nieuws

OVM: "Wetgeving te veel gemaakt voor stoppende boer"

nieuws
Investeringssteun moet gaan naar productieve bedrijven en niet naar stoppende boeren. Projecten voor de diversificatie van de landbouwactiviteiten verdienen geen extra ondersteuning. Dat is slechts een greep uit de forse uitspraken die de Overleggroep voor Vlaamse Melkveehouders (OVM) laat optekenen in het jongste nummer van het vakblad Melkveebedrijf.
14 maart 2006  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:32
Investeringssteun moet gaan naar productieve bedrijven en niet naar stoppende boeren. Projecten voor de diversificatie van de landbouwactiviteiten verdienen geen extra ondersteuning. Dat is slechts een greep uit de forse uitspraken die de Overleggroep voor Vlaamse Melkveehouders (OVM) laat optekenen in het jongste nummer van het vaklblad Melkveebedrijf.

In het kwartaalblad Landgenoten trok de Leuvense landbouweconoom Erik Mathijs enkele maanden geleden fors van leer tegen de manier waarop de landbouwsubsidies worden ingezet. De OVM schaart zich achter de stelling dat inkomenssteun marktverstorend werkt. "De grootste premietrekkers zijn vaak niet eens echte boeren. Bovendien houdt inkomenssteun potentiële stoppers actief en zorgt het voor een negatief imago. We verkiezen een systeem waarbij de consument rechtstreeks een eerlijke prijs voor de producten betaalt", klinkt het.

Volgens het OVM verhogen de subsidies ook de prijs van productiemiddelen zoals grond en quotum. De inkomenssteun is eerder een beleidsinstrument om randvoorwaarden een bestaansrecht te geven dan een echte tegemoetkoming aan de boer, luidt het verder nog. "Als er fondsen ontbreken, wordt de boer toch telkens gekort op zijn inkomen".

Het principe van de investeringssteun kan nog net door de beugel. Maar een steunpercentage van 40 procent is enkel goed om kunstmatige verschuivingen te veroorzaken, aldus OVM. Projecten die de diversificatie van landbouwactiviteiten aanmoedigen, zouden niet in aanmerking mogen komen voor VLIF-steun. Volgens de overleggroep zijn ze niet duurzaam omdat ze slechts over één generatie lopen. Daarbij wordt het voorbeeld aangehaald van bedrijven die via hoevetoerisme finaal omschakelen naar zuiver toerisme.

OVM vindt het verder jammer dat labels zoveel aandacht krijgen vanuit het beleid. "IKM en CLA-melk jagen de productiekosten enkel de hoogte in". Ook de melkquota kunnen maar beter afgeschaft worden. "Er zijn immers genoeg andere beperkende factoren die de schaalvergroting zullen afremmen". En ook in samenwerking ziet OVM weinig heil, met uitzondering van machineringen.

Van de overheid verwacht OVM daarentegen wel een administratieve vereenvoudiging, een snelle vrijmaking van de arbeidsmarkt en sanitatair sluitende grensoverschrijdende reglementeringen en controlesystemen waardoor de Vlaamse mestexport niet langer stuit op "de koppigheid van Wallonië en Noord-Frankrijk".

OVM stelt tot slot vast dat de melkveehouder het vandaag moet stellen met de prijs die afnemers voor zijn melk willen betalen. De kwalitatieve waarde van het product en de hiervoor opgebrachte inspanningen worden onvoldoende vergoed, klinkt het. Niettemin staat OVM sceptisch tegenover de oprichting van de European Milk Board. De groep twijfelt er aan of dreigen met een leveringsstop een haalbare kaart is.

Lees ook: Landgenoten: "Wat heeft u tegen landbouwsubsidies?"

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek