Veilingen Brava en Greenpartners fuseren tot Coöbra

De groenteveilingen Brava en Greenpartners zijn gefuseerd. De nieuwe fusieveiling krijgt de naam Coöbra en zal een omzet halen van bijna 120 miljoen euro en meer dan tien procent van de Belgische groenteproductie verhandelen. “De fusie was logisch aangezien beide veilingen aan de ondergrens zaten van wat een veiling vandaag aan schaalgrootte moet betekenen”, aldus voorzitter Josse De Baerdemaeker.

Brava heeft vestigingen in Zellik en Kampenhout en realiseerde een omzet van 73 miljoen euro. De veiling telt zo’n 1.000 leden en stelt 75 personeelsleden te werk. Witloof maakt de helft van het productaanbod van Brava uit, naast een gevarieerd aanbod van groenten en fruit. Greenpartners telt een 70-tal leden en 15 medewerkers. De zetel van de veiling ligt in Sint-Katelijne-Waver en het productaanbod bestaat vooral uit tomaten en andere glasgroenten. In tegenstelling tot Brava kent Greenpartners geen klokverkoop.

Toch was de fusie logisch, menen beide veilingen. “De coöperaties hebben een vergelijkbare bedrijfsfilosofie en een zelfde blik op de markt. Ook qua productaanbod zijn we zeer complementair”, meent Filip Fontaine, voormalig directeur van Brava die ook bij de fusieveiling dezelfde functie krijgt. Een fusie was ook nodig omdat veilingen een grote omzet nodig hebben aangezien ze veel zware kosten hebben en met kleine marges werken. Dat werd door de EHEC-crisis extra in de verf gezet.

Binnen de nieuwe structuur zal Josse De Baerdemaeker de voorzittersrol op zich nemen. Dat deed hij ook al bij Brava. De voorzitter van Greenpartners, Rudy Croket, wordt ondervoorzitter van Coöbra. Voormalig directeur van Greenpartners, Dominik Planckaert, wordt financieel directeur van de nieuwe coöperatie. Op vlak van administratie, kwaliteits- en verkoopsysteem, uitbetaalprijzen en personeelsbeleid zal Coöbra één bedrijf vormen. Al het personeel kan ook aan de slag blijven.

“Deze schaalvergroting moet Coöbra toelaten om een betere prijs uit de markt te halen voor de teler. We worden ook aantrekkelijker voor de klanten”, legt De Baerdemaeker uit. Toch wil de nieuwe veiling ondanks de groei zijn flexibiliteit behouden, zowel naar de teler als naar de koper. “We willen ons onderscheiden door onze persoonlijke benadering en de gedrevenheid om te voldoen aan de wensen van onze klanten. In grote veilingen is dat zeldzaam.”

Volgens de nieuwe veiling komt de tuinbouwsector uit een diepe systeemcrisis die door al de hetze rond EHEC zo mogelijk nog scherper werd gesteld. “We moeten ons wapenen tegen een herhaling van deze crisis. De klok blijft ook bij Coöbra een belangrijk verkoopinstrument, maar het lijkt stilaan onverantwoord om tuinbouwbedrijven die miljoenen moeten investeren, zonder enige bescherming dagelijks deze spotmarkt in te sturen”, beweert Fontaine. “De EHEC-crisis heeft de geesten rijp gemaakt om af te stappen van de klok als enig zaligmakend instrument.”

Daarom zal Coöbra ook mikken op verticale integratie zodat tuinders zich beter kunnen indekken. “We denken hier aan systemen van vaste prijzen, gebaseerd op kostprijzen, en vaste volumes of oppervlaktes waarmee de klanten kunnen werken en hun klanten of consumenten kunnen bedienen. Onze telers ontvangen dan voor een deel van hun productie vooraf vastgelegde prijzen”, zegt de veilingdirecteur. Hoe de verkopen via de klok en op basis van afspraken zich gaan verhouden, is nog niet duidelijk. Maar volgens Fontaine is het absoluut duidelijk dat de klok voldoende product moet hebben om naar behoren te kunnen functioneren.