Afzetpotentieel voor landbouwproducten bij foodservices

Voor heel wat agrovoedingsproducten is er nog groeimarge wat betreft het buitenshuisverbruik en het verbruik van afhaalmaaltijden, samen foodservices genaamd. Dat blijkt uit een grootschalig onderzoek dat VLAM liet uitvoeren door het marktonderzoeksbureau iVox. “Vooral voor gekookte aardappelen, fruit, groenten, (varkens)vlees, zuivel en bio is er nog potentieel”, klinkt het bij VLAM, het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing.

Thuis is en blijft de belangrijkste consumptieplaats. Van het totaal aantal consumptiemomenten heeft 66 procent thuis als consumptieplaats. Het werk of de school vormt de belangrijkste consumptieplaats buitenshuis. Op een gemiddelde dag consumeren 26 procent van de Belgen iets op het werk of school (inclusief voeding van thuis meegebracht). Daarna volgt horeca met een dagpenetratie van 17 procent. Ook bij familie of vrienden wordt regelmatig iets verbruikt (16%). Onderweg is de vierde belangrijkste consumptieplaats met een dagpenetratie van acht procent.

Aangezien buitenshuisverbruik en afhaalmaaltijden een belangrijke plaats innemen in ons consumptiepatroon, vindt VLAM het belangrijk om niet alleen het thuisverbruik in kaart te brengen. In samenwerking met marktonderzoeksbureau iVox werd daarom dagelijks bij 20 andere personen gepeild naar hun consumptie en dit gedurende een volledig jaar. Het onderzoek verzamelde zo in totaal de gegevens van 7.350 unieke personen. De doelgroep van het onderzoek waren in België thuiswonende personen tussen 15 en 65 jaar.

Aardappelen blijven de maaltijdbegeleider bij uitstek. Op een gemiddelde dag eet 49 procent aardappelen of aardappelproducten, 22 procent pasta, negen procent rijst, vier procent pizza, twee procent noedels en telkens één procent kiest voor wraps, quiche of quinoa. Bij de aardappelen wordt het vaakst gekozen voor gekookte aardappelen (18%), gevolgd door friet (13%), puree (8%) en gebakken aardappelen (5%). Het aandeel thuisverbruik van gekookte aardappelen is 85 procent. Bij pasta en rijst heeft ‘thuis’ slechts een aandeel van 75 en 77 procent. Friet wordt het minst vaak thuis verbruikt, namelijk in 56 procent van de gevallen, inclusief afgehaalde frietjes.

Op een gemiddelde dag eten 26 procent van de Belgen geen groenten. Hoe jonger men is, hoe minder vaak men groenten eet. Groenten worden voornamelijk geconsumeerd bij de hoofdmaaltijd en in veel mindere mate bij de tweede broodmaaltijd en amper als tussendoortje. Tomaten, wortelen en sla zijn de vaakst gegeten groenten. 67 procent van de keren dat groenten gegeten worden, worden die thuis gegeten, zeven procent van de keren bij familie of vrienden, tien procent op werk of school, negen procent in de horeca, één procent onderweg en zes procent op andere plaatsen.

Fruit wordt nog minder vaak gegeten dan groenten. 64 procent van de Belgen eet namelijk fruit op een gemiddelde dag. De appel is de koploper met een dagpenetratie van 23 procent, banaan volgt met 18 procent en de sinaasappel sluit de top drie met tien procent. Anders dan groenten zien we dat de fruitconsumptie gespreid is over de hele dag. Fruit wordt slechts weinig gekocht in buitenshuiskanalen.

Op een gemiddelde dag eet 90 procent van de Belgen vlees of vis. Dat betekent dus dat op die dag tien procent van de Belgen vegetarisch gegeten heeft. 85 procent van de Belgen eet een vleesproduct op een gemiddelde dag. Vers vlees haalt een dagpenetratie van 60 procent, vleessnacks zijn goed voor negen procent en vleeswaren halen 68 procent. Het totale verbruik van vers vlees bedroeg in 2014 34,6 kg per capita. Vlees is eerder een thuisverbruikproduct (75% van de keren thuis en 7% in horeca), terwijl vis in verhouding vaker buitenshuis gegeten wordt (60% thuis en 16% in horeca). Vooral het gemengd vlees en varkensvlees worden relatief vaak thuis gegeten. Rundvlees komt al wat vaker in een horecazaak op het bord.

Eieren staan op een gemiddelde dag bij 15 procent van de Belgen op het menu. 70 procent van de keren dat eieren gegeten worden, gebeurt dit thuis en in 17 procent van de gevallen dat thuis eieren gegeten worden, zijn die eieren afkomstig van eigen kippen of van kippen van familie of vrienden. Op een gemiddelde dag eet of drinkt 86 procent van de Belgen een zuivelproduct. Kaas is de koploper met een dagpenetratie van 47 procent, gevolgd door boter of margarine met 35 procent, witte melk met 30 procent en yoghurt met 21 procent. Zuivel wordt voornamelijk thuis geconsumeerd, wel wordt er wel eens een yoghurtje meegenomen naar het werk. Kaas en roomijs worden van de zuivelproducten het minst vaak thuis geconsumeerd.

Op een gemiddelde dag eet 18 procent van de Belgen minstens één biologisch product. Het gaat hier in de eerste plaats over groenten en fruit en verder ook over zuivel en eieren. Bio wordt in vergelijking met gangbare producten eerder thuis gegeten. Het bioverbruik op het werk en in de horeca blijft beperkt.