Neyts proeft WTO-koorts bij voedingsindustrie
nieuwsDie beseft dat een verdere vermindering van de landbouwsteun aan de orde is. "Maar de EU mag alleen instemmen met steunvermindering inzake markttoegang en exportsteun mits gelijkaardige inspanningen van de partnerlanden", benadrukt Chris Moris, directeur-generaal van Fevia. "Om de groeikansen van onze dynamische voedingsindustrie te garanderen, moeten onze exportkansen naar derde landen maximaal gevrijwaard worden".
Moris koppelt een eventuele hak in de exportrestituties aan een gelijklopende prijsvermindering voor de landbouwproducten. Dit impliceert dat de voorliggende voorstellen voor de hervorming van het landbouwbeleid best gekaderd worden in de WTO-context. "Fischler heeft die oefening inderdaad gemaakt", weet Neyts. "Op die manier kiezen we voor de korte pijn en komen we versterkt aan de start van de WTO-onderhandelingen".
Neyts beseft wel dat handelscommissaris Pascal Lamy een moeilijke taak wacht om de Europese belangen te verdedigen. "Overal ter wereld waar ik kom, word ik aangesproken op de protectionistische aspecten van het Europese landbouwbeleid. Dat de EU de grootste importeur is van landbouw- en voedingsproducten schijnt nergens van tel te zijn".
Tot slot kregen alle sectoren binnen de voedingssector de kans om hun concrete bekommernissen over te maken aan de minister. "Een verhoogde markttoegang moet ten goede komen aan de échte ontwikkelingslanden en aan de lokale bevolking in die landen", zo luidde het bij de suikerfabrikanten. "De afbouw van de bestaande marktbescherming moet geleidelijk gebeuren", vulde de zuivelindustrie aan. Ook de groeiende kwaliteitskloof tussen de eigen en ingevoerde producten baart de voedingsindustrie zorgen. Neyts nuanceerde: "Overdrijven sommigen in ons land niet met hun eisen voor nóg meer normen inzake voedselveiligheid?"