"Als bioboer moet ik het goede voorbeeld geven"

Met het pensioen van vader Gust en moeder Hilda in zicht, deed zich voor zoon Bavo de kans voor om in de boerenstiel te stappen. Hij besloot om zijn werk bij de Vlaamse Landmaatschappij voortaan parttime te doen. "Sommigen verklaarden mij zot, maar ik denk toch dat mijn ouders blij zijn dat er een nieuwe wind waait op de boerderij".

De Noorderwijkenaar maakt het zichzelf niet bepaald gemakkelijk door biologisch te gaan telen. Niet alleen is dat soort landbouw aan strenge regels en controles onderworpen, hij moet ook twee volle jaren omschakelen voordat hij zich bioboer mag noemen. "Ik doe dat vanuit de overtuiging dat je als boer heel milieuvriendelijk moet werken. Er is soms kritiek op de manier waarop de landbouw het milieu belast, dus vind ik dat je beter in de aanval kan gaan door het goede voorbeeld te geven dan door in de verdedigende schulp te kruipen. Dat betekent dat ik geen chemische meststoffen of sproeistoffen gebruik en dat ik over mijn aardappelen geen anti-kiemmiddel mag uitstrooien opdat ze beter zouden bewaren. Ik vind dat gewoon gezonder".

Om niet afhankelijk te zijn van één product, gaat Bavo zijn activiteiten ook uitbreiden tot het slachten van grasstiertjes. Dat zijn kalveren die tot een jaar bij hun moeder mogen blijven zogen en het leven in een kalverbox bespaard blijven. Hun vlees is, in tegenstelling tot het klassieke witte kalfsvlees, lichtroze. "Maar de hoofdactiviteit blijft de hoeveverkoop van mijn aardappelen", zegt Bavo Verwimp. "Als ik een zakje verkoop, doe ik er altijd een extra aardappel bij, voor het geval er toch eens een slechte zou tussenzitten".(KS)