"Vlaamse siertelers meest milieubewust"
nieuwsOp vraag van een aantal Vlaamse milieubewuste sierteeltbedrijven werd tien jaar geleden het Vlaams Milieuplan Sierteelt (VMS) opgericht. Het was een systeem waarbij sierteeltbedrijven zich vrijwillig aansloten op een registratie- en controlesysteem op het vlak van milieuvriendelijk telen. Om de vier weken controleert het VMS het effectieve verbruik en zet het die gegevens via een puntensysteem om in een rapport. Eén en ander resulteert in een kwalificatie A, B, C of D, waarbij de A-kwalificatie er op wijst dat het bedrijf inderdaad wel inspanningen levert op vlak van duurzaamheid en milieuvriendelijk telen.
"Op het eerste gezicht hebben siertelers geen onmiddellijk voordeel bij hun engagement en een eventueel A-attest", zegt Griet Grillaert. "Dat attest komt namelijk niet als een zichtbaar label op hun product. De consument die een plant aankoopt, wordt er dus niet mee geconfronteerd. De aankoper van een tuinbouwcentrum wel, want die weet via de vaksector welke bedrijven een A-label hebben. In de toekomst kan dat veranderen, want een aantal Engelse grootdistributieketens en Ikea eisen nu al een A-label als ze aankopen doen".
Tuinbouwers die zich laten registreren, betalen daar 645 euro per jaar voor. Sinds kort geeft de Vlaamse overheid een aanmoedigingspremie die de aansluitingskosten bijna dekt, waardoor het aantal aangesloten bedrijven toeneemt. "Momenteel is 25 procent van de tuinbouwbedrijven aangesloten, maar de laatste drie maanden zijn er twintig bijgekomen", aldus Grillaert, die droomt van een aansluitingspercentage van 75 procent.
Boomkweker Hans De Neve uit Oosterzele was er tien jaar geleden als de kippen bij om zich aan te sluiten bij VMS. "Ik kon mij onmiddellijk terugvinden in hun visie", weet De Neve nog. "Dankzij dat A-label kan ik als bedrijf bewijzen dat ik voldoe aan een aantal normen waardoor ik het milieu minder belast. Voor de consument is er inderdaad nog niet meteen een duidelijk teken, maar ik stel vast dat meer en meer overheden en gemeentebesturen bij het opstellen van bestekken vragen of we over het A-label beschikken".
De vierwekelijkse metingen geven Hans De Neve ook een duidelijk zicht op zijn verbruik van energie en van producten. "Dat het systeem niet verplicht is, zorgt er mee voor dat we het deels uit idealisme doen, om tegenover de buitenwereld te bewijzen dat we goed bezig zijn. Beter zo dan dat de overheid ons regels oplegt die weer niet te volgen zijn.(GL)