Aardappeltelers worden moedeloos: “Nog maar een derde geplant en morgen weer regen”
nieuwsDe weergoden blijven de Vlaamse aardappeltelers parten spelen. Vooral in de Kempen is een groot deel van het areaal nog niet gepoot. In veel andere delen van Vlaanderen zijn de voorbije weken wel grote stappen gezet, maar er zijn ook boeren die dit jaar afzien van de teelt van aardappelen. “Er zijn grote regionale verschillen, maar opkomstproblemen zijn er over gans Vlaanderen”, klinkt het bij Boerenbond die verder de grote ziektedruk van het moment als probleem aanduidt. Schimmels gedijen extreem goed bij het vochtige weer van het moment. VILT sprak met vier Vlaamse aardappeltelers die elk een ander verhaal vertellen.
“De voorbije weken zijn er wel heel wat aardappelen geplant maar het werk zit er zeker nog niet overal op", vertelt Pieter Van Oost van Boerenbond die signalen opving dat er in de Kempen nog maar de helft geplant is. “Dit lijkt me voor aardappelen momenteel de zwaarst getroffen regio als het aankomt op de inplantstatus. Opkomstproblemen zijn er over heel Vlaanderen.” Alhoewel schattingen ontbreken, is er volgens experts grofweg tussen de 80 en 90 procent gepoot.
“De helft of minder gedaan in de Kempen”
De conclusie van Van Oost over de Kempen wordt deels bevestigd door akkerbouwer Guido Willemse uit Weelde. Begin mei liep de akkerbouwer nog serieus achter op schema. Deze achterstand is door de aanhoudende regen alleen maar verder opgelopen. Bij Willemse staat er dit jaar 220 hectare aardappelen op de planning. “Daarvan is er vandaag nog maar 65 hectare gepoot, maar 10 hectare daarvan is al weer weggerot in de grond en zal op termijn opnieuw moeten geplant worden”, vertelt de Kempenaar.
We spreken de boer op het moment dat hij aardappelen aan het planten is. “Vandaag (maandag, red.) kunnen we nog twee hectare poten en dan ligt het weer stil”, vertelt hij, verwijzend naar de weersverwachtingen. Deze week, vooral dinsdag en donderdag, wordt een maandhoeveelheid aan neerslag verwacht. KMI heeft door de verwachte neerslag van dinsdag (tot 50 mm in 24u) code geel uitgeroepen voor heel Vlaanderen, behalve West-Vlaanderen.
Volgens Willemse is het van 1983 geleden, hij was toen zelf 18 jaar, dat we een vergelijkbaar nat voorjaar hadden. Toen was de voorjaarscampagne pas eind juni gedaan. "Dat jaar hadden we maar de helft van de opbrengsten", herinnert hij zich.
Door de regenval en de onmogelijkheid zijn akkers te verwerken, heeft Willemse enkele weken geleden al besloten zijn uienteelt te schrappen. Voor aardappelen overweegt hij dat vooralsnog niet. “Waar moet ik dan met mijn pootgoed heen. Dat kost bovendien 1.500 euro per hectare”, vertelt de boer die in totaal 500 hectare bewerkt. Doorgaans zit rond deze periode zijn voorjaarswerk erop, terwijl nu nog meer dan de helft gedaan moet worden.
Om rotting van zijn aardappelen in de grond tegen te gaan, heeft hij maandag geïnvesteerd in een poederapparaat. Dit wordt gekoppeld aan zijn plantmachine en zorgt ervoor dat er kalk gestrooid wordt rond de plaats waar de aardappelen de grond in gaan. “Alle kleine beetjes kunnen helpen om het rotten tegen te gaan”, vertelt de boer die met de late inplanting wel de nodige risico’s neemt. “Als alles goed gaat, kan ik pas eind oktober, begin november oogsten en dan is er veel risico op neerslag en zelf vorst en kan de hele oogst mislukken.”
50 hectare aardappels geschrapt uit teeltplan
Josse Peeters van aardappelbedrijf Hof ten Bosch uit het Vlaams-Brabantse Huldenberg heeft besloten deze risico’s niet te nemen. “Wij hebben vorige week besloten geen aardappelen te poten. Voor ons wordt het te laat. Voordat de aardappelen oogstklaar zijn, zijn we half of eind oktober en dan is het risico op regen groot.” Deze impact van de najaarsregen heeft de aardappelteler vorig jaar ook gevoeld. Door de aanhoudende regenval vanaf medio oktober heeft hij niets geoogst en zijn alle aardappelen in de grond blijven zitten.
Ook deze ervaring heeft mee gespeeld bij het besluit van vorige week. “Een soortgelijk rampscenario kunnen we missen als kiespijn”, vertelt de teler. Als alternatief voor de 50 hectare aardappelen gaat hij onder andere voor een faunamengsel. Het pootgoed dat hij thuis heeft opgeslagen, hoopt hij in de tussentijd nog kwijt te geraken. Dit wordt door zijn klant (een producent van chips) verdeeld over andere telers van industrieaardappelen. “Ik heb nog 50 ton liggen en vandaag wordt er 20 ton opgehaald voor een aardappelteler die percelen moet herplanten wegens slechte opkomst of omdat het is weggerot in het regenwater.” De herverdeling van pootgoed door de fabriek lijkt ook op andere plaatsen voor te komen, blijkt uit onze interviews met telers.
Hoge ziektedruk, maar teelt op schema
Bij Walter Vanacker van Hof Ter Vaeren, eveneens uit Huldenberg, staat de vlag er volledig anders bij. Na een drogere periode in april heeft de akkerbouwer-veehouder die maand zijn aardappelen gepoot. “Bij de vroege aardappelen beginnen we over twee weken met rooien en ook de late aardappelen groeien volgens planning. Deze staan net in bloei.”
De teler verkoopt een gedeelte van zijn aardappelen aan huis, terwijl de rest vrije aardappelen zijn die ook bij de industrie terecht komen. Door het verlate groeiseizoen in Vlaanderen en mogelijke lagere opbrengst, zijn de prijsverwachtingen voor hem behoorlijk, erkent hij.
Alhoewel de aardappelen ondanks de vrij lage temperaturen behoorlijk op schema liggen, ervaart hij op dit moment een grote ziektedruk. Het vochtige weer is volgens hem ideaal voor de ontwikkeling van schimmels. "Het risico hierop is nog eens groter doordat veel aardappelen vorig jaar in de grond zijn blijven zitten." Om de ziektes, vooral phytophthora, de baas de blijven, is de akkerbouwer vaker dan anders op zijn percelen om te sproeien. “Morgen wordt er veel regen verwacht waardoor we in de tweede helft weer zullen moeten spuiten. Bij 15 tot 20 liter regen verliezen de meeste middelen hun werkingskracht.”
Ook Stefaan Van Elven, akkerbouwer uit het Antwerpse Laakdal, spreekt van een "nooit geziene ziektedruk" door de aanhoudende vochtigheid. Waar hij anders eens in de week of in de tien dagen spuit, ligt dat ritme momenteel dubbel zo hoog. Aanhoudende regen zorgt er volgens Boerenbond bovendien voor dat de behandeling van de aardappelen, tussen de buien door, een grote uitdaging is.
Behalve de ziektedruk heeft Van Elven te maken met zeer wisselende opkomsten en vooral uitval door de regen. “Ik schat dat over ons gehele areaal tot 10 procent van de teelt is uitgevallen doordat het pootgoed in de grond is gaan rotten omdat het te lang in de modder heeft gestaan”, vertelt de akkerbouwer die zijn productie volledig zelf vermarkt. Een gedeelte van deze deels mislukte percelen heeft hij al herplant.
Nog maar net gepoot, nog niet uitgekomen
Stefan Vandromme, voorzitter van de sectorvakgroep akkerbouw van Boerenbond en akkerbouwer in de Westhoek heeft volgens eigen zeggen nog geen of nauwelijks last van de ziektedruk. “Ik heb al mijn aardappels pas enkele dagen in de grond zitten. In de eerste percelen beginnen de planten al voorzichtig op te komen”, verklaart hij.
De eerste opkomst stemt de boer niet bepaald optimistisch. De opkomst is onregelmatig en dat heeft volgens hem vooral met het pootgoed te maken. “Door een gebrek aan pootgoed, hebben wij de aardappels moeten snijden. In de bewaring, die door de regen langer heeft geduurd dan gepland, is de kwaliteit vervolgens achteruit gegaan.”
Landbouwers signaleren zelfs dat er een rij maïs gezaaid is op de aardappelrug omwille van de slechte opkomst
Deze onregelmatige opkomst en uitval van productie is volgens Boerenbond één van de weinige gemene delers van de aardappelteelt in Vlaanderen. Over de uitval door weersomstandigheden of het volledig schrappen van aardappelen uit het teeltplan, kan de landbouworganisatie geen schattingen doen. “Maar opvallend is dat landbouwers de voorbije week vroegen om de ecoregeling faunabeheer aan te vragen in plaats van een productieve teelt zoals die voorzien was. Landbouwers signaleren zelfs dat er een rij maïs gezaaid is op de aardappelrug omwille van de slechte opkomst”, aldus Pieter Van Oost. Het zijn volgens hem allemaal signalen die die aantonen dat “landbouwers met de handen in het haar zitten over hoe ze met deze omstandigheden moeten omgaan.”