nieuws

Aelvoet belooft betere aanpak opruimingen

nieuws
Landbouwbedrijven die in de toekomst met een BSE-geval worden geconfronteerd zullen op een andere manier vergoed worden. Daarbij wordt meer rekening gehouden met typische kenmerken van de veestapel van het bedrijf. Dat kondigde federaal minister van Dierenwelzijn en Volksgezondheid Magda Aelvoet (Agalev) aan tijdens een informeel bezoek aan een getroffen melkveebedrijf.
12 april 2002  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 13:52
Landbouwbedrijven die in de toekomst met een BSE-geval worden geconfronteerd zullen op een andere manier vergoed worden. Daarbij wordt meer rekening gehouden met typische kenmerken van de veestapel van het bedrijf. Dat kondigde federaal minister van Dierenwelzijn en Volksgezondheid Magda Aelvoet (Agalev) aan tijdens een informeel bezoek aan een getroffen melkveebedrijf.

Aelvoet wil ook bekijken of en hoe psychologische hulp voor de betrokken families kan worden georganiseerd en hoe de communicatie beter kan.

Het melkveebedrijf van Moniek en Etienne De Wilde in Zevergem behoorde tot eind vorig jaar tot de top in Vlaanderen en België. Op 20 november vorig jaar kwam een ambtenaar vertellen dat hun bedrijf moest opgeruimd worden. Een dier dat vier jaar eerder bij hen was vertrokken, vertoonde immers tekenen van BSE. Pas twee weken later kregen ze te horen dat de test inderdaad positief was en dat alle 127 rood-bonte koeien moesten afgemaakt worden.

Alles waar ze 27 jaar voor gewerkt hadden, een combinatie van doordacht fokken en gezond boerenverstand, werd tenietgedaan. Het wachten op de definitieve uitslag, het botsen op genadeloze reglementeringen ("de uitslag ligt voor mij, maar ik mag hem u niet geven") maakte het psychologisch ondraaglijk zwaar. "Je bedrijf wordt jaren teruggeslagen, je inkomen komt onder druk te staan, maar het ergste is dat je onrechtmatig wordt behandeld en dat je moreel bijzonder zwaar op de proef wordt gesteld", zegt veehouder Etienne.

"Ik voelde me mee afgeslacht met mijn dieren", vult zijn vrouw Moniek aan. Vooral dat de twee erkende schatters die langs kwamen duidelijk niet gewoon waren om de waarde van een veestapel van topkwaliteit te ramen, zit hen hoog.

De dieren werden nauwelijks individueel bekeken, het dikgevulde dossier dat de boeren hadden voorbereid, bleef ongelezen. Volgens verantwoordelijken van het ministerie van Landbouw hebben de schatters echter opdracht gekregen om 'zonder tegenspraak' te schatten. Ze mogen geen rekening houden met wat derden (boekhouders, veeartsen) zeggen, klonk het ietwat verbijsterend.

Minister Aelvoet en haar adviseur kondigden aan dat - vermoedelijk in het najaar - een KB van kracht wordt dat de schatting anders regelt. Tot nu toe werd de regeling gebruikt die voor mond- en klauwzeer geldt. Bij MKZ is het van belang dat de dieren zo snel mogelijk worden opgeruimd. Bij BSE is die hoogdringendheid er niet.

De schatters zullen in de toekomst de dieren in categorieën indelen en later op basis van gegevens (melkkwaliteit en -productie, stamboekwerking, drachtigheid) de waarde schatten. Ook wordt een soort beroepsprocedure (herzieningsprocedure)voorzien. "Maar de totale waarde van de veestapel kan je nooit vergoeden. Anders wordt het een verzekeringssysteem", zei Aelvoet. En dat is de bedoeling niet.

Momenteel worden de gevolgen bestudeerd van het bestaande en het op stapel staande systeem. Ook wil Aelvoet uniforme procedures voor alle BSE-gevallen. De getroffen veehouders zouden tenminste snel het resultaat van de snelle test moeten te horen krijgen - wat hier niet het geval was. "Maar", waarschuwde ze, "denk niet dat daarmee de folter uitgeschakeld is". Ook na een positieve snelle test, blijven de landbouwers bidden dat het definitieve resultaat alsnog gunstig zou zijn.

Aelvoet beloofde ook na te gaan hoe de communicatie beter kon. "Al kan de communicatie in zo'n geval nooit goed genoeg zijn. Slecht nieuws blijft slecht nieuws". "Naast de communicatie naar de consument mogen we ook die naar de boer niet vergeten", vulde Pascal Houbaert, de woordvoerder van het Voedselagentschap aan.

Tijdens het gesprek werd geopperd om de inspecteurs van Landbouw op te leiden voor het brengen van zo'n onheilstijding (alsook voor het schatten van topveestapels) en om een heldere brochure te schrijven waarin de wetgeving en de procedures bij BSE-gevallen uit de doeken wordt gedaan. Een voorstel dat Aelvoet best ziet zitten. Ook zal ze onderzoeken of en hoe de boeren psychologische hulp kunnen krijgen bij zulke rampscenario's.

Aelvoet herhaalde dat de landbouworganisaties niets zagen in een gedeeltelijke opruiming (enkel op basis van de cohorte) van de bedrijven. Iets wat de Boerenbond in een mededeling tegensprak. De organisatie zegt dat de overheid de keuze niet aan de boeren mag overlaten. Het getroffen melkveebedrijf, dat ondertussen de draad weer heeft opgenomen met de aankoop van nieuwe - maar minder kwalitatief hoogstaande - koeien, was blij om, in naam van andere getroffen collega's, hun verhaal eens te kunnen vertellen aan Aelvoet.

Lees ook: "Een tweede bedrijfsopruiming kan ik niet aan"

Bron: Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek