Boerenbond ontvangt Europees Landbouwcommissaris Ciolos
nieuwsDinsdag bracht de EU-Commissaris voor Landbouw, Dacian Cioloş, een bezoek aan Boerenbond om er kennis te maken met de Vlaamse land- en tuinbouw. Boerenbond benadrukte dat Europa in zijn toekomstig landbouwbeleid, te weinig rekening houdt met de unieke kenmerken van de Vlaamse bedrijfsvoering. Op die manier dreigt Europa de basis van de sterke Vlaamse agro-voedingsketen onderuit te halen.
De bedrijfsvoering van elke Europese boer wordt gestuurd door het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) dat de EU voert. Dit beleid zet de krijtlijnen uit die moeten ingevuld worden door de 27 lidstaten en hun regio’s. In België is het landbouwbeleid geregionaliseerd zodat Vlaanderen verantwoordelijk is voor de wettelijke vertaling van het Europees landbouwbeleid. Het huidige GLB loopt tot 2013. Europa zet momenteel de nieuwe krijtlijnen uit voor het beleid na 2013. Met een mededeling gaf Europees Commissaris voor Landbouw, Dacian Cioloş, op 18 november de basis mee waarop hij het toekomstig GLB wil uitstippelen.
Om Cioloş duidelijk te maken dat hij ook moet rekening houden met de specifieke uitdagingen van de Vlaamse bedrijfsvoering, nodigde Boerenbond hem uit. De landbouworganisatie illustreerde het belang van de Vlaamse land- en tuinbouw door te verwijzen naar de totale omzet die vijf miljard euro per jaar bedraagt. Twee derde hiervan wordt gerealiseerd door de niet-grondgebonden sectoren. “Deze sectoren komen echter weinig tot niet in aanmerking voor directe betalingen”, merkt Boerenbond op. De sterkte van onze grondgebonden sectoren zit, volgens Boerenbond, in de productiviteit die hoger ligt dan het Europees gemiddelde. “Beide sectoren leveren inspanningen voor een duurzamer productieproces”, maakte Boerenbond zich sterk bij de EU-Commissaris.
Europa stelt de verplichte vergroening voor als onderdeel van de directe betalingen. “De voorgestelde maatregelen leiden niet alleen tot een kostenstijging maar ook tot een daling van de productierendementen”, stelt Boerenbond. Wat volgens de organisatie resulteert in bijkomende druk op het landbouwinkomen. In Vlaanderen wordt, meer dan in andere lidstaten, de ‘vergroening’ van de sector vooral bereikt via innovatie op technisch vlak en een daaraan gekoppeld investeringsbeleid. Boerenbond is van oordeel dat een vrijwillige aanpak met de nodige stimulansen, die niet alleen de kosten dekt maar ook een inkomen oplevert, daarom efficiënter is.
“Mede dankzij de productieve Vlaamse land- en tuinbouw is er in Vlaanderen een sterk agro-voedingscomplex, goed voor een tewerkstelling van meer dan 165.000 mensen”, legt Boerenbond aan Ciolos uit. Meer dan 80 procent van deze producten worden afgezet in de andere EU-lidstaten. “Vlaanderen is met andere woorden klein maar zeer productief en door zijn centrale ligging voert de Vlaamse agro-voedingsketen vooral handel met de andere lidstaten”, aldus Boerenbond. “De Vlaamse land- en tuinbouw heeft, meer dan grotere lidstaten, de Europese ééngemaakte markt nodig.” Boerenbond wees in dit kader ook op de bedreiging van een verplichte oorsprongsetikettering. Dit zou kunnen uitmonden in een nieuwe versnippering van de ééngemaakte markt.
Boerenbondvoorzitter Vanthemsche drong er bij Ciolos op aan dat hij in zijn toekomstig beleid voldoende flexibiliteit zou inbouwen zodat ook de Vlaamse land- en tuinbouw kan blijven rekenen op Europese steun.“Enkel waar de economische poot voldoende sterk en stabiel is, kan werk gemaakt worden van vergroening en verduurzaming van de sector”, aldus Vanthemsche. Europees Commissaris Cioloş benadrukte bij zijn afscheid dat hij de eigenheid van de Vlaamse land- en tuinbouw erkent en in het Europees landbouwbeleid de nodige flexibiliteit wil bieden.