Vlaams parlement opgetogen over nitraatresidu's
nieuwsIn Vlaanderen bestaan twee soorten nitraatresidumetingen. Sinds 1991 kunnen landbouwers op vrijwillige basis waterbeheerovereenkomsten sluiten. Boeren die dat doen, nemen de vrijwillige verplichting op zich om minder te bemesten en om stalen te nemen van het nitraatresidu. In 2001 voldeed 68 procent van die stalen aan de norm van minder dan 90 kilogram nitraatresidu per hectare. In 2007 bedroeg dit percentage 89 procent.
Daarnaast moeten in het kader van het nieuwe mestdecreet zowel in risicogebieden als in niet-risicogebieden metingen van het nitraatresidu gebeuren. In 2003 werden al dergelijke metingen uitgevoerd, maar dan wel slechts op 2.400 percelen. De voorbije twee jaar werden stalen genomen op bijna 9.000 percelen. In 2006 bedroeg het gemiddelde resultaat 107 kilogram nitraat per hectare, terwijl dit vorig jaar teruggelopen was tot 72 kilogram. Ter vergelijking: in 2003 was nog sprake van een residu van 125 kilogram. Dat jaar voldeed 47 procent van de percelen aan de norm. Vorig jaar was dat 74 procent.
"Minder residu kan effectief betekenen dat er minder bemest wordt, maar het kan evengoed betekenen dat er bijvoorbeeld minder afvloeit van de akkers naar de waterlopen. Die duiding is belangrijk", antwoordde Groen!-parlementslid Rudi Daems op de uitleg van Crevits. Volgens de minister tonen de resultaten niettemin aan "dat de landbouwers sterk bezig zijn met het in toom houden van het nitraatresidu". En uit een recent onderzoek van de Mestbank blijkt dat een laag nitraatresidu in principe een positieve invloed moet hebben op de waterkwaliteit, besluit Crevits.(KS)