Draagvlakvorming voor overstromingsgebieden Kleine Nete
Het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kleine Nete en Aa ontlokt veel verzet bij de landbouwsector, Toerisme Vlaanderen en lokale politici. Gelet op de overstromingen van november 2010 acht Vlaaams parlementslid Wilfried Vandaele (N-VA) vertragingen in het besluitvormingsproces niet wenselijk zodat hij minister van Leefmilieu Joke Schauvliege vroeg naar de instrumenten voor draagvlakvorming rond bekkenbeheerplannen.
"Het nut van de overstromingsgebieden wordt openlijk in twijfel getrokken waardoor een consensus verder af lijkt dan ooit", vreest Wilfried Vandaele. Volksvertegenwoordiger Ward Kennes (CD&V) meent dat meerdere gemeentebesturen met onbeantwoorde vragen blijven zitten omtrent de plannen voor het stroomgebied Kleine Nete en Aa door de "onduidelijke combinatie van een natuurmaatregel, rivierherstelmaatregel, bescherming van de omgeving en waterberging in functie van de stroomafwaarts gelegen gebieden". Hermes Sanctorum van Groen! pleit voor een duidelijk signaal aan de lokale besturen omtrent de prioriteit die het overstromingsgebied vormt. Ook Bart Martens (sp.a) is overtuigd dat er meer ruimte voor water nodig is.
Volgens minister Schauvliege stemmen de bezwaren tegen het bekkenbeheerplan in het stroomgebied Kleine Nete en Aa overeen met het minderheidsstandpunt. "Die opmerkingen zijn dus niet nieuw", verklaart ze. De bezwaren richten zich vooral tegen het overstromingsgebied in Grobbendonk en niet zozeer tegen dat langs De Zegge. "Bij de overstromingen in november 2010 is het bekken van de Nete grotendeels gespaard gebleven, maar het is belangrijk te beseffen dat de situatie op bepaalde plaatsen, waaronder Grobbendonk, kritiek is geweest", waarschuwt Schauvliege.
Gelet op het belang van ruimte voor water, zeker als bescherming tegen overstromingen, ging de opmaak van alle bekkenbeheerplannen gepaard met een grondige voorbereiding. "Een wetenschappelijke onderbouwing van de plannen ging hand in hand met overleg met alle waterbeheerders en betrokkenen", verzekert Schauvliege. "Op basis van het openbaar onderzoek werden de plannen bijgestuurd."
Specifiek voor de Kleine Nete zijn de projecten Grobbendonk en De Zegge gegroeid uit concrete probleemstellingen op het terrein. Terwijl het overstromingsgebied van Grobbendonk een meer lokaal project is, is het overstromingsgebied De Zegge een onderdeel van een integrale aanpak van een groot stuk van de vallei van de Kleine Nete. Samen met de inrichting van het overstromingsgebied, is een hermeandering voorzien in het Olens Broek en een afgraving van het zandstort De Hellekens. "Dit staat samen gepland om enerzijds de doelstellingen maximaal te bereiken met anderzijds een minimum aan nadelige effecten voor alle actoren in het gebied", weet de minister.
Joke Schauvliege belooft, zoals aangekondigd in haar beleidsbrief, te zullen werken aan een vereenvoudiging van de waterplannen, overlegstructuren en procedures voor het integraal waterbeleid. Zij zal een voorstel doen dat een aanpassing van het decreet Integraal Waterbeleid inhoudt. "Het voorstel zal onder meer een verdergaande integratie en afstemming van de verschillende planfiguren en de planningscycli bevatten om te verhinderen dat de discussie telkens opnieuw geopend wordt", kondigt ze aan.
Schauvliege is overtuigd dat dit zal leiden tot een duidelijker en meer gedragen planningsproces. "Daarnaast moeten we bij de uitvoering van de projecten volop blijven inzetten op een effectieve en optimale toepassing van de financiële instrumenten gekoppeld aan het decreet Integraal Waterbeleid en andere milderende maatregelen", meent ze. Naar aanleiding van de bezwaren omtrent de overstromingsgebieden, is er een werkgroep opgericht. "Een voorstel tot compromis ligt nu op tafel", zegt Schauvliege, "zodat het bekkenbestuur momenteel een oplossing tracht te bekomen."
Wilfried Vandaele denkt dat dergelijke plannen nooit voor alle betrokkenen goed zullen zijn. Reden voor hem om op een bepaald moment knopen door te hakken en tot actie over te gaan. "Sommige voorstellen kunnen worden verfijnd, maar het vergroten van het waterbergend vermogen, nodig om alle dorpen in de vallei van de Kleine Nete te vrijwaren van overstromingen, moet altijd gevrijwaard worden", meent Bart Martens. Ward Kennes is van oordeel dat de procedure toch nog beter kan aangezien "er heel veel participatiemomenten zijn geweest, maar van alle kritiek, vragen en bedenkingen weinig terug te vinden is in de einddocumenten".
