"Verantwoorde rassenkeuze sleutel voor rendabele teelt"
nieuwsHet Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) publiceert voor de 22ste keer een beschrijvende en aanbevelende rassenlijst voor voedergewassen en groenbedekkers. Een verantwoorde rassenkeuze is één van de belangrijke schakels om te komen tot een rendabele teelt. Het voorbije decennium is de productie van verschillende voedergewassen met 0,3 à 2 procent per jaar gestegen.
Nieuw dit jaar zijn drie rassen van gras, zes rassen kuilmaïs en één ras korrelmaïs. Zij scoren hoger dan de reeds bekende rassen op vlak van zowel opbrengst, ziekteresistentie als kwaliteit. Zaadfirma’s en veredelingsbedrijven kunnen niet zomaar naar eigen goeddunken nieuwe variëteiten van landbouwgewassen op de markt brengen. Ze zijn verplicht om hun nieuw ontwikkelde rassen eerst voor te leggen aan de overheid.
Pas wanneer na een wetenschappelijke proef blijkt dat de nieuwe rassen tenminste even goed of beter zijn dan de bestaande rassen, wordt een nieuw plantenras toegelaten tot de markt. Concreet gebeurt dat door opname in de jaarlijkse officiële rassenlijst. In België zijn drie wetenschappelijke instellingen betrokken bij de officiële vergelijkende rassenproeven, voorafgaand aan de eventuele opname in de rassenlijst. Het ILVO in Merelbeke is daar één van. Het Centre wallon de Recherches agronomiques (CRA) in Gembloux en het Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet (KBIVB), voor rassenproeven op suikerbiet, zijn de andere.
De rassenlijst biedt een objectieve garantie aan de landbouwers: zij kunnen nieuwigheden zonder noemenswaardige risico’s in hun teeltplan inschakelen. Vooral voor voedergewassen die op het eigen bedrijf verbruikt worden, is de nood aan een objectieve rassenvergelijking groot. De opbrengst van de huidige beste (aanbevolen) rassen kuilmaïs halen 23 procent meer VOS-opbrengst (opbrengst aan verteerbare organsiche stof) dan de kuilmaïsrassen van 20 jaar geleden.
Voor korrelmaïs is de korrelopbrengst zelfs 41 procent hoger ten opzichte van 20 jaar geleden. Bij grassen (Italiaans en Engels raaigras) bedraagt de opbrengsttoename ongeveer 0.3 procent per jaar. Het rassenonderzoek heeft dus door zijn strenge evaluatieprocedure een belangrijke bijdrage tot de rendabiliteit geleverd. Op die manier kan de landbouwer meegenieten van de vooruitgang van de veredeling.
“Een goed gestructureerd systeem van rassenbeproeving is niet goedkoop, maar de potentiële baten voor de landbouwers zijn een veelvoud van de kosten”, verklaart ILVO, die rassenbeproeving als de motor voor vooruitgang door veredeling beschouwt. De verdere uitbouw van de rassenlijsten blijft ook in de toekomst één van de prioritaire opdrachten van het Rassenonderzoek bij ILVO-Plant. Rekening houden met randvoorwaarden zoals de verstrengde mestwetgeving en geïntegreerde gewasbescherming wordt één van de aandachtspunten.
Meer info: Rassenlijst voor voedergewassen en groenbedekkers 2012