Melkveehouders vrijgesteld van EU-mededingingsregels?

De European Milk Board (EMB) heeft een voorstel overhandigd aan het kabinet van EU-landbouwcommissaris Dacian Ciolos om melkveehouders vrij te stellen van de Europese mededingingswetgeving. Een groepsvrijstelling zou het mogelijk maken dat melkveehouders zich onafhankelijk van zuivelfabrieken verenigen en gemeenschappelijke vermarktingsregels afspreken.

"Een vrijstelling van de mededingingswetgeving is een belangrijke voorwaarde voor de onderhandelingen op gelijke voet tussen melkveehouders en zuivelbedrijven. Een groepsvrijstelling kan eenvoudig worden toegepast op melkproducenten en kan het verdwijnen van tienduizenden melkveebedrijven in Europa voorkomen", zei Sieta van Keimpema, vice-voorzitter van EMB.

De High Level Group on Milk erkende in haar aanbevelingen de bestaande onevenwichtigheden in de Europese zuivelmarkt en riep de Europese Commissie op de wettelijke mogelijkheden van een uitzondering op de mededingingsregels voor melkproducentenorganisaties te onderzoeken. Door nu een ontwerp van zo'n uitzonderingsregeling aan de EU-commissaris te bezorgen, concretiseert EMB de oproep van de EU-expertengroep.

"Ons voorstel wil een kader scheppen dat de nadelen van het vermarkten van boerderijmelk teniet doet en in de toekomst een onvervalste mededinging tussen melkveehouders en zuivelbedrijven mogelijk maakt", luidt het bij EMB. Van Keimpema meent dat een groepsvrijstelling kan bijdragen tot echte marktparticipatie door melkveehouders. "Het is ook kostenneutraal en maakt financiële noodprogramma’s van de politiek onnodig".

"Daarnaast wordt ook bereikt dat er tussen zuivelfirma's echte concurrentie ontstaat", verklaart EMB-vertegenwoordiger Hans Loghtenberg uit Luxemburg "Als de mededingingsregels toestaan dat melkveehoudersorganisaties gemeenschappelijke vermarktingsregels hanteren inzake minimumprijzen en kwaliteit, dan kunnen we vermijden tegen elkaar uitgespeeld te worden door zuivelondernemingen die steeds internationaler opereren", aldus Loghtenberg. 

Volgens van Keimpema hangt het voortbestaan van een kwalitatief hoogwaardige melkproductie in Europa af van de vraag of melkveehouders een kostendekkende prijs voor hun melk kunnen bekomen. "Een vrijstelling op de mededingingsregels kan een eerste stap betekenen door het versterken van de positie van melkveehouders tegen de geconcentreerde marktmacht van zuivelfabrieken en retailers", besluit Van Keimpema.