Europees landbouwinkomen verschuift van west naar oost
nieuwsLandbouwproducten zullen tussen nu en 2020 niet goedkoper worden. Daar gaat de Europese Commissie in haar vooruitblik op de agrarische markten van uit. Boeren in Oost-Europa zien hun inkomen met maar liefst 35 procent toenemen. Hun collega's in de oude lidstaten moeten het met 3,5 procent minder doen. Deze evolutie is voornamelijk te wijten aan een verschuiving van Europese subsidies van oude naar nieuwe lidstaten.
De Europese Commissie koestert vrij positieve prijsverwachtingen voor landbouwproducten door de groeiende voedselvraag, de vraag naar biomassa voor biobrandstoffen en de productiviteit van landbouwgewassen die stokt. Hoge prijzen op de wereldmarkt ondersteunen bovendien de Europese export.
De Europese Commissie verwacht een krappe graanvoorraad op de interne markt zodat graanprijzen tussen 2011 en 2020 bovengemiddeld zullen blijven. Tegen 2020 produceert de EU naar schatting 305 miljoen ton granen, maar de opbrengsten per hectare nemen maar met 0,5 procent per jaar toe terwijl vooral de vraag naar granen voor hernieuwbare energieproductie snel toeneemt. Akkerbouwers zullen meer tarwe en korrelmaïs in de teeltrotatie opnemen ten nadele van gerst.
Koolzaadproducenten mogen zich aan een grote vraag naar biodiesel en biomassa en bijgevolg hoge prijzen verwachten. De EU zal nog meer biobrandstoffen moeten importeren om de doelstellingen te halen. Suikerbieten worden een aantrekkelijke grondstof voor de ethanolindustrie, maar krijgen door het verdwijnen van de quota meer concurrentie op de markt voor voedingssuiker. Zowel voor granen, koolzaad als suikerbieten schrijft de Commissie de productiestijgingen nagenoeg volledig toe aan de vraag naar hernieuwbare energie.
In 2008 en 2009 werd er in de EU minder vlees geproduceerd. Dat herstelt zich langzaam zodat de vleesproductie 2,4 procent hoger zal liggen in 2020. Kip en varkensvlees zijn duidelijke groeiers (allebei +3,6%), terwijl de productie van rund- en kalfsvlees, schapen- en geitenvlees met 1,3 procent zal afnemen. Een Europeaan verkiest in 2020 nog steeds varkensvlees (41,6 kg per jaar), maar kip wint wel terrein (23,6 kg) terwijl gemiddeld nog 15,8 kg rund- en kalfsvlees en 2 kg schapenvlees worden gegeten. Het handelsoverschot wordt kleiner maar voor varkensvlees en kip blijft het positief.
De groeiende wereldbevolking en verschuiving van eetpatronen ondersteunen de melkprijs. De Europese Commissie ziet vooral in de groeilanden belangrijke exportbestemmingen. Een koersstijging van de euro belemmert evenwel de exportkansen van Europese zuivelfirma’s zodat het marktaandeel er eerder op achteruit zal gaan. Tussen 2009 en 2020 zal de melkproductie met zeven procent toenemen in de EU. De productie van kazen zal zelfs met 10 procent toenemen.
In 2009 was het landbouwinkomen in de EU dramatisch laag. Na 2010 was 2011 opnieuw een jaar van herstel (niet voor Belgische boeren, nvdr.). De Europese Commissie schat dat het landbouwinkomen vandaag een kwart hoger ligt dan in 2000. Tegen 2020 zullen producenten negen procent meer verdienen dan het gemiddeld landbouwinkomen tussen 2007 en 2011.
De stijging van het landbouwinkomen is echter grotendeels te wijten aan een daling van het aantal arbeidsplaatsen in de land- en tuinbouw. Bovendien doen lang niet alle boeren een goede zaak: in de oude lidstaten gaat het landbouwinkomen er 3,5 procent op achteruit terwijl boeren in Oost-Europa maar liefst 35 procent meer gaan verdienen. De landbouwers in nieuwe lidstaten danken dit vooral aan het groter aandeel Europese subsidies waar zij na 2013 aanspraak op kunnen maken.
Meer info: Prospects for Agricultural Markets and Income in the EU 2011-2020