"Internationale handel helpt voedselcrisis oplossen"

Internationale handel is een deel van de oplossing voor de wereldwijde voedselcrisis en niet één van de oorzaken. Dat heeft Pascal Lamy, de directeur-generaal van de Wereldhandelsorganisatie, gezegd tijdens een conferentie in Oostenrijk. Met die stelling staat hij lijnrecht tegenover bijvoorbeeld Olivier De Schutter, de Belgische VN-rapporteur voor het recht op voedsel.
12 mei 2009  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:48
Lees meer over:

Internationale handel is een deel van de oplossing voor de wereldwijde voedselcrisis en niet één van de oorzaken. Dat heeft Pascal Lamy, de directeur-generaal van de Wereldhandelsorganisatie, gezegd tijdens een conferentie in Oostenrijk. Met die stelling staat hij lijnrecht tegenover bijvoorbeeld Olivier De Schutter, de Belgische VN-rapporteur voor het recht op voedsel.

De globalisering maakt het volgens Lamy mogelijk dat voedsel kan getransporteerd worden van de locaties waar het op efficiënte wijze kan geproduceerd worden naar streken waar een reële vraag naar dat voedsel is. Zonder handel zouden heel wat landen, zoals bijvoorbeeld Egypte, nooit zelfvoorzienend kunnen zijn op het vlak van landbouwproducten, merkt de topman van de WTO op.

Lamy is ervan overtuigd dat de internationale handel in de loop der jaren gezorgd heeft voor een daling van de voedselprijzen als gevolg van stijgende concurrentie, en dus is de koopkracht van de consumenten hierdoor toegenomen. "De handel lag vorig jaar dus zeker niet aan de basis van de voedselcrisis", luidt het.

Volgens Olivier De Schutter zijn veel landen te veel afhankelijk van handel in hun zoektocht naar meer voedselzekerheid en ook nogal wat landbouworganisaties pleiten voor meer voedselsoevereiniteit, uit vrees dat kleine boeren door een liberalisering van de markten onder de voet gelopen worden door buitenlandse concurrenten die veel goedkoper voedsel kunnen produceren.

Volgens Lamy is de huidige prijsvolatiliteit niet te wijten aan de handel in landbouwproducten. "De landbouw maakt immers slechts tien procent uit van de globale wereldhandel, terwijl slechts een kwart van de mondiale landbouwproductie internationaal verhandeld wordt. Voor industriële goederen bedraagt dat percentage 50 procent".

Lamy merkt ook op dat de handelsregels vandaag reeds een speciale behandeling voorzien voor landbouwproducten, "wat bijvoorbeeld niet het geval is voor kleding of autobanden". Bovendien zouden de ontwikkelingslanden zich steeds meer laten gelden in de agrarische wereldhandel. De export van landbouwproducten van arme naar rijke landen steeg tussen 2000 en 2007 met 11 procent op jaarbasis, terwijl de groei in omgekeerde richting slechts 9 procent bedroeg.

Hoewel bijna een miljard mensen honger lijden, moeten consumenten in de armste landen een steeds kleiner deel van hun inkomen besteden aan voedsel, besluit Lamy.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek