Waarde Vlaams toeslagrecht daalt met 45% in nieuw GLB
nieuwsVolgens de huidige voorstellen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid daalt in Vlaanderen de gemiddelde steun per landbouwbedrijf met 26 procent van 10.152 euro naar 7.551 euro tegen 2020. De waarde van de toeslagrechten daalt gemiddeld met 45 procent tot 268 euro per hectare. Dat zei minister-president Kris Peeters in de commissie Landbouw van het Vlaams Parlement.
Uit cijfers van het beleidsdomein Landbouw en Visserij blijkt dat in 2013 de totale rechtstreekse steun voor Vlaanderen ruim 262,5 miljoen euro zal bedragen. Als het voorstel van eurocommissaris Dacian Ciolos voor het nieuwe Europese landbouwbeleid ingang vindt, dan zou die steun tegen 2020 dalen tot 246,4 miljoen euro. Voor de zoogkoeienpremie gaat men ervan uit dat die onveranderd op 29 miljoen euro blijft liggen.
Het totaal budget voor toeslagrechten in Vlaanderen daalt van 233,5 miljoen euro in 2013 tot 166,12 miljoen euro in 2020. Het aantal toeslagrechten zal stijgen van 480.000 naar ongeveer 620.000. Het aantal begunstigden van de toeslagrechten gaat dan weer omlaag van 23.000 naar 22.000 tegen 2020. Het aantal toeslagrechten per begunstigde wordt in 2013 verwacht op 21 te liggen en zeven jaar later op 28 (+35%).
De gemiddelde waarde van een toeslagrecht in Vlaanderen zal in 2013 op 486 euro per hectare liggen. “Daarmee zitten we bij de hoogste gemiddelde toeslagrechten in Europa. Tegen 2020 gaat van dat bedrag zo’n 45 procent af, waardoor er nog 268 euro per hectare kan uitgekeerd worden. Dit wordt opgesplitst in een basispremie van 161 euro (70%) en een vergroeningspremie van 107 euro (30%)”, vertelde Peeters in de Commissie. Per begunstigde gaat het gemiddeld om een totaal steunbedrag van 7.551 euro, waarvan 4.527 euro basispremie en 3.024 euro vergroeningspremie.
De minister-president heeft heel wat moeite met de vergroeningsvoorstellen die op tafel liggen. Eén van de verplichte maatregelen bestaat erin dat landbouwers in de toekomst minstens drie verschillende gewassen moeten verbouwen op hun bedrijf, waarbij een gewas minstens minimaal vijf procent van het areaal van dat bedrijf inneemt. Het grootste gewas mag niet meer dan 70 procent van de bedrijfsoppervlakte bedragen. “Uit cijfers van de administratie blijkt dat momenteel slechts de helft van de boeren aan deze voorwaarden voldoet”, klinkt het.
De tweede verplichte maatregel, het niet scheuren van permanent grasland, lijkt niet meteen voor onoverkomelijke problemen te zorgen in Vlaanderen. “Wel problematisch is de verplichting om zeven procent van het totale areaal te voorzien voor ecologisch focusgebied. Aan deze voorwaarde voldoen op dit moment slechts 22 procent van de land- en tuinbouwers”, aldus Peeters. Bovendien berekende de landbouwadministratie dat de kost voor deze vergroening hoger is dan hetgeen het de landbouwsector opbrengt.
“De voorstellen van Ciolos gaan volledig voorbij aan de inspanningen die Vlaanderen al heeft geleverd op vlak van vergroening. Bovendien zorgen deze vergroeningsmaatregelen voor oneerlijke concurrentie. In Vlaanderen is de landbouwgrond zeer duur door de grote gronddruk die er bestaat. Hij moet dus maximaal opbrengen. Als wij zeven procent van de gronden braak moeten laten liggen, is dat een zeer grote kost. Veel groter dan die in andere lidstaten is”, beweert de minister-president.
De commissieleden Landbouw van het Vlaams Parlement, zowel uit de meerderheid als uit de oppositie, deelden de bezorgdheid van Peeters. Ze drongen er bij de minister-president op aan om te trachten zoveel mogelijk coalities te sluiten met andere lidstaten met gelijkaardige belangen, zoals Nederland en Denemarken. Ook eurocommissaris voor Handel Karel De Gucht en Europees president Herman Van Rompuy moeten volgens hen betrokken worden. “We moeten ook onze Europese parlementsleden duidelijk maken wat er op het spel staat, net zoals we middenveldorganisaties en andere mogelijke partners niet mogen vergeten”, klonk het.