Landbouw floreert in zes lidstaten met minder stikstof

Volgens het Europees Milieuagentschap (EEA) zijn zes lidstaten er in geslaagd om de groei van hun landbouwsector los te koppelen van het (overmatig) gebruik van stikstof. Toch zullen land- en tuinbouwers in gans Europa meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen nog efficiënter moeten gaan toedienen om een redelijke waterkwaliteit te bereiken.
21 mei 2012  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:04
Lees meer over:

Volgens het Europees Milieuagentschap (EEA) zijn zes lidstaten (Oostenrijk, Hongarije, Letland, Roemenië, Slovakije en Slovenië) er tussen 2000 en 2008 in geslaagd om de groei van hun landbouwsector los te koppelen van het (overmatig) gebruik van stikstof. Toch moet er in gans Europa nog efficiënter omgesprongen worden met meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen om een redelijke waterkwaliteit te bereiken.

De Europese kaderrichtlijn Water streeft naar een goede kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater tegen 2015. Ze verplicht de lidstaten om duurzaam met water om te springen. Wat zij zeker moeten doen, is de vervuiling van water bij de bron aanpakken. Door kunst- en dierlijke mest, gewasbeschermingsmiddelen en bodemerosie is landbouw een belangrijke bron van vervuiling. "Hoewel de waterkwaliteit in sommige regio's verbetert, blijft landbouw in andere delen van Europa mede-oorzaak van de slechte waterkwaliteit", schrijft het Europees Milieuagentschap in een nieuw rapport.

De Europese Unie ontwikkelde wetgeving die de druk van landbouw op de waterkwaliteit moet verkleinen. Er is de richtlijn van 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen. Die vertaalde zich in Vlaanderen in opeenvolgende mestactieplannen. De kaderrichtlijn inzake duurzaam gebruik van pesticiden vergt op zijn beurt van de lidstaten dat zij al het nodige doen om de inzet van chemische middelen voor gewasbescherming af te bouwen. De lidstaten dienen de randvoorwaarden te scheppen die het voor professionele gebruikers mogelijk maken om over te schakelen op zogenaamde geïntegreerde gewasbescherming met een lage pesticideninzet.

Niet alleen wetgeving is een drijvende kracht voor een meer milieuvriendelijke landbouw, meent het Milieuagentschap, ook de schaarste aan natuurlijke hulpbronnen zal daartoe bijdragen. Aangezien fosformijnen niet onuitputtelijk zijn, zal in de toekomst zorgvuldiger omgesprongen worden met dit nutriënt en zal het gerecycleerd worden uit afvalwater. Volgens EEA kunnen Europese boeren gerust minder fosfor toedienen aangezien 70 tot 80 procent van de landbouwpercelen een gemiddeld tot hoog gehalte fosfor bevat. Zonder opbrengst te verliezen, kunnen boeren besparen op kunstmest en tegelijk de emissie naar water verminderen.

Andere maatregelen waar de waterkwaliteit wel bij vaart en de landbouwers naar verluidt niet slechter van worden, zijn: het fosforgehalte in veevoeder verminderen en geen kunstmest toepassen op plaatsen waar de emissie naar water groot is. Het Milieuagentschap denkt daarbij aan de directe omgeving van waterlopen, aan landbouwpercelen die gelegen zijn op steile hellingen en aan percelen met een bodem die fosforverzadigd is.

Meer info: EEA-report 'Towards efficient use of water resources in Europe'

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek