Aelvoet geeft uitleg bij BSE-rapport

Het rapport van de Food and Veterinary Office van de Europese Commissie over de toepassing in België van de BSE-maatregelen heeft een aantal lacunes blootgelegd. Maar ondertussen heeft ons land al een reeks maatregelen genomen. Bovendien blijkt niet uit de vaststellingen van de FVO dat de gezondheid van de consument in gevaar was. Dat merkt federaal minister van volksgezondheid, Magda Aelvoet, in een reactie op.

De FVO bracht eind december 2000 een inspectiebezoek aan België om na te gaan hoe de (Europese) BSE-maatregelen hier werden toegepast. Het inspectierapport stelt vast dat het gespecificeerd risicomateriaal onvoldoende kan getraceerd worden. Het wijt dit aan een gebrek aan communicatie/coördinatie tussen de bevoegde (gewestelijke en federale) diensten. Voorts moeten de controles op de mogelijke aanwezigheid van diermeel in veevoeder versneld worden.

Aelvoet wijst erop dat de Belgische autoriteiten al punt voor punt hebben geantwoord op de kritiek van de commissie. Ondertussen werden ook al verschillende maatregelen genomen, benadrukt de Agalev-minister.

De controles op het veevoeder werden opgevoerd. Dit jaar zijn 700 staalnames voorzien, tegenover 200 à 300 de jaren voordien. Extra labpersoneel moet ervoor zorgen dat de testen sneller gebeuren. Aelvoet merkt op dat er noch in '99, noch in 2000 een positief staal werd gevonden.

Voorts wordt aan een Conventie tussen de gewesten en het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) gewerkt. Dat moet "een onbetwistbare traceerbaarheid garanderen van het dierlijk afval met hoog risico, van het slachthuis tot de verbrandingsoven". De bevoegde ministers zullen daarvoor hun wetgeving op elkaar afstemmen, de controletaken zullen duidelijk verdeeld worden over de betrokken controlediensten.

"Op geen enkel moment hebben de vaststellingen van het FVO concreet aangetoond dat de gezondheid van de consument in gevaar was", besluit Aelvoet.

In een reactie zegt CVP-kamerlid Hubert Brouns het "onaanvaardbaar" te vinden dat er twee jaar na de dioxinecrisis en de aankondiging van een Federaal Voedselagentschap op het terrein nog niets veranderd is. "Het Agentschap is nog altijd een lege doos", stelt Brouns, die de regering aanmaant het Agentschap snel operationeel te maken. Volgens Aelvoet zal de overgang van de betrokken diensten (van Landbouw en Volksgezondheid) naar het Agentschap "binnen de volgende weken" plaatsvinden. Het FAVV wordt in de toekomst belast met de algemene coördinatie van de controle op de voedselketen.