"Vlaamse landbouwers boeren in achtergesteld gebied"
nieuwsHet Algemeen Boerensyndicaat (ABS) licht in Drietandmagazine een tipje van de sluier van de enkele weken geleden gelekte nota van de Europese Commissie over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) naar 2020 toe. Opvallend is dat ABS ervoor pleit om Vlaanderen te beschouwen als een achtergestelde landbouwregio zodat de Vlaamse landbouw in aanmerking komt voor specifieke EU-steun.
De nota van de Europese Commissie zet de toon voor de verdere discussie in verband met het GLB na 2013 en is gericht aan het Europees Parlement, de Landbouwraad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio’s. Op 17 november wordt de officiële visie van de Commissaris verwacht. ABS noemt het een goede zaak dat de Commissie meteen al kijkt richting 2020, zodat de sector misschien wat meer zekerheid en houvast krijgt. Al is ABS niet onverdeeld gelukkig met de visie die ontwikkeld werd door de diensten van de landbouwcommissaris.
Het systeem van de twee pijlers zoals we dat vandaag kennen blijft overeind, weliswaar met het niet onbelangrijk verschil dat ook milieuvoorwaarden meegenomen zouden worden in de eerste pijler om de directe betalingen aan de producenten te verantwoorden tegenover de burgers. Deze verschuiving bleek ook uit de recente internetenquête van de Commissie en was op het symposium in juli een veel aangekaart onderwerp, waar de EU-commissaris blijkbaar oor naar heeft.
Er zou dus een gelijke en ontkoppelde basisvergoeding komen voor alle Europese boeren. Voor de grootste bedrijven wordt een plafond ingevoerd, weliswaar rekening houdend met het aantal tewerkgestelde personen wat een toeslag zou kunnen verantwoorden. Daarnaast zou er aandacht besteed worden aan de kleine bedrijven, die zouden kunnen rekenen op een minimum directe betaling. ABS vraagt zich hierbij af wat de definitie van “een klein bedrijf” zal zijn. In Vlaanderen bedraagt de gemiddelde oppervlakte zo’n 20 ha, terwijl dat in Frankrijk ongeveer 80 ha bedraagt.
ABS stelt een duidelijke vergroening vast van de directe betalingen door de milieucriteria waaraan voldaan moet worden. Deze groene component zou volgens de EU-landbouwcommissaris gekoppeld moeten worden aan jaarlijkse engagementen zoals het behoud van permanent grasland, groenbedekking, teeltrotaties, natuurlijke braak, enz. De randvoorwaarden die vandaag gelden, komen hiervoor in aanmerking.
De vrijwillige, gekoppelde betalingen kunnen behouden blijven om bepaalde achtergestelde regio’s of sectoren in moeilijkheden te ondersteunen. De lidstaten zouden hierbij een zekere autonomie krijgen om deze steun te verdelen, rekening houdend met bijvoorbeeld de bedrijfsoppervlakte, de veebezetting of de gemiddelde opbrengsten op een bedrijf. ABS dringt er op aan dat Vlaamse landbouw zou beschouwd worden als landbouw in een achtergesteld gebied. “Nergens anders in de Europese Unie is de bebouwde en verharde oppervlakte zo aanwezig in het platteland of wat daar nog van overblijft”, verklaart ABS-voorzitter Hendrik Vandamme. ABS meent dat het nadeel van de Vlaamse landbouw vergelijkbaar is met het steeds weer aangehaalde voorbeeld van de bergboeren.
ABS vindt het opvallend dat in de nota van de EU-commissaris maar beperkt verwezen wordt naar reguleringsinstrumenten zoals interventie en restitutie. “Met geen woord wordt gerept over het versterken van de positie van de producenten, laat staan het behoud van quota”, zegt Vandamme. “Zelfs voor de suikersector lijkt de zekerheid en de bescherming van de productie op Europees niveau niet meer aan de orde.” ABS-voorzitter Vandamme stelt zich daarom de vraag of landbouwcommissaris Ciolos “besmet is door de WTO-vrijhandelsmicrobe”. Vandamme hoopt van niet want als dat wel het geval is, dan vreest hij voor een afslanking van een groot deel van de sector.