Mestbank: "Begeleidende aanpak werkt in de praktijk"

De voorbije weken heeft de Mestbank intensief gecommuniceerd over zijn begeleidende rol. Nu zijn er ook cijfers die aantonen dat sensibilisatie resultaten oplevert op het terrein. In het voorjaar van 2006 kregen 1.884 boeren met ongunstige mestbalansen voor het eerst een waarschuwingsbrief in de bus. Uit een recente evaluatie blijkt dat nog slechts 130 van de aangeschreven landbouwers met hetzelfde probleem kampen. “We zijn blij verrast dat het effect van dergelijke pro-actieve aanpak zo positief is”, zegt Dirk Struyf, afdelingshoofd van de Mestbank.

358 andere landbouwers die minstens veertig procent te veel fosfaat ontvingen, kregen geen waarschuwingsbrief maar wel een boete. Die lag wel een flink pak lager dan de bedragen die de Mestbank in de voorgaande jaren hanteerde voor hardleerse overbemesters. Op 337 bedrijven waren de problemen dit jaar opgelost. De Mestbank benadrukt overigens dat boetes in de toekomst alleen nog zullen fungeren als laatste middel om landbouwers weer op het juiste spoor te brengen. “Het systeem van de administratieve geldboetes in het nieuwe mestdecreet geeft ons in elk geval meer manoeuvreerruimte dan het vroegere systeem van de heffingen”, luidt het.

VLM-woordvoerder Jan Mosselmans geeft ook toe dat de Mestbank in het verleden nog te weinig de boer op ging. “We waren heel beschikbaar om boeren te ontvangen, maar hielden er te weinig rekening mee dat velen een drempelvrees hebben om problemen bij de Mestbank aan te kaarten. Voor hun burenregeling en aangiften kregen we de landbouwers heel vlot over de vloer. Over bedrijfsproblemen durfden ze echter niet praten uit vrees een boete aangesmeerd te krijgen. Onze knipperlichtfunctie en bedrijfsbegeleiding moeten definitief komaf maken met dat imago”.

Gaan de bedrijfsbegeleiders van de Mestbank straks een oogje dichtknijpen wanneer ze overtredingen vaststellen op landbouwbedrijven? "Het is helemaal niet de bedoeling dat de begeleiders na de vaststelling van een probleem de inspecteurs zullen aansturen. De inspectie krijgt zijn directieven vanuit Brussel, de bedrijfsbegeleiding door onze BAS-cellen krijgt een lokale dynamiek", aldus nog Mosselmans.

“Dat een vertrouwensband kan groeien tussen boeren en de Mestbank bewijst de actie die vorig jaar gevoerd werd rond MAP-meetpunten. Toen hebben onze inspecteurs een hele reeks bedrijfsbezoeken afgelegd waarbij ze gesprekken gevoerd hebben met landbouwers die bereid bleken om uit de biecht te klappen. Uit die contacten is geen enkele boete voortgevloeid”, zegt Dirk Struyf, die benadrukt dat de Mestbank zich volledig inschrijft in de filosofie van het nieuwe mestdecreet. “De optie om bedrijven groeikansen te geven in combinatie met een adequate opvolging van de waterkwaliteit, willen we alle kansen geven”.

Bij de Mestbank is men wat ongelukkig dat de communicatie over de nieuwe aanpak van de Mestbank dezer dagen doorkruist wordt door een aantal heffingen die in de bus vallen van de landbouwers. Het gaat om een decretale verplichting in de overgang van het oude naar het nieuwe mestdecreet. 19.000 boeren moeten voor de laatste keer een basisheffing betalen voor een totaal bedrag van zo’n drie miljoen euro. Voor het productiejaar 2006 moeten 3.176 bedrijven nog een laatste superheffing nutriëntenhalte ophoesten. En later volgt ook nog de superheffing mestverwerking voor het productiejaar 2004. “Bij ongewijzigde wetgeving zullen we ook de komende twee jaar nog verplicht zijn om deze heffing te innen”, klinkt het bij de Mestbank.(KS)