Agrofront uit GLB-bezorgdheid aan Peeters en Laruelle

De landbouworganisaties verenigd in het Agrofront (Boerenbond, ABS en FWA) uiten in een brief hun bezorgdheid over de GLB-hervorming aan ministers van landbouw Kris Peeters en Sabine Laruelle. Wat de vergroening van het Europees landbouwbeleid betreft, houdt de brief een pleidooi om enerzijds minder inkomenssteun afhankelijk te maken van vergroening en anderzijds de vergroening breder in te vullen.

De Europese Commissie stelt voor het budget van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) te bevriezen van 2013 tot 2020. Dit resulteert volgens het Agrofront in een koopkrachtverlies van 12,5 procent. Daarenboven wordt voorgesteld om de enveloppe directe betalingen te herverdelen over de lidstaten. Hierdoor zal de Belgische enveloppe tot 7,7 procent gekort worden. Het Agrofront dringt er bij Peeters en Laruelle op aan dat het totale Belgische GLB-budget en de koopkracht ervan maximaal behouden worden richting 2020. “Een herverdeling van de Europese middelen voor plattelandsbeleid over de lidstaten kan hiertoe bijdragen”, menen de landbouworganisaties.

“Rechtstreekse inkomenssteun garandeert een leefbaar landbouwinkomen, is een noodzakelijke buffer tegen sterke marktschommelingen en komt tussen waar de markt faalt als vergoeding voor strengere Europese normen”, zet de brief het belang ervan in de verf. Het Agrofront is er zich van bewust dat de historische referentie voor de directe betalingen aan landbouwers moeilijk houdbaar is als enige referentie. “Elke overgang naar een andere referentie vraagt ruimte voor evolutie en flexibiliteit om onze bedrijven en sectoren de tijd te geven zich aan te passen”, benadrukt de alliantie daarom. Het Agrofront pleit dan ook voor een geleidelijke en voldoende lange overgangsperiode tot minstens 2020 en verzet zich tegen een al te bruuske herverdeling van bij de start van de overgang.

De verenigde landbouworganisaties herhalen nadrukkelijk hun verzet tegen een regionale ‘flat rate’ per hectare waarvan zij vrezen dat die zich enkel zal vertalen in hogere pacht- en grondprijzen alsook het risico vergroot dat sommige eigenaars in sommige regio’s uitbatingen terugnemen. Het Agrofront bepleit de verhandelbaarheid van toeslagrechten die in aantal beperkter zijn dan het aantal subsidiabele hectares. “De marktwerking garandeert dat de directe betaling maximaal terecht komt waar hij het meest gewenst is”, menen de landbouworganisaties, die geloven dat een markt met toeslagrechten van verschillende waarde de doelstellingen van de directe betalingen nog beter kan waarmaken.

Het Agrofront erkent de nood aan verdere verduurzaming van het GLB. De vergroening van de directe betalingen kan hierin een rol spelen. Het Agrofront wil echter benadrukken dat de door de Commissie voorgestelde vergroening zeer nadelig is voor de Belgische landbouw. “De voorgestelde maatregelen zijn niet geschikt voor een meer intensieve productieregio met een belangrijk aandeel grondarme productie. Hierdoor dreigt de Belgische landbouw een aanzienlijk deel directe betalingen mis te lopen.”

Boerenbond, ABS en FWA bepleiten een dubbele aanpak, enerzijds het terugdringen van het aandeel van de directe betalingen dat moet toegewezen worden aan deze vergroeningsmaatregelen, anderzijds een bredere en beter passende invulling van de vergroeningsmaatregelen waardoor ook de Belgische landbouw beter in staat is in te spelen op de vergroening. De nodige regionale flexibiliteit moet toelaten ook vergroeningsmaatregelen voor niet-grondgebonden sectoren in overweging te nemen. “Finaal moet de keuze bij de individuele boer liggen om al dan niet in te spelen op vergroeningsmaatregelen. Als hij daarvoor kiest moet hij hiervoor gehonoreerd worden via een kostendekkende top-up bovenop de basistoeslag. Zo niet verwordt de vergroening van de directe betalingen tot een bijkomende administratieve belasting en een extra kostenpost”, is het Agrofront overtuigd.

Het Agrofront vraagt de mogelijkheid van gekoppelde premies open te houden. Dat directe betalingen in de toekomst enkel naar actieve boeren zullen gaan, betwijfelt het Agrofront. “Een algemene Europese definitie van een actieve boer zal niet aangepast zijn aan de verschillende nationale en regionale situaties. De lidstaten moeten de mogelijkheid krijgen om specifieke definities uit te werken die verder gaan dan de algemene Europese definitie”, luidt het in de brief. Wat de directe betalingen in specifieke schema’s voor jonge boeren, kleine boeren en benadeelde gebieden betreft, vreest Agrofront dat onbenutte middelen binnen deze schema’s zullen terugvloeien naar Europa. De organisatie bepleit daarom de mogelijkheid om deze onbenutte middelen te kunnen recupereren en nuttig te besteden binnen de lidstaat.

Tot slot betreurt het Agrofront dat in het Commissie-voorstel een kordaat antwoord ontbreekt ten aanzien van de toegenomen volatiliteit op de landbouwmarkten. Ook de positie van de boer in de keten moet nog beter uitgewerkt worden want de voorgestelde maatregelen in het zuivelpakket schieten te kort op het vlak van mededinging. “Er moet een sterk kader uitgewerkt worden voor contracten, producentenorganisaties en inter-brancheorganisaties in alle sectoren”, adviseert het Agrofront.