EU beraadt zich over nieuwe regels voor dierproeven

De Landbouwcommissie van het Europees Parlement heeft ingestemd met nieuwe regels voor het gebruik van proefdieren in wetenschappelijke experimenten. Als het voorstel wordt bekrachtigd door het voltallige Parlement en door de Raad, dan zullen de lidstaten voortaan elk experiment moeten beoordelen op de gevolgen voor het dierenwelzijn.

De commissie Landbouw keurde het rapport van het Duits europarlementslid Elisabeth Jeggle (CDU) unaniem goed. Jeggle wil streven naar een vermindering van het aantal proefdieren zonder het wetenschappelijk onderzoek te belemmeren. Lidstaten moeten in de eerste plaats alternatieve testmethoden promoten. Indien dierproeven niet te vermijden zijn, dan moeten de dieren zo min mogelijk worden blootgesteld aan pijn.

Het rapport stelt voorop dat alle lidstaten alternatieven voor dierproeven moeten hanteren indien die alternatieven goedgekeurd zijn door de EU. De lidstaten behouden enige beslissingsvrijheid door de zogenaamde veiligheidsclausule: lidstaten kunnen, na de Commissie en de andere EU-lidstaten te hebben ingelicht, afwijken van de regels voor uitzonderlijke en op wetenschappelijke basis te rechtvaardigen redenen .

Als het voorstel in EU-wetgeving wordt omgezet dan worden primaten als chimpansees, bonobo’s, gorilla’s en orang-oetangs niet langer gebruikt voor wetenschappelijke experimenten. Om het onderzoek naar onder meer Alzheimer niet te hinderen, werd het voorstel aangepast zodat andere primaten zoals makaken nog wel als proefdier gebruikt kunnen worden indien dat noodzakelijk is om het onderzoek te doen slagen.

Het voorstel voert categorieën in voor de pijn waar de proefdieren aan worden blootgesteld. Enkel onderzoeken die "geen of slechts mild lijden" teweeg brengen bij proefdieren, mogen herhaald worden op hetzelfde dier. De parlementsleden van de Landbouwcommissie vreesden evenwel dat een strikte toepassing van deze voorwaarde zou leiden tot een verhoging van het aantal proefdieren zodat ze het herhalen van dierproeven, na consultatie van een dierenarts, willen uitbreiden tot proeven die een "gemiddeld pijnniveau" veroorzaken bij het dier.

Het voorstel heeft de goedkeuring op zak van de commissie Landbouw in het Europees Parlement en wordt in september ter stemming voorgelegd aan het voltallige parlement, waarna ook de Raad haar zeg doet. Indien dat proces resulteert in een richtlijn, dan treden de nieuwe regels drie jaar na de definitieve goedkeuring in werking.