzet en winst zijn veel sterker gestegen dan de verwerkte volumes en de grondstofprijzen. Dit veronderstelt dat inflatie als hefboom gebruikt werd om de winstmarges onevenredig te verbeteren", aldus de milieuorganisatie. “We vermoeden dat de invloedrijke voedingsbedrijven hun machtspositie hebben uitgebuit om prijsverhogingen af te dwingen en hun marges te verhogen tot boven de reële inflatie.”
“De boer krijgt eerlijke prijs”
In een uitgebreide reactie bijt Belgapom van zich af en wil het de financiële prestatie van de industrie duiden. Zo laat de sectorfederatie weten dat sinds 2022 een duidelijke structurele prijsstijging met 20 procent werd ingezet voor de contractprijzen voor frietaardappelen. In 2023 stegen deze nog verder door met 15 procent, en ook in 2024 biedt een verdere prijsstijging voor de contractaardappelen zich aan. Daarnaast zijn de prijzen op de vrije markt al twee jaar op rij op recordhoogte. “Deze week staat de prijs bij rechtstreekse afnamen aan 600 euro per ton aardappelen, hete dubbele van de hoogste contractprijs. Dit hebben we nog in geen 50 jaar meegemaakt”, aldus Belgapom. “Cijfers die totaal afwezig zijn in de beoordeling van Greenpeace.”
De organisatie geeft ook fijntjes mee dat Belgapom samen met de Belgische landbouworganisaties deel uitmaakt van de brancheorganisatie Belpotato.be. “De federale overheid laat het niet na om Belpotato.be als goed voorbeeld naar voren te schuiven tijdens een discussie over het nieuw besluit rond oneerlijke handelspraktijken. Van enig onevenwicht tussen boeren en afnemers is helemaal geen sprake, integendeel”, aldus Belgapom.
“De voorstelling van Greenpeace van een landbouwersgild als onwetende en onmachtige marktdeelnemers is niet alleen fout, ze is ons inziens beledigend voor de landbouwer zelf”, gaat Belgapom verder. “De onderhandelingspositie van de aardappelteler is nog nooit zo stevig geweest. Er staat altijd een concurrerende afnemer klaar om goeie aardappelen te kopen. Wie concludeert dat de individuele teler de speelbal zou zijn van de grote ondernemingen, die dwaalt. Landbouwers zijn trouwens nog nooit zo geïnformeerd geweest als vandaag wanneer het gaat over hun eigen kosten en risico’s.”
Volgens de federatie gebruikt Greenpeace in zijn rapport cijfers om de stelling te ondersteunen dat een kartel van aardappelverwerkers woekerwinsten maakt op de kap van de boeren. Dat is een flagrant foute voorstelling van de zaken, aldus Belgapom. “Er is geen kartel, er zijn geen woekerwinsten en de boer krijgt een meer dan eerlijke prijs voor zijn product. Tijdens de boerenprotesten heeft men heel weinig aardappelboeren gezien, dat kan ik verzekeren.”
Wie concludeert dat de individuele teler, voor wiens aardappelen almaar hogere prijzen worden betaald, de speelbal zou zijn van de grote ondernemingen, die dwaalt

Woekerwinsten
Over de zogenaamde woekerwinsten laat Belgapom weten niet te spreken zijn over de manier waarop Greenpeace de winsten in een negatief daglicht zet. “Als Greenpeace spreekt over winst dan noemt het dat in dezelfde zin bijna altijd verdacht. En dan maakt men de link met uitbuiting en de verwoesting van de natuur. Dat is een politieke keuze van Greenpeace die niet overeenstemt met de realiteit”, aldus Belgapom dat als sectorfederatie erg trots is dat de leden goede financiële resultaten kunnen neerleggen. “Zo kwamen verschillende leden ook in de top 50 van de grootste belastingbetalers in België terecht. Onze bedrijven hebben zo niet enkel een directe impact op de werkgelegenheid en supply chain, maar dragen daarnaast via die belastingen ook bij aan het overheidsbudget en aan de solidariteitsmechanismes in onze samenleving.”
De verhoogde winst heeft volgens Belgapom ook niets met graaiflatie te maken. Het verwijst daarbij naar cijfers en het statement van de Nationale Bank van België dat de marges in de sector niet hoger waren dan bij andere sectoren. Bij de interpretatie van die cijfers moet telkens ook rekening gehouden worden met de verhoogde lonen door de automatische loonindexering, de verhouding met de groei van de productiecapaciteit, en een verhoogde efficiëntie en specialisatie die resulteren in veel efficiëntiewinsten. “We zien dat eenzelfde hoeveelheid verwerkte aardappelen veel meer output oplevert voor onze bedrijven”, aldus Belgapom. “Ook die evolutie heeft men bij Greenpeace volledig gemist.”
Met de winsten bereiden de bedrijven zich voor op de toekomst, verklaart Belgapom. “Er komen immers nog heel wat investeringen op ons af als we onze wereldwijde positie als Belgische industrie willen behouden en versterken. En dat willen we. Want wij telen hier aardappelen omdat dat ons bruine goud is. We hebben de beste grond, de knowhow, de ligging én de traditie. En vooral: we hebben hier geen bananen. Zo simpel is het. Daarnaast investeren we ook massaal om te kunnen voldoen aan de duurzaamheidsinspanningen die, terecht, van onze bedrijven én hun leveranciers, de telers, verwacht worden.”
Belgapom laat tot slot nog weten achter de vele beleidsaanbevelingen te staan van Greenpeace en zegt dagelijks samen met andere stakeholders binnen de agrovoedingssector, milieuorganisaties, de academische wereld en de overheid aan een duurzamere landbouw te werken. “Dit is geen lippendienst, wel integendeel. Niet alleen beschikt de aardappelsector over de meest performante fabrieken als het op circulariteit en duurzaamheid aankomt, ze is een actieve partner van de landbouwer om de grondstof zo duurzaam mogelijk te telen.”
