ABS en Natuurpunt vragen duurzaamheidspremie voor vleesvee

Het is een ongeziene coalitie. Natuurpunt en landbouworganisatie het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) pleiten samen voor een duurzaamheidspremie als alternatief voor de op zijn eind lopende zoogkoeienpremie. “De gezamenlijke belangen in dit dossier waren groot genoeg om de tegengestelde belangen die we in andere dossiers verdedigen even opzij te zetten”, reageert Hendrik Vandamme, voorzitter van ABS.

19 april 2021  – Laatst bijgewerkt om 19 april 2021 15:22
Lees meer over:

Bij de opmaak van het Vlaams regeerakkoord 2019-2024 werd er beslist om de gekoppelde Europese steun – de zogenaamde zoogkoeienpremie - uit te faseren tegen 2027. Vlaams minister van Landbouw Hilde Crevits liet al weten dat dat ook het uitgangspunt zal blijven bij het onderzoeken van alternatieven voor de vleesveesector om zowel de weggevallen inkomenssteun op te vangen als de klimaatdoelstellingen te realiseren waarvoor de betrokken veehouders inspanningen leveren.

 “Op dit ogenblik zijn we in overleg met de stakeholders en kijken we voor de duurzame alternatieven vooral in de richting van maatregelen die inzetten op een grotere autonomie inzake eiwitvoorziening”, zei minister Crevits half maart. “Het zijn maatregelen die bijdragen aan de aanpassing aan de klimaatverandering en aan het bevorderen van duurzame ontwikkeling en efficiënt beheer van water, bodem, lucht of biodiversiteit.”

Ondermaatse prijsvorming maakt premie nodig

De gekoppelde steun of zoogkoeienpremie is een premie die de vleesveebedrijven krijgen per koe die kalft. Volgens ABS is de zoogkoeienpremie broodnodig. “Het Belgische rundsvlees is van topkwaliteit, maar een aantal regels en oneerlijke concurrentie door niet-EU import zorgden voor een ondermaatse prijsvorming”, klinkt het. “De vleesveehouderij is dan wel flink gekrompen de laatste jaren, dood en begraven is die zeker niet. De sector kent zelfs een instroom van jonge landbouwers die enthousiast in de zoogkoeienhouderij gestart zijn, waarmee hopelijk een einde komt aan de vergrijzing waar de sector onder te lijden heeft.”

“De Vlaamse regering wil blijkbaar af van de platte subsidie per dier”, zegt Hendrik Vandamme, voorzitter van ABS, aan de krant De Standaard. “Het is ook een makkelijke manier om de veestapel te verkleinen, want zonder die premie gaan veel rundveebedrijven failliet. Het gaat om zo'n 7.000 boeren die samen 143.000 zoogkoeien hebben. Doorgaans zijn dat kleine familiale bedrijven.”

Het ontbreken van een economische return voor het onderhoud van deze graslanden door het ondoordacht afschaffen van de zoogkoeienpremie, dreigt deze weilanden verweesd achter te laten

Hendrik Vandamme - Voorzitter ABSt

Al heeft het afgelopen jaar wel voor een kentering gezorgd bij de consument. Mensen eten meer thuis en dat gaf de verkoop van Belgisch rundsvlees een serieuze boost. “Maar zonder zoogkoeienpremie zou het verdienmodel ook nu niet goed zijn”, aldus Vandamme. “We hebben daarom met de steun van en in nauw overleg met onze leden zoogkoeien-houders een duurzaamheidspremie ontwikkeld als alternatief voor die zoogkoeienpremie. Steun voor dit voorstel is vanuit eerder onverwachte hoek, namelijk Natuurpunt, gekomen.”

Ongeziene coalitie

Als de zoogkoeienhouders verdwijnen, dreigen ook tienduizenden hectaren grasland zonder passend beheer te vallen. “Nu wordt voorgesteld om de zoogkoeienpremie om te zetten in een simpele graslandpremie. Wie blijvend grasland heeft, zou geld krijgen”, reageert Hendrik Vandamme. “Die denkpiste lijkt eenvoudig en best aantrekkelijk, maar het vangt geen nadelen van de extern opgelegde beperkingen op. Het ontbreken van een economische return voor het onderhoud van deze graslanden door het ondoordacht afschaffen van de zoogkoeienpremie, dreigt deze weilanden verweesd achter te laten.”

Een flink deel van die graslanden is echter heel oud en vaak ook ecologisch waardevol. “Het zijn reservoirs waar al decennialang aan koolstofopbouw wordt gedaan, wat zeer belangrijk is voor het klimaat”, springt Freek Verdonckt, landbouwexpert bij Natuurpunt, in. “Vaak liggen ze in valleigebieden, op hellingen of in de polders. Behalve die koolstofberging leveren ze essentiële ecosysteemdiensten, zoals erosiebestrijding en waterberging. De graslanden die het minst intensief gebruikt worden, voor een beperkt aantal runderen dus, zijn een paradijs voor flora en fauna.”

Verdonckt en Vandamme vrezen dat, met het verdwijnen van de rundvee­houders, de graslanden in handen van melkveehouders zullen komen, schrijft de krant De Standaard. “Geschikt grasland voor melkvee verschilt structureel van het soort grasland dat beter geschikt is voor vleesvee”, aldus Vandamme. “Melkkoeien hebben een ­eiwit- en energierijk dieet nodig. De historische graslanden zijn daar veel minder ­geschikt voor. Om tot eiwitrijk gras te ­komen, heb je de meest productieve rassen nodig, moet je bemesten, en regelmatig scheuren (omploegen) en weer inzaaien.”

“In valleigebieden en beekdalen, waar een flink stuk CO 2 opgeslagen ligt, speelt de rundveeteelt een belangrijke rol”, vult Verdonckt aan. “De KU Leuven berekende dat er 11 ton CO2-equivalent vrijkomt als het waterpeil daar een meter zou zakken. Dat kan zomaar gebeuren als het grasland wordt omgezet in akkers of als er turbogras gezaaid wordt voor melkkoeien. Die grond moet echt natgehouden worden, en de vleesveehouders kunnen dat. Het zou van een onomkeerbare domheid getuigen als de Vlaamse regering net die landbouwers wegjaagt door hen elke steun te ontzeggen.”

Duurzaamheidspremie als alternatief

Volgens het ABS zijn de grote lijnen van hun voorstel uitgeschreven, maar hoe zo’n duurzaamheidspremie er exact uit moet zien, is nog niet volledig bepaald. “Een duurzaam inkomen staat alleszins voorop”, zegt Vandamme. “Duurzaam, in die zin dat het een systeem moet worden waar we langere tijd mee vooruit kunnen en niet om de haverklap het voorwerp is van een politieke besluitvorming. Enkel zo kunnen we een toekomst bieden aan de vleesveehouders.”

Een tweede punt waar ABS op hamert, is maatschappelijke duurzaamheid. “Rundsvlees wordt door diverse ngo’s onder vuur genomen”, gaat Vandamme verder. “Hierbij wordt handig gebruikt gemaakt van globale cijfers om een lokaal product in de verdomhoek te plaatsen. Met de duurzaamheidspremie willen we hier een stevig antwoord op bieden en Vlaams rundsvlees als lokaal en duurzaam product promoten en binnen Vlaanderen verankeren.”

We willen sturen, door te focussen op de graslanden die strategisch het relevantst zijn

Freek Verdonckt - Expert landbouw bij Natuurpunt

Om die duurzaamheidspremie te krijgen, moeten de zoogkoeienhouders wel aan enkele belangrijke ecologische voorwaarden voldoen. Zo zouden ze 15 procent van hun grasland extensief moeten beheren. Dat betekent dat ze dat stuk niet mogen omploegen, dat ze er geen kunstmest en pesticiden mogen gebruiken en dat ze er maar een beperkt aantal dieren per hectare mogen houden.

“Vleesveehouders die ook aan akkerbouw doen, willen we vragen om niet alleen te focussen op maïs en ingevoerde soja voor het voederen van hun dieren, maar dat ze inzetten op eiwitten uit diverse zelfgeteelde gewassen, om kringlopen te sluiten”, vult Verdonckt aan. “We willen sturen, door te focussen op de graslanden die strategisch het relevantst zijn.”

“We vragen een duurzaamheidssprong van de sector”, klinkt het. “Dat ligt mogelijk gevoelig want sommige voorwaarden schoppen tegen heilige huisjes zoals de vrije teeltkeuze. Maar het levert een solider businessmodel op, dat gekoppeld is aan maatschappelijke doelen en dat niet alleen afhangt van de volatiliteit van de markt. We hopen zelfs landbouwers te overtuigen om gedraineerde akkers opnieuw om te zetten naar waterbergend grasland, zodat er een surplus aan koolstofopbouw komt.”

Gratis en onvoorwaardelijk zal de duurzaamheidspremie met andere woorden niet tot bij de veehouder komen. “Haalbaarheid en inkomen staan mee op de voorste rij”, vat Vandamme het voorstel samen. “De manier waarop er invulling gegeven zal worden aan de voorwaarden voor de duurzaamheidspremie hoeft dan ook niet voor elk bedrijf hetzelfde te zijn. Een bedrijf met veel grasland hoeft daarbij niet onder te doen voor een bedrijf met in verhouding meer bouwland.”

Race nog niet gelopen

De duurzaamheidspremie en eigenlijk het volledige plan voor een nieuw GLB is nog geen gelopen race in Vlaanderen en Europa. “De gesprekken lopen op dit ogenblik”, aldus minister Crevits. “De timing is de timing van het regeerakkoord. De nieuwe GLB-regeling gaat in principe van start in 2023. Die alternatieven zullen dus ook binnenkort duidelijk moeten worden.”

De lidstaten bepalen dit keer zelf mee het ambitieniveau. “We krijgen dus een unieke kans om het roer om te gooien”, klinkt het bij Natuurpunt. “Met het juiste landbouwbeleid kunnen we natuurinclusief boeren wel economisch rendabel maken. Inzetten op natuurkwaliteit en milieudoelen zou een basisvereiste moeten zijn. Dat kan door de directe inkomenssteun aan landbouwers te koppelen aan zinvolle en controleerbare randvoorwaarden.”

“Naar goede gewoonte ligt elk besluit of plan waar het woordje landbouw in voorkomt, onder een vergrootglas en vormt het aanleiding voor verhitte politieke debatten”, besluit Vandamme. “Als landbouworganisatie zullen we op alle niveaus ook blijven vechten voor een Gemeenschappelijk Landbouwbeleid die naam waardig: dat alle landbouwsectoren er zich solidair in moeten kunnen vinden.”

Bron: Eigen verslaggeving / De Standaard

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek