nieuws

"Landbouwinvesteringen wijzen op geloof in de toekomst"

nieuws
Op een totaal investeringsvolume van 581,5 miljoen euro kende het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) vorig jaar 101,3 miljoen euro steun toe. “De cijfers bewijzen dat onze Vlaamse land- en tuinbouwers terecht blijven geloven in een duurzame toekomst”, zegt minister-president Kris Peeters.
5 september 2012  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:06
Lees meer over:

Op een totaal investeringsvolume van 581,5 miljoen euro kende het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) vorig jaar 101,3 miljoen euro steun toe. “De cijfers bewijzen dat onze land- en tuinbouwers terecht blijven geloven in een duurzame toekomst”, zegt minister-president Kris Peeters. Bij ruim 41 procent van de gesubsidieerde investeringen is er sprake van een belangrijk aantoonbaar effect op het leefmilieu.

Uit het financieel overzicht blijkt dat in 2011 globaal voor 101,25 miljoen euro steun toegekend werd, waarvan 65,043 miljoen euro Vlaamse steun en 36,207 miljoen euro Europese steun. Het overzicht van de steunaanvragen in 2011 geeft een goed beeld van de investeringsactiviteit op de land- en tuinbouwbedrijven. Het volume aangemelde investeringen bedraagt 581,5 miljoen euro, wat amper 16 miljoen euro minder is dan in 2010. Uit informatie over de financiering van die investeringen blijkt een verschuiving van krediet naar eigen middelen.

Het volume aangemelde investerings- en vestigingskosten ligt al enkele jaren op een hoog niveau. In de periode 2001-2005 werd per jaar gemiddeld 336 miljoen euro aangemeld, in de periode 2006-2010 steeg dit naar een jaarlijkse som van gemiddeld 548 miljoen euro. “De financieel-economische crisis heeft de investeringsbereidheid van onze Vlaamse land- en tuinbouwers niet doen verminderen”, constateert Kris Peeters.

Hij wijt dat aan de combinatie van de lage rente, het versoepelen van de sectorale voorwaarden in de regelgeving en de ondersteuning van investeringen in hernieuwbare energie. “De Vlaamse regering heeft hierop ingespeeld met de inzet van bijkomende budgettaire middelen voor het VLIF”, aldus de minister-president. Het VLIF is een belangrijke pijler van het Vlaams land- en tuinbouwbeleid. “Het geeft de Vlaamse overheid de mogelijkheid om sturend op te treden en bedrijven te ondersteunen bij het realiseren van investeringen die de sector in al zijn aspecten duurzamer maken”, legt Peeters uit.

In 2011 lag het aantal steunaanvragen met 3.478 eenheden in de buurt van het aantal in de voorgaande jaren. Er werd steun uitgetrokken voor 184 vestigingen van starters, wat minder was dan de 201 dossiers in 2010. Opmerkelijk bij de vestigingsdossiers is dat het aandeel ‘vestigingen via overname van aandelen van een vennootschap’ op amper drie jaar tijd stijgt van 10 procent naar bijna 51 procent. De positieve discriminatie van de overname van aandelen, waartoe de Vlaamse regering in 2008 besliste, is hieraan niet vreemd.

Waar het totale investeringsvolume de jongste jaren tamelijk stabiel en op een hoog niveau blijft, blijken uit de onderliggende cijfers toch opmerkelijke evoluties. De investeringen in de tuinbouwsector zijn een stuk teruggevallen (in 2007 en 2008 respectievelijk nog 41% en 36% van het totaal investeringsvolume, in 2011 nog net 23%). In 2011 is een gemiddelde investering op een landbouwbedrijf (172.000 euro per aanvraag) voor het eerst groter dan een gemiddelde investering op het tuinbouwbedrijf (153.000 euro).

De crisis in de varkenshouderij deed de investeringen in die sector afnemen. De herinrichting van zeugenstallen met groepshuisvesting in het kader van de verplichting vanuit dierenwelzijn, neemt in 2011 evenwel sterk toe. Van 0,7 miljoen euro investeringen in 2010, gaat het in 2011 naar 4,2 miljoen euro. In de melkveehouderij blijkt uit het activiteitenverslag een toename van de investeringsactiviteit. Wat stallenbouw en melkinstallaties betreft, gaat het van 54 miljoen euro in 2010 naar 68 miljoen in 2011.

In de pluimveesector, en voornamelijk de leghennensector, stijgen de investeringen in nieuwe ammoniakemissiearme pluimveestallen (van 28 miljoen euro in 2010 naar 48 miljoen euro in 2011) en de herinrichting met diervriendelijke huisvestingssystemen (van 2 miljoen euro naar 10 miljoen euro). Tenslotte werd in 2011 opvallend meer geïnvesteerd in landbouwmachines en ander materiaal, namelijk voor bijna 86 miljoen euro (19 miljoen euro meer dan in 2010), erfverharding en silo’s (+ 6 miljoen euro), en bijkomende mestopslag om te voldoen aan nieuwe normen (+ 5 miljoen euro).

Meer info: Activiteitenverslag VLIF 2011

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek