AB InBev etaleert opnieuw talent voor kostenbesparingen

AB InBev, de grootste brouwer ter wereld, heeft over het eerste kwartaal opnieuw aangetoond dat het zijn gelijke niet kent als het aankomt op kostenbesparingen. Terwijl de resultaten op het vlak van omzet aan de onderkant van de verwachtingen uitkwamen, presteerde de groep beduidend beter dan verwacht op het vlak van bedrijfskasstroom en vooral nettowinst.

De genormaliseerde nettowinst kwam uit op 783 miljoen dollar. Analisten hadden gemiddeld gerekend op 634 miljoen dollar. Een vergelijking maken met vorig jaar is niet mogelijk. AB InBev heeft nooit pro forma-winstcijfers gegeven voor de gecombineerde groep, die pas eind vorig jaar ontstond.

De genormaliseerde ebitda kwam eveneens boven de verwachtingen uit. Analisten rekenden gemiddeld op 2,564 miljard dollar, maar het werd 2,786 miljar dollar. De omzet klokte af op 8,197 miljard dollar. Analisten hadden iets hoger gemikt met een gemiddelde prognose van 8,489 miljard dollar. Het totale volume lag met 95,1 miljoen hectoliter dicht bij de analistenvoorspelling van 94,9 miljoen hectoliter.

Ook raakte bekend dat InBev het Zuid-Koreaanse Oriental Brewery voor 1,35 miljard euro verkocht heeft aan de Amerikaanse private equitygroep Kohlberg Kravis Roberts & Co. InBev kocht de tweede grootste brouwerij van Zuid-Korea in 1998. De brouwerij blijft wel samenwerken met AB InBev en behoudt de licenties om onder meer Hoegaarden en Budweiser te brouwen op de thuismarkt.

De biergigant behoudt bovendien een belang in de Zuid-Koreaanse brouwerij en krijgt het recht om het bedrijf vijf jaar na afronding van de transactie opnieuw te verwerven. De verkoop van Oriental Brewery maakt deel uit van het programma voor de afbouw van de schuldpositie bij AB InBev. In totaal wil AB InBev voor zeven miljard dollar activiteiten verkopen om de overname van Anheuser-Busch te kunnen verteren.